Dit is het tweede deel van een tekst over de collage Amsterdam. Het eerste deel is hier te vinden.

Amsterdam (catalogus Willem van Genk, Boxtel 1976). De rode lijn geeft aan tot waar de linkerkant later is bijgeknipt
Teksten kunnen soms helpen om onderdelen van de collage thuis te brengen. Daarbij zijn drie categorieën te onderscheiden: teksten die horen bij een afgebeeld gebouw (GASTHOF VICTORIA HOTEL, VROOM & DREES […], DE BIJENKORF, KAPPER); teksten die waarschijnlijk ooit zijn toegevoegd aan de oorspronkelijke tekeningen (ZINGENDE TOREN, VERKADE KOEKEN, JA…. DE BIJENKORF HEEFT HET!”….. ); en teksten die aan de collage als geheel zijn toegevoegd. In die laatste categorie valt het centrale titelwoord AMSTERDAM, maar ook een aantal teksten in rood/oranje als tramways yesterday exit (bij de tram langs de Westerkerk) en BENELUX (in de tekening van de omgeving van het Muntplein). Dat laatste lijkt weer verband te houden met toevoegingen rondom de meeste tondo’s die te maken hebben met de wereldtentoonstelling in Brussel in 1958: EXPO […] WORLDFAIR BRU […], EXPO 1958, BRUXELLES EXPO en zo verder. Tekstuele verwijzingen naar die tentoonstelling komen overigens op zowel de voor- als achterkanten van veel meer werken van Van Genk voor.
Sommige gebouwen of locaties werden door Van Genk vaker afgebeeld, ook op tekeningen die niet zijn opgenomen in de collage. Van de omgeving van het Weesperpoortstation, een kopstation dat van 1843 tot 1939 in gebruik was, bestaat een separate tekening die te zien was tijdens de tentoonstelling Woest. Het station had een gietijzeren overkapping naar Brits ontwerp en was het vertrekpunt voor de spoorverbinding naar Utrecht en Arnhem. Een andere locatie die Van Genks aandacht had was de Haarlemmerpoort: de Stichting Willem van Genk bezit een tekening met vrijwel exact hetzelfde perspectief als dat op de tekening die werd gebruikt in de collage. Bovendien is er een opvallende overeenkomst met de ets Colonnade.
De omgeving van de Dam keert verschillende malen terug op Amsterdam, met tekeningen van het Koninklijk Paleis, de Nieuwe Kerk, de Bijenkorf en het Beurspoortje. De Dam wordt ook weergegeven op Drieluik Amsterdam, in een wijds perspectief van het Paleis tot aan de Damstraat. De hoek van de Dam met de Nieuwendijk is op het ‘drieluik’ vrijwel identiek aan de afbeelding rechts beneden op Amsterdam, inclusief het spandoek met de tekst DE BOEKENWEEK. Kunstenaar Marcel van Eeden schonk in 2014 aan Stichting Collectie De Stadshof een fotoboek dat hij bij een antiquariaat in Den Haag had gevonden, met Van Genk naamstempel plus het jaartal 1947: ‘Van Genk gebruikte zulke platenboeken voor zijn stadstaferelen.’ Als voorbeeld toont de website met het bericht het middendeel van Drieluik Amsterdam naast een foto van de Dam uit het boek. [1]

Detail Drieluik Amsterdam (middendeel)
De collage Amsterdam werd in 1976 getoond tijdens de tentoonstelling Willem van Genk in galerie De Ark in Boxtel. In de bijbehorende catalogus stond een foto van het werk die vrij korrelig was afgedrukt, waardoor details vrijwel niet te onderscheiden waren. Wel was er een drietal foto’s toegevoegd van individuele tekeningen. De collage mat volgens de catalogus 98 x 227 cm. Na 1976 verdween Amsterdam jarenlang uit zicht. In een lijst die Nico van der Endt in 2000 opstelde met nog te verkopen werken van Willem van Genk, staat onder het kopje NIET GELOKALISEERDE WERKEN onder meer “Amsterdam tekeningen collage”.
