Pagina 55 uit de catalogus The Lucassen Collection van het Venduehuis der Notarissen: de ets Tunnel Napels (1967) van Willem van Genk
Op 23 maart zag ik op internet dat het Venduehuis der Notarissen in Den Haag een veiling aankondigde met kunstwerken uit de collectie van kunstenaar (Reinier) Lucassen. Onder meer kwamen onder de hamer enkele ‘zeldzame etsen van de Nederlandse kunstenaar Willem van Genk’. Het kwam zelden voor dat werken van Willem van Genk op een veiling werden verkocht, de vorige keer kon ik mij niet herinneren. Ik lichtte enkele personen in, onder wie twee familieleden van Willem van Genk, diens voormalige galeriehouder Nico van der Endt, voorzitter Hans Looijen van de Stichting Willem van Genk en natuurlijk verzamelaar X, steun en toeverlaat bij mijn onderzoek naar Van Genk en net als ik geïnteresseerd in alle grote en kleine details over de Haagse kunstenaar.
De naam Lucassen was mij niet onbekend. In zijn boek Kroniek van een samenwerking schrijft Nico van der Endt bij het jaar 1981 (hij is dan nog geen vijf jaar de nieuwe galeriehouder van Willem van Genk): ‘De familie lijkt ontevreden met de tot dusverre behaalde verkoopresultaten. Als proef wordt buiten mijn weten het schilderij “de grote naïeven” bij een gerenommeerd veilinghuis geveild. […] Men vergeet een reserve af te spreken en het wordt verkocht voor fl. 200. De koper verkoopt het daarna snel door aan kunstenaar Reinier Lucassen voor fl. 800. In het jaar 2008 verkoopt Lucassen het werk aan mij en het schilderij is weer “thuis”. Willem zal niet blij zijn geweest met de veilingverkoop. In de eerder genoemde brief uit 1989 aan Dick Walda en mij, verwijst hij naar “de affaire Lucassen”. Misschien heeft Lucassen hem benaderd na verwerving van het schilderij.’1
Om welke etsen het bij de veiling ging, en hoeveel, was uit het berichtje niet op te maken. Wel was er de aankondiging dat op 8 april de veilingcatalogus zou worden gepubliceerd. X hoopte op de ets Silja Line, de enige van de vier ‘grote’ etsen die hij nog niet bezat. Zelf bezat ik juist Silja Line als enige en zou elke van de andere drie (Tunnel Napels, Minsk en Colonnade) welkom zijn. Er was nog een kleinere vijfde ets, Rondvaart, maar die moest waarschijnlijk als een probeersel van Van Genk worden beschouwd. Er was mij slechts één los exemplaar van bekend, in bezit van de Stichting Collectie De Stadshof.2
Ik had eerder over de etsen geschreven (hier), maar sindsdien had ik meer informatie tot mijn beschikking gekregen. Zo schreef ik over Tunnel Napels: ‘[De ets] toont de binnenzijde van de door gemotoriseerd verkeer verstikkend drukke Galleria (tunnel) della Vittoria in Napels. […] Hoewel Van Genk een aantal steden in Italië uit eigen waarneming kende, was hij waarschijnlijk nooit in Napels en moet hij de afgebeelde tunnel dus alleen van beschrijvingen en/of afbeeldingen hebben gekend.’ Dat laatste was niet waar, Van Genk kende de tunnel wel degelijk uit eigen waarneming. In 1964 schreef hij vanuit Italië op een ansichtkaart aan zijn stiefbroer Henk van der Wal: ‘Italië is een gezellig land wat men van de Sovjet Unie niet kan zeggen… Doch dit land is ook een land van uitbuiting en oplichterij. Och mijn pen schrijf slecht en daarom is ’t onmogelijk U iets in kort bestek over de reis te vertellen. Beste lezers ik ben ook in Pompei en Napels geweest stikkend heet.’3
De grote naïeven | ca. 1975 | gemengde techniek op board | 54 x 88.5 cm | coll. Nico van der Endt, Amsterdam
Al op 3 april stond de beloofde catalogus online. Er bleken twee etsen van Van Genk te worden geveild: Silja Line 5/5 (kavel 64) en Tunnel Napels 11/14 (kavel 65). X en ik kwamen dus beiden aan onze trekken. De etsen, ‘on wove paper’, hadden een richtprijs van 1.800 tot 2.200 euro. Maar hoe kwam Lucassen eraan? In het kader van mijn ‘Aanzet tot een catalogue raisonné’ had ik al eens de mij bekende afdrukken van de etsen in kaart gebracht (hier), maar de nummers van de etsen van Lucassen zaten daar niet bij. Nico van der Endt had laten weten dat hij in ieder geval de bron niet was. ‘Maar wie dan wel?’4 Inderdaad, waar kwamen de etsen vandaan?
Hoe dan ook zou X naar de zaalveiling gaan en hij bood aan ook namens mij te bieden. De collectie Lucassen die werd geveild, bevatte werk van Jean Brusselmans, Alexander Calder, James Ensor, Max Ernst, Anton Heyboer, Jannis Kounellis, Lucebert, A.R. Penck, Arnulf Rainer, Roger Raveel, Man Ray, Daniel Spoerri en vele anderen. Van Genk verkeerde in goed gezelschap.
