Trolley, Naaldwijk, Tokio

Internationale (detail)

Toch nog even terugkomen op de veiling in Tokio van zaterdag 15 november. Enkele uren na het einde van die veiling stuurde ik mijn contactpersoon Yuki Sato een mailtje waarin ik hem feliciteerde met de opbrengt en hem vroeg naar de nationaliteit van de koper. Twee dagen later stuurde ik hem de link naar mijn tekst op dit blog over de veiling. Weer twee dagen later kreeg ik een antwoord: het veilinghuis zou wel degelijk op de hoogte zijn geweest van de mogelijke waarde van een Van Genk, ‘but the artist was not so famous among Japanese art collectors, and our goal for this sale was “100%” sold. That’s why we set the estimate very low. But when we think it back, maybe our estimate price was too low.’ Sommige belangstellenden hadden zelfs gevraagd of het, gezien de lage prijs, om een print ging.1

Hij liet verder weten wat de nationaliteit van de koper was. Met die informatie was het voor mij mogelijk een educated guess te doen, die bleek te kloppen. De koper gaf aan van plan te zijn om het werk in een enigszins prestigieuze setting te presenteren, waaronder hij niet de Outsider Art Fair (die ik had gesuggereerd) verstond. Artnet vermeldde diezelfde dag nog het verkoopbedrag inclusief veilingkosten: $ 100.477. Mijn voorspelling als zou Internationale weer decennialang uit zicht zijn, bleek dus gelukkig onjuist.

***

Dan iets over de datering van Willem van Genks trolleybus-assemblages. Die worden algemeen, ook door mij, beschouwd als zijnde gemaakt in de jaren tachtig. Het is moeilijk de vinger achter een meer precieze datering te krijgen, omdat de bussen niet van een jaartal zijn voorzien – zo nam ik altijd aan. De Collection de l’Art Brut in Lausanne bezit drie trolleybus-assemblages, waarvan er twee op hun website staan. Nummer drie, net als de andere twee eind jaren negentig aangeschaft via galerie Hamer, staat afgebeeld in de catalogus van de tentoonstelling Woest op bladzijde 82,

Woest, 3 oktober 2019: de drie trolleybus-assemblages van de Collection de l’Art Brut

De getoonde kant van de bus (WVG-6007; zie hier) blijkt zowel het jaartal 1989 als ’89 te bevatten. In 1989 bestond de trolleybus in Arnhem veertig jaar, wat ongetwijfeld gevierd zal zijn. Ik hoop nog steeds een keer te stuiten op een jubileumfilmpje o.i.d. waarbij ineens Willem van Genk in beeld verschijnt.

Trolleybus (detail)

***

De moeder van Willem van Genk, en dus ook en flink deel van zijn familie, kwam uit Naaldwijk. In mijn biografie De eenheid van het spinnenweb ga ik daarom kort in op haar genealogische achtergrond, de manier waarop Jozef van Genk haar mogelijk heeft ontmoet en de banden tussen de families Van Genk en Hoogstraten. In de jaren dertig verbleven enkele kinderen Van Genk, onder wie Willem, kortere of langere tijd bij hun ooms Jan en Arie Hoogstraten.

Misboek Willem van Genk, ‘bij adres: Hoogstraten, Heerenstraat 1 Naaldwijk’ (collectie Museum Dr. Guislain)

In het Historisch Jaarboek Westland 2025 staat een artikel van kunsthistoricus Martha Vollering over Willem van Genk en Naaldwijk.2 Helaas bevat het artikel weinig nieuws ten opzichte van mijn biografie, die ze weliswaar noemt als bron maar die ze ook hier en daar ook schaamteloos citeert, zonder de citaten als zodanig te markeren.3 Vollering vermeldt dat vier van de broers en zussen van Maria Hoogstraten ‘Petrus, Hendrika, Johanna en Adrianus, “ter zake van krankzinnigheid” onder curatele [werden] gesteld’ in 1898. ‘Je zou kunnen stellen dat Willem van Genk behoorlijk erfelijk belast was, gezien deze ooms en tantes.’4