Van der Endt maakte geen melding van Amsterdam in de lopende tekst van zijn boek Kroniek van een samenwerking uit 2014. Wel staat er een afbeelding van de collage in het boek, met de vermelding dat deze in het bezit is van het Museum of Everything van James Brett en dat de maten nog maar 97 x 216 cm zijn. In vergelijking met de catalogusfoto uit 1976 mist het werk inderdaad een strook links, die dus ca. 11 cm breed en 97 cm lang zou zijn. Navraag leerde dat Van der Endt in 2013 Amsterdam namens Dick Walda had verkocht aan James Brett, minus de strook aan de linkerkant. [2] In 2016 was het werk te zien tijdens de tentoonstelling van het Museum of Everything in de Kunsthal in Rotterdam.
Vorig jaar kreeg ik een aantal van de foto’s toegestuurd die waren gebruikt in de catalogus van De Ark uit 1976. [3] Daaronder was ook de foto van Amsterdam, waarop nu duidelijker de verdwenen strook te onderscheiden viel. Te zien was dat de twee grote tekeningen aan de linkerkant (met respectievelijk het Beurspoortje en de Bijenkorf) verder doorliepen; dat de tekening daartussen ook veel groter was en het Damrak ter hoogte van het Beursplein afbeeldde; en dat in de tekening met de Bijenkorf nog een inzetstuk was geplaatst van een gebouw met veel ramen en een torentje. Enkele weken eerder was de tweede druk verschenen van Dick Walda’s boek over Willem van Genk Koning der stations. De twee fragmenten van Amsterdam die hij daarin afdrukte, bleken afkomstig uit de verdwenen strook. Het gebouw van het inzetstuk was het Paleis op de Dam [4]
Dick Walda liet recentelijk weten dat hij het werk rond 2000 van Jacqueline van Genk had gekregen, samen met het stadsgezicht Arnhem:
Ik kreeg – in het bijzijn van regisseur Jan Keja en curator Remmerswaal – een rol mee die onder haar bed had gelegen.
Terug in Amsterdam bleek het om twee werken van Willem te gaan: Arnhem en Amsterdam.
Amsterdam was vrij groot en ik had geen plaats om het op te hangen.
De rol verdween naar de kelder en het is een wonder boven wonder dat de twee werken behouden zijn gebleven.
[…]
Toen ik in Amsterdam ruimer ging wonen heeft Amsterdam een tijdje in mijn werkkamer gehangen.
De tekening was er slecht aan toe en ik vroeg een papier-restaurateur om advies.
De randen waren in slechte staat en verfomfaaid.
De man (die nooit van Willem had gehoord) sneed de rafelranden van Amsterdam af die ik cadeau deed aan Mattheus Engel, de fotograaf die Willem vele malen fotografeerde.
Een rondje later haalde Nico van der Endt er opnieuw een papier-restaurateur bij die ook zorgen had over de slechte staat van het werk dat hij uiteindelijk aanbood aan de Engelsman Brett, toentertijd een fanatiek verzamelaar van Willem’s werk.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik weinig affiniteit had met Arnhem en Amsterdam, vooral door de deplorabele staat waarin de tekeningen verkeerden. [5]
Arnhem schonk Walda aan regisseur Jan Keja, met wie hij de documentaire Ver van huis had gemaakt. Het bezoek aan Jacqueline kreeg, enigszins verdicht, eveneens een plaats in de tweede druk van Koning der stations. [6]
NOTEN
[1] Het bericht is hier te vinden.
[2] E-mail van Nico van der Endt aan Jack van der Weide, 9 november 2020.
[3] Met dank aan mw. A. Heesen-Gennissen.
[4] De fragmenten zijn te zien op p. 140 en p. 150.
[5] E-mail van Dick Walda aan Jack van der Weide, 11 november 2020.
[6] Cf. pp. 53-56.