Negen dagen later, op 12 april, verscheen in NRC Handelsblad een artikel over de veiling, door Arjen Ribbens. Ribbens had Lucassen geïnterviewd en tekende onder meer op: ‘Zijn oog voor kwaliteit heeft hem geholpen, zegt hij. Vaak kon hij voor een “paar centen” kunst kopen waar weinigen op dat moment iets in zagen. Gevraagd naar voorbeelden wijst hij in de veilingcatalogus op de etsen van Willem van Genk (lang geleden was hij op een veiling de enige bieder)’.5 ‘Lang geleden op een veiling’ – dat gaf niet echt uitkomst over de herkomst, de provenance van de etsen. Arjen Ribbens liet desgevraagd weten dat hij eveneens benieuwd was geweest naar die veiling. Lucassen had hem verteld de etsen gekocht te hebben bij veilinghuis Mak van Waay, samen met De grote naïeven. Ribbens had geprobeerd dit te checken in een database met veilingopbrengsten, maar die ging niet ver genoeg terug.6
Dit klopte niet met de versie van de gebeurtenissen die Nico van der Endt in zijn boek had gegeven, waarbij niet Lucassen zelf maar iemand anders De grote naïeven op een veiling had gekocht. Van der Endt bleef zeer stellig: ‘Ik kan dat verhaal niet verzonnen hebben, al was het maar vanwege de details: veiling fl. 200, aankoop van koper fl. 800, herinner ik mij heel goed.’7 Ik stuurde mails aan zowel Lucassen als het Venduehuis der Notarisssen, met de vraag naar de provenance van de etsen. Het antwoord van het veilinghuis leverde geen nieuwe informatie op: ‘De beide etsen zijn enkele decennia geleden door Lucassen bij veilinghuis Mak van Waay in Amsterdam gekocht. De exacte datum is niet te achterhalen, maar volgens Lucassen, “erg lang geleden”.’8
Ook Lucassen zelf antwoordde per ommegaande en hij gaf wél aanvullende informatie: ‘In antwoord op uw vraag laat ik u weten dat op een veiling bij Van Waay, Amsterdam, twee schilderijen werden aangeboden en twee etsen van Willem van Genk, mogelijk in 1974. Ik heb een schilderij en twee etsen gekocht. Als het archief van Mak van Waay nog beschikbaar is, zal dit makkelijk te achterhalen zijn.’9 Lucassen hield dus een slag om de arm bij het jaartal 1974 en dat was niet onterecht, aangezien De grote naïeven pas in 1975 of 1976 was gemaakt. Wel bleef hij volhouden dat hij zelf de koper op de veiling was geweest, hetgeen niet strookte met de herinnering van Nico van der Endt
Maar 1974 en 1981 lag wel erg ver uit elkaar. Daarbij had Lucassen het over twee schilderijen, waarvan hij er eentje zou hebben gekocht – waarom niet allebei, als hij toch ook de twee etsen had aangeschaft en de prijzen kennelijk niet erg hoog lagen? Verder was de vraag waarom de Haagse familie Van Genk (waarschijnlijk: zus Tiny en haar man Theo, de officieuze zaakwaarnemers van de kunstenaar) hadden gekozen voor een veilinghuis in Amsterdam. Verzamelaar X toog naar het RKD in Den Haag en vroeg jaargang 1981 van de catalogi van Mak van Waay op, maar vond geen veiling met werk van Van Genk.
Op woensdag 24 april was het zover en begon de veiling van ‘The Lucassen Collection Part 1’, om 20:00 uur bij Pulchri Studio aan de Lange Voorhout in Den Haag. Verzamelaar X was aanwezig, zelf volgde ik het gebeuren via mijn pc. Er was niet heel veel publiek maar er werd desalniettemin flink geboden, vooral per telefoon en online. Daarbij werden de richtprijzen regelmatig ver overschreden: een schilderij van Jan Roeland met een richtprijs van €2.000 – €3.000 bracht €14.000 op, een schilderij van Etienne Elias met een richtprijs van €5.000 – €8.000 kreeg als hamerprijs €17.000, een tekening van A.R. Penck met een richtprijs van €5.000 – €8.000 ging weg voor €13.000.
Screenshot vhlive.stream.bid/bidderinterace (24.4.2024.21:43)
De twee etsen kwamen iets na halftien aan de beurt, verzamelaar X belde mij kort daarvoor. Hij en ik hadden ons beiden voorgenomen om tot €4.000 te gaan, beiden gingen we daar op het moment suprême overheen, beiden visten we desalniettemin achter het net. Silja Line werd verkocht voor €6.000, Tunnel Napels voor €4.600. Koper was in beide gevallen een online bieder met het nummer 1200.
NOTEN
- Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, 45. ↩︎
- Voor meer informatie over Rondvaart, zie hier. ↩︎
- Willem van Genk aan familie Van der Wal, 12 oktober 1964 (collectie Museum van de Geest, Haarlem). ↩︎
- E-mail Nico van der Endt aan de auteur, 26 maart 2024. ↩︎
- Arjen Ribbens, ‘”Bijzondere kunst herkennen is een talent”‘, in: NRC Handelsblad, 12 april 2024. ↩︎
- E-mail Arjen Ribbens aan de auteur, 14 april 2024. ↩︎
- E-mail Nico van der Endt aan de auteur, 14 april 2024. ↩︎
- E-mail Peter van Beveren aan de auteur, 15 april 2024. ↩︎
- E-mail Lucassen aan de auteur, 15 april 2024. ↩︎