Met dat laatste ben ik het min of meer eens, al formuleer ik het in mijn biografie iets voorzichtiger (‘Wat mogelijk ook een rol speelde bij de psychische constitutie van Willem van Genk, was een erfelijke factor’).5 Wel opmerkelijk vond ik de mededeling als zouden in 1898 niet twee maar vier gezinsleden onder curatele zijn gesteld, terwijl maar van twee vermelding zou zijn gemaakt in de Nederlandsche Staatcourant (zie hier). Verzamelaar X toog naar het Historisch Archief Westland voor opheldering. Daar bleek dat het wel degelijk om slechts twee personen ging:

‘… onder curatele gesteld’ (archief Westland)

De accolades waren niet helemaal duidelijk, maar het leek toch echt om slechts twee personen te gaan, Petrus Adrianus en Johanna Maria. Wel hadden ook Adrianus/Arie en Adriana/Jaantje psychische problemen, maar zij werden niet al in 1898 onder curatele gesteld. Daarbij was Adriana toen pas 9 jaar oud.


NOTEN

  1. E-mail Yuki Sato aan Jack van der Weide, 19 november 2025. ↩︎
  2. Martha Vollering, “De bekende outsiderkunstenaar Willem van Genk en het Westland”, in: Historisch Jaarboek Westland 2025, pp. 53-67. ↩︎
  3. Een voorbeeld. In mijn biografie schrijf ik over de moeder van Willem van Genk: ‘Alleen haar grootvader Petrus Ferdinandus Hoogstraten, geboren in 1803 in Bloemendaal en chirurgijn annex vroedmeester van beroep, kwam niet uit de buurt. Hij trouwde in 1831 met Johanna Hekkers, geboren in 1801 in Naaldwijk. Johanna beviel in 1833 van een zoon, Jacobus Engelbertus Adolphus, en overleed – het beroep van haar man ten spijt – enkele weken later. Petrus Hoogstraten hertrouwde nog tweemaal en kreeg in totaal acht kinderen alvorens in 1844 zelf te sterven.’ (p. 19). Vollering: ‘Alleen haar grootvader Petrus Ferdinandus Hoogstraten, geboren in 1803 in Bloemendaal en chirurgijn en vroedmeester van beroep, kwam niet uit de buurt. Hij trouwde in 1831 met Johanna Hekkers, geboren 1801 in Naaldwijk. Johanna beviel in 1833 van een zoon, Jacobus, en overleed – het beroep van haar man ten spijt – enkele weken later. Petrus Hoogstraten hertrouwde nog tweemaal en kreeg in totaal acht kinderen alvorens in 1844 zelf te sterven.’ (p. 56) ↩︎
  4. Vollering, “De bekende outsiderkunstenaar Willem van Genk en het Westland”, p. 56. ↩︎
  5. Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 71. ↩︎

Veiling (3)

Internationale (detail)

Afgelopen weekend kwam er weer een werk van Willem van Genk ter veiling.1 En niet zomaar een werk: het betrof een collage die al jaren zoek was. In de aanloop naar de overzichtstentoonstelling Woest in 2019 was aanvankelijk geprobeerd om álle werken van Willem van Genk te tonen, voor zover bekend. Dat streven werd al snel losgelaten, enerzijds omdat niet alle bezitters hun werken in bruikleen wilden geven, anderzijds omdat er te veel werken waren waarvan de precieze verblijfplaats niet (meer) kon worden achterhaald.

Twee van die werken waren de collages Internationale en Glimpses of Asia, die in 1991 door galerie Hamer waren verkocht:

Via Monika Kinley uit Engeland komt het verzoek van een Japanse firma met een prestigieuze collectie outsiderkunst om een tweetal werken te mogen aankopen, die daarna in een expositie getoond zullen worden. Na verder overleg met Monika Kinley wordt besloten tot verkoop over te gaan van de werken Glimpses of Asia (97,5 x 180 cm) en Internationale (98 x 174,5 cm) voor de prijs van fl. 30.000 (ca. 14.000 euro) elk.2

De twee werken werden getoond tijdens de groepstentoonstelling Selection from the Collection bij de galerie van het modehuis Alpha Cubic in Tokio. Voor de tentoonstelling Woest werd tevergeefs geprobeerd om de twee werken weer op te sporen, nadat de eigenaar van Alpha Cubic was overleden.

