
Wodka Kasakoff (detail)
Eind jaren tachtig was Willem van Genk gestopt met schilderen en stak hij vrijwel al zijn energie in zijn busassemblages en in het verzamelen en bewerken van raincoats. In de jaren negentig zou hij terugkeren naar het tekenen, met vierkleurenbalpen. Een van de weinige tweedimensionale werken die Van Genk rond 1990 maakte is te beschouwen als een aanzet tot dit werk. Het gaat om een tot voor kort titelloze tekening waarvoor hij kleurpotloden, viltstiften, vetkrijt, gouacheverf en een vierkleurenbalpen gebruikte (WVG-0101). In mijn biografie van Van Genk heb ik het werk ook om praktische redenen een naam gegeven: Wodka Kasakoff. Galeriehouder Nico van der Endt hechtte weinig waarde aan de tekening, die hij vooral als een wat chaotische schets beschouwde. Het betreft een schijnbaar weinig gestructureerde voorstelling waarin motieven uit zijn eerdere werk en persoonlijke obsessies over elkaar heen buitelen: ‘Een signatuur ontbreekt maar in figuurlijke zin is Wodka Kasakoff één grote handtekening van Willem van Genk.’1
Er is in de tekening sprake van een drieluikcompositie, met links als centrale voorstelling het Kievstation in Moskou met een dubbele rij hoogspanningsmasten, in het midden een in het groen geklede vrouw met een tiara op het hoofd en een blonde vlecht, met voor haar een fles wodka van het (Poolse) merk Kasakoff, en rechts het silhouet van een eland. De centrale voorstellingen zijn overdekt en doorspekt met beelden en woorden, waarbij Berlijn, Arnhem en vooral Moskou een belangrijke rol spelen. Er zijn afbeeldingen van spinnen, treinen, trolleybussen, boten en vliegtuigen, van een zendmast, een lachende zon, het Kremlin en een zeppelin boven het Olympisch Stadion in Berlijn; en teksten als Matheus Engel, Intercoiffure Paris International, Ik financierde Hitler, Kölnisches Wasser, rai radio Vaticana, marjo reizen exit VERLEDEN tijd en Haarhuis.
In tegensteling tot Nico van der Endt was toenmalig directeur van museum De Stadshof Ans van Berkum uitermate geïnteresseerd in het werk. In de monografie Een getekende wereld uit 1998 wordt de tekening over twee pagina’s afgebeeld en gaat Van Berkum er in haar tekst uitgebreid op in. Op een nogal retorische manier stelt ze aan de hand van het werk allerlei vragen, die ze vervolgens zelf beantwoordt. Een van die vragen: ‘Marjo reizen exit verleden tijd, spreekt een zonnetje in het linkergedeelte. Zou hij op Marjoleintje doelen, de violiste die verhuisde naar Parijs?’2 De vraag is al zonder meer met “nee” te beantwoorden, omdat de persoon op wie zij doelt niet Marjoleintje maar Madeleintje heette, ‘Madeleintje Storio, een beeldschoon meisje, heel talentvol. Speelde prachtig viool. […] Ze vertrok naar Parijs’.3 Eerder gaf ik aan dat het hier ging om Madeleine Stordiau – die nooit viool had gespeeld of in Parijs had gewoond.
Een deel van de vraag van Van Berkum is te beantwoorden als we kijken naar de ets Siljaline (WVG-0064) uit 1967. Links onderaan heeft Van Genk zijn naam, zijn woonplaats en het jaartal toegevoegd plus de woorden REIZEN MARJO. Vermoedelijk was dit het reisbureau waarmee hij zijn reis over de Oostzee (en verder) had gemaakt en dat in 1990 niet meer bestond.

Siljaline (detail)
Dan Parijs. Van Berkum vervolgt haar mijmering over Marjoleintje: ‘Expo Parijs in Arnhem staat er op het Willemsplein geschreven’, als om haar hypothese over de naar Parijs verhuisde violiste te onderbouwen. Echter, in 1950 werd in Arnhem de nationale tentoonstelling “Mijlpaal 1950” gehouden in de parken Sonsbeek en Zypendaal, en bij die gelegenheid organiseerden de VVV en middenstand van de stad het evenement “Parijs in Arnhem”, waarbij de stad in Parijse sferen werd gehuld.4 Van Genk kwam in die tijd regelmatig in Arnhem om zijn stiefbroer Henk van der Wal te bezoeken. In Parijs was hij op dat moment nog nooit geweest.
