Willem van Genk in Stockholm, september 1997 (foto: Nico van der Endt)
Willem van Genk kwam regelmatig in Noord-Europese landen als Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland. Vaak was hij op doorreis naar (of keerde hij terug uit) de Sovjet-Unie, maar zeker in later jaren waren de landen soms ook een reisdoel op zich. Sporen hiervan zijn te vinden in onder ander de collages Urbanisme et Architecture en Minsk-Mosca (beide ca. 1965-1970), de ets Silja Line (1967) en het schilderij Keleti (ca. 1985). Op Urbanisme et Architecture, dat uit drie stroken bestaat, is de linker strook voor een belangrijk deel gewijd aan Stockholm. De linkerhelft van Minsk-Mosca heeft de vier genoemde Noordse landen tot onderwerp, waarbij deze bovendien nadrukkelijk worden genoemd. Het bovenste deel van Silja Line heeft betrekking op een tocht per schip over de Oostzee, vanuit Zweden via Helsinki naar Leningrad. De afbeelding van Stockholm op Minsk-Mosca keert terug aan de bovenkant van Keleti.
Detail Minsk-Mosca (ca. 1965-1970)
In een eerdere blogpost merkte ik op dat een Russische trolleybus van Willem van Genk de uitspraak leek te logenstraffen dat al zijn bussen Arnhems waren.1 Er blijkt echter niet alleen een Russische bus te bestaan (uit Moskou), maar ook een Zweedse (uit Stockholm). De bus was al bekend via een afbeelding in Een getekende wereld en kreeg in mijn aanzet tot een catalogue raisonné het nummer WVG-6025. Ik schreef toen wel dat er geen direct zichtbare verwijzingen naar Arnhem te zien waren en dat de bus, het bijschrift in Een getekende wereld niettegenstaande, niet behoorde tot de vier assemblages die Stichting Collectie De Stadshof bezit. Navraag leerde dat toenmalig Stadshof-directeur Ans van Berkum ‘nog bezig [was] met de definitieve keuze voor de aankoop van de werken van Van Genk toen Een getekende wereld verscheen.’2
Galerie Hamer zou de bus uiteindelijk verkopen aan een Amsterdamse verzamelaar. Na diens overlijden kwam de bus bij een familielid terecht, dat zo vriendelijk was om mij eind vorig jaar een aantal foto’s van de bus te sturen voor mijn boekje De trolleybussen van Willem van Genk. Daaruit bleek dat de twee kanten van de bus nogal van elkaar verschilden. De linkerkant (die ook te zien is op de tot voor kort enige bekende foto van de bus) is grotendeels het product van eigen knutselwerk, terwijl de rechterkant de indruk maakt van een voorgedrukte afbeelding die door Van Genk werd bewerkt. Omdat ook de kleuren van de beide zijkanten verschillen, lijkt het bijna om twee verschillende bussen te gaan.
Zonder titel (trolleybus) | WVG-6025, ca. 1980-1990 (linkerzijde)
Zonder titel (trolleybus) | WVG-6025, ca. 1980-1990 (rechterzijde)
Op de bus komen zowel de getallen (lijnnummers) 36 als 96 voor. De sleutel tot de identificatie van de bus is te vinden aan de rechterkant, waar het woord Essingelinjen staat. Dit was een van de lijnen van de trolleybus (trådbuss) in Stockholm – inderdaad lijn 96, van Norra Bantorget in het noorden van het centrum naar het het eiland Stora Essingen in het zuidwesten van de stad. Uit andere foto’s bleek Van Genk bovendien voor de rechterkant inderdaad een voorgedrukte afbeelding te hebben gebruikt, waaroverheen hij een plastic laag had aangebracht.
Detail trolleybus WVG-6025
Trolleybussen hadden in Stockholm gereden van januari 1941 tot augustus 1964, toen ze ook op de laatste lijn werden vervangen door dieselbussen. Een trolleybus van lijn 96 was in november 1948 betrokken bij een van de zwaarste verkeersongevallen uit de Zweedse geschiedenis. Op de brug tussen de eilanden Stora Essingen en Lilla Essingen kwam de bus in botsing met een vrachtwagen en raakte te water, waarbij elf passagiers het leven verloren. Op een bekende foto is te zien hoe het gehavende voertuig uit het water wordt opgetakeld.
Berging van de te water geraakte trolleybus, november 1948 (bron: Wikipedia)
De foto van de trolleybus die wordt opgetakeld uit het Mälarmeer, is een mogelijke bron voor de gehavende indruk die de assemblages van Van Genk maken. Nico van der Endt in 1998: ‘Die bussen zijn schokkerend. Ze hebben iets van speelgoed en tegelijkertijd iets van de werkelijkheid. Oude doorleefde bussen die afgeladen zijn geweest, gebruikt, versleten en in het ongerede zijn geraakt. In weer en wind waarschijnlijk in een vervallen remise hebben gestaan of misschien wel in een kanaal hebben gelegen: verongelukt en opgehesen.’3 Van der Endt had een jaar eerder zijn vriend Van Genk vergezeld op diens laatste buitenlandse reis, een lang weekend naar Stockholm.4 In die stad bezochten ze onder meer het transportmuseum, waar ze mogelijk ook bovenstaande foto zagen.
NOTEN
- Zie ook mijn boekje De trolleybussen van Willem van Genk (Leiden 2023), pp. 27-28. ↩︎
- E-mail van Liesbeth Reith aan Jack van der Weide, 7 augustus 2020. ↩︎
- Helena van den Enden, “De vrienden van Willem van Genk. Gesprek tussen Nico van der Endt en Dick Walda”, in: Witte wolken 3 (1998) nr. 17, pp. 3-7 (7). ↩︎
- Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, pp. 109-111. ↩︎