Internationale | ca. 1967 | gemengde techniek op papier | 98 x 174,5 cm | particuliere collectie (?)

Wat schetst derhalve mijn verbazing toen ik op 17 oktober, ronddwalend op internet, een bericht zag van het Franse Artnet over een veiling in Japan waar Internationale onder de hamer zou komen. Het betrof het Japanse veilinghuis iART uit Tokio, dat in dit geval kennelijk niet wist wat men verkocht: de richtprijs was 100.000 tot 180.000 yen. Dat leek veel, maar de yen is een soort lire en het ging omgerekend om zo’n 560 tot 1000 euro. Internationale was kavel #004 van veiling no. 91, Contemporary Art × Hermès. Het dilemma was of ik dit alles aan de grote klok moest hangen en daarmee potentiële kopers waarschuwen, of dat ik mijn vondst moest stilhouden, met de kleine kans van het verwerven van een absurd goedkope Van Genk. Ik besloot tot het laatste.

Wie het nieuws uiteraard wél te horen kreeg, was verzamelaar X, die onmiddellijk veel belangstelling had.3 Ook stuurde ik een neutraal mailtje aan het veilinghuis, waarop ik een paar dagen later al antwoord kreeg van een medewerker van iART, Yuki Sato: ‘If you have any lots you would like to bid, please let me know. I can send you some additional images. Best Regards, Yuki’. Uiteraard antwoordde ik dat ik met name geïnteresseerd was in kavel #004 en dat ik heel erg graag nadere foto’s wilde ontvangen. Een dag later stuurde Yuki-san me maar liefst drieënzestig foto’s, grotendeels met details van het werk.4

Zoals ik eerder schreef, is Internationale een collage die Japan tot onderwerp heeft en waarbij de verschillende tekeningen opvallend recht in het werk zijn geplaatst. De middelste afbeelding bevat onder meer een atoomwolk met het woord HIROSHIMA en lijkt geïnspireerd door het Japan-boek uit het interview met Bibeb, waarin ‘Japanse kersebloesem, vogels, enz. worden gesteld tegenover mannen met zwaarden die hoofden afhakken, tanks, martelingen en de atoombom.’5 De tekening links van het midden laat de serene kant van Japan zien, met een landschap met pagodes, bomen en een gele zon. Een rode zon is het middelpunt van een clustertje afbeeldingen daaronder, dat eveneens bestaat uit meer verstilde afbeeldingen. Die vormen een contrast met de grote tekening daarnaast van een 1 mei-optocht, met vele borden en spandoeken met Japanse karakters en als onderschrift in cyrillisch schrift ИНТЕРНАЧИОНАЛ.

Internationale (detail)

De foto’s van iART waren aanmerkelijk gedetailleerder dan de foto’s die ik al van het werk bezat. Zo was nu de ondertekening in de rechter benedenhoek goed leesbaar, wat interessante informatie opleverde. Te zien was dat Van Genk de collage 1 Mei optocht in Tokio had genoemd,6 dat hij de datering 1967 had gebruikt en dat hij, zoals zo vaak in deze periode, een samenwerkingsverband met Pieter Brattinga suggereerde. Brattinga had een eigen logo gekregen, BRATT (met daaronder USA) en het werk was het product van BRAGHA studio, met WFAM van GENK als ontwerper.

Tussendoor was ook een soort reclameboodschap aangebracht: Voor Japans speelgoed Pieter Brattinga & Co Prinsengracht Amsterdam. Dit was een verwijzing naar de tentoonstelling Japans speelgoed die Brattinga (woonachtig aan de Prinsengracht in Amsterdam) georganiseerd had als kantinetentoonstelling bij Steendrukkerij De Jong & Co. in Hilversum en die daar te zien was 7 juli tot 31 augustus 1962. Van Genks eigen kantinetentoonstelling in Hilversum dateerde van begin 1964, maar kennelijk was hij ook van eerdere activiteiten van Brattinga op de hoogte.

Japans speelgoed bij Steendrukkerij De Jong & Co.