***
Van Genk in 1997 tegen Dick Walda: ‘Er zijn natuurlijk in de loop der tijd veel schilderijen van mij verdwenen. Het liefst verkoop ik helemaal niks. Maar er zijn in het verleden mensen geweest, lieden kan ik ze beter noemen, die schilderijen van mij hebben afgetroggeld. De weduwe van Von Ribbentrop en Arthur Smelage, noem maar op. Ik ben geen zakenman, ik kan er niks van. Hij heeft het grote Kiev-station van Moskou van me. Ik kreeg er niks voor. Een scheet en twee knikkers, tel uit je winst. Je werkt voor een ander.’5
In juli 2000 werd de Stichting Willem van Genk opgericht om het werk dat nog in bezit was van de kunstenaar voor verdere verspreiding te behoeden. Voorzitter werd Ans van Berkum, secretaris Nico van der Endt, penningmeester Van Genks curator An Remmerswaal. Tien maanden later trok Van der Endt zich na een aantal conflicten terug uit de nieuw opgerichte stichting en ging hij, met informatie die hem was verstrekt door Charlotte Zander, naar Duitsland om de in de jaren zestig door galeriehouder Manfred Schmela verkochte werken op te sporen. Met succes: ‘Bij een verzamelaar in Düsseldorf bevinden zich twee tekeningen, een Panorama Moskou […] en een vroeg gezicht op het centraal station van Amsterdam […]. Een jaar later verwerf ik beide tekeningen, de grootste laat ik in Amsterdam restaureren. Een kleine tekening die ik bij een andere verzamelaar kon bezichtigen was niet te koop.’6
De oorspronkelijke vraag van Van der Endt aan Charlotte Zander was niet meer bewaard, haar fax met het antwoord wel. Zander vertelde dat zij op haar beurt contact had gelegd met dochter Ulrike Schmela, die vertelde dat er geen nota’s waren bewaard maar dat haar moeder zich drie kopers wist te herinneren: copywriter Werner Butter, fotograaf Lothar Wolleh en een dame genaamd Schniewind. Met Butter wist van der Endt contact te leggen en van hem kocht hij Panorama Moskou (WVG-0016) en Amsterdam (WVG-0014).7 Wie de andere verzamelaar was bij wie Van der Endt een werk kon bezichtigen, is onduidelijk. Was het een familielid van mevrouw Schniewind? Charlotte Zander in haar fax: ‘Die Geschichte ist hier folgende. Frau Schniewind war große Sammlerin und kaufte ein Bild von van Genk bei Schmela. Nach ihrem Tod, vor einigen Jahren, erbte (unter anderen) Ihre Tochter Ursula, die heute als Madame Painvin in Paris lebt. Vielleicht kann sie Auskunft über den Verbleibe des Bildes geben, vielleicht ist es sogar bei ihr.’8
Het ietwat cryptische verhaal van Zander wordt iets duidelijker met de informatie die in Duitsland publiek geheim was, namelijk dat achter de naam ‘Schniewind’ Annelies von Ribbentrop schuilging, de weduwe van nazikopstuk Joachim von Ribbentrop. Annelies von Ribbentrop was in 1973 overleden en was altijd de ideeën van haar man blijven aanhangen, evenals haar dochter Ursula. Ursula Painvin woont nog steeds in Parijs en onderhoudt nauwe contacten met de top van het Rassemblement National van Marine Le Pen. Dat Van der Endt bij haar op de koffie ging, is onwaarschijnlijk.

Joachim en Annelies von Ribbentrop met hun kinderen Adolf en Ursula
Bleef over Lothar Wolleh, die al in 1979 overleden was, over wie Ulrike Schmela geen nadere gegevens had en die voor Van der Endt daarmee een dood spoor moet zijn geweest. Ik legde contact met Wollehs zoon Oliver, die een website over zijn vader onderhoudt en die bereid was om nader in de zaak te duiken. Hij nam contact op met zijn zus, ik stuurde hem afbeeldingen van de verdwenen werken, maar helaas was er niets te vinden in de kennelijk omvangrijke kunstverzameling van de familie: ‘Ich habe alle unsere Listen überprüft, aber ich habe die von Ihnen gesuchten Werke nicht gefunden. Sie befinden sich nicht in unserer Sammlung. Weder ich noch meine Schwester haben diese Werke je gesehen.’9
***
In 2024 schreef ik de volgende column ter gelegenheid van het EK voetbal:
De mensen vragen mij weleens: ‘Jack, had Willem Van Genk iets met voetbal?’ En dan zeg ik altijd nadrukkelijk en vol overtuiging: ‘Nee!’ (Voor degenen die dit niet weten en de afgelopen decennia onder een steen hebben geleefd: Willem van Genk, 1927-2005, Nederlands kunstenaar, behorend tot de allergrootsten van de twintigste eeuw. Volgens mij dan. Volgens Hugo Borst trouwens ook, en die heeft verstand van voetbal én kunst.)
Willem Van Genk had helemaal niks met sport en dus ook niet met voetbal. In zijn oeuvre van volgepakte tekeningen en collages zou het derhalve vergeefs zoeken zijn naar welke verwijzing dan ook. Dacht ik. Maar zie: mijn kompaan Jan V. uit Vlaardingen, bezitter van diverse prachtige Van Genks, kwam binnen drie kwartier op de proppen met een beeldfragment waarop duidelijk een stadion te zien is!
Het ging om een hoekje van de collage Moskou, met een tekening die Van Genk maakte vanuit het vliegtuig toen hij die stad in het midden van de jaren zestig bezocht. Jan dacht aanvankelijk dat het om het Leninstadion ging (waar Spartak Moskou z’n thuiswedstrijden afwerkte), maar het bleek uiteindelijk om het Dinamostadion aan de Leningradsky Prospekt te gaan (van stadsgenoten Dinamo Moskou).
Van Genk mocht dan niks met voetbal hebben gehad, hij had zeker iets met grote gebouwen. En voetbalstadions, dat zijn flinke jongens. Nu ik dit zo schrijf, realiseer ik me dat ik nóg een stadion in het werk van Willem van Genk weet. Maar dat bewaar ik voor een volgende keer. Dit stukje zal voor velen al slaapverwekkend genoeg zijn.10
Het stadion dat ik in de laatste alinea op het oog had, was het Olympisch stadion in Berlijn op Wodka Kasakoff. Maar er is binnen het oeuvre van Van Genk een nog veel duidelijk voetbalstadion, inclusief supporters en spelers:

50 jaar Sovjet-Unie (detail)
De afbeelding is te vinden op de collage 50 jaar Sovjet-Unie (WVG-0058), een tekening rechts van het midden. Opnieuw gaat het om het Dinamostadion, zo blijkt uit de cyrillische letters aan de rechterkant (ДИНАМО). Aan die kant klinkt ook de kreet ЛЕНИН! terwijl het silhouet van de staatsman links te zien is. SPORT, schrijft Van Genk in rode letters boven zijn hoofd, maar wel met zes twijfelende puntjes erachter.
NOTEN
- Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 225. ↩︎
- Van Berkum e.a., Een getekende wereld, p. 46. Wodka Kasakoff staat afgebeeld op pp. 40-41. ↩︎
- Walda, Koning der stations, p. 38. ↩︎
- Voor een impressie, zie hier. ↩︎
- Walda, Koning der stations, p. 28. ↩︎
- Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 125. ↩︎
- ‘Ich besitze zwei Bilder von Willem van Genk: Ein Panorama von Moskau und eine Ansicht von Amsterdam. Selbstverständlich können Sie sich die Bilder ansehen und auch fotografieren. Ich bin noch bis Mitte Dezember in Düsseldorf zu erreichen, dann fahre ich nach Mallorca.’ Werner Butter aan Nico van der Endt, 13 november 2000 (archief Nico van der Endt). ↩︎
- Charlotte Zander aan Nico van der Endt, 14 januari 2000 (archief Nico van der Endt). ↩︎
- E-mail van Oliver Wolleh aan Jack van der Weide, 11 juli 2025. ↩︎
- Poolbode 2024-3, 29 juni 2024. ↩︎






