Ook viel uit de foto’s van iART onder meer op te maken dat er latere toevoegingen waren in rode en gele verf, de signature kleuren van Van Genk vanaf eind jaren zestig. Dit was met name te zien in het woord ИНТЕРНАЧИОНАЛ, maar ook in toevoegingen als USRR, TOKIO ’64, NED. OOST INDIË ONDER DE JAPANSCHE HIEL, THE LONDON ZOO, CHINA PICTORIAL en PEKING REVIEW. Meer in het algemeen bleek het werk in met name de teksten een aantal verwijzingen naar China te bevatten. Aan de rechterkant was een gekantelde strook aangebracht met in grote rode en gele letters CHINA RECONSTRUCS ……, met daaronder een lijst van tentoonstellingen over China en Japan in Nederlandse musea.

De foto’s boden verder een duidelijk blik op alle vouwtjes en scheurtjes van de collage, maar ook op de tientallen prachtige tekeningen waaruit Internationale was opgebouwd. Er waren mensenmassa’s (al dan niet met 1 mei-vlaggen), bussen, treinen, vliegtuigen, een kiosk met een boek over ZEPPELIN LINIEN, een station, een reclame voor BAYER, teksten in spiegelschrift (SCHOOLBUS, gezien via de binnenkant van een voorruit), gebladerte met een spinnenweb, een kabelbaan, een zieke man, soldaten, industrie, een raket, hoogspanningskabels, tanks, schepen – allerlei bekende en herkenbare beeldmotieven die in verband met Japan werden gebracht.

Website iART, 15 november 2025

Op zaterdag 15 november om 12:00 uur JST was het zover. JST staat voor ‘Japan Standard Time’ en eerder had ik uitgerekend dat het in Tokio zeven uur later was dan hier. Waar ik helaas geen rekening mee had gehouden, was het einde van de zomertijd. Toen verzamelaar X en ik ieder in onze eigen woonplaats inlogden op het live bidding system van iART, was het Van Genk-kavel al aan de beurt geweest. Opbrengst: 13.500.000 yen, zo’n 75.000 euro. Kennelijk hadden toch ook enkele grotere bieders lucht van de veiling gekregen, zij het niet in een mate als in september in Parijs – toen verwisselde een stadgezicht van Van Genk van eigenaar voor meer dan 200.000 euro. En zelfs inclusief veiling-, verzekerings- en vervoerskosten kwam deze daarbij niet in de buurt.

Internationale dook dus na meer dan drie decennia weer even op, om na een paar weken opnieuw te verdwijnen. Misschien verschijnt het werk binnenkort in een museum of op de Outsider Art Fair, maar de kans daarop acht ik klein. Gelukkig hebben we de foto’s nog.


NOTEN

  1. Eerdere schreef ik over veilingen met werk van Van Genk in april 2024 (hier), juni 2025 (hier) en september 2025 (hier en hier). ↩︎
  2. Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, pp. 67-69. ↩︎
  3. Iets later lichtte ik ook de voormalige consigliere van Nico van der Endt in – over wie (Van der Endt) een interessant In Memoriam verscheen in Raw Vision #123. ↩︎
  4. Over Glimpses of Asia had het veilinghuis helaas geen nadere informatie: ‘The designer and the founder of Alpha Cubic,  Ryozo Shibata, has passed away already, and the company has also been closed. Now a company called Cross Plus succeeds the brand “Alpha Cubic”, but I don’t think they know about the work since they just bought the brand name.’ (E-mail van Yuki Sato aan Jack van der Weide, 22 oktober 2025.) ↩︎
  5. Bibeb, “Ik ben een stuk grijs pakpapier”, p. 123. ↩︎
  6. De titel “Internationale” wordt voor het eerst gebruikt in de catalogus bij de tentoonstelling Willem van Genk bij galerie De Ark in Boxtel (1976). ↩︎

Ronson, veiling, restauratie

Veilinghuis PIASA aan de Rue du Faubourg Saint-Honoré 118 in Parijs, 23 september 2025, met rechts de twee werken van Van Genk

De veiling, Art Brut & Cie – Antoine de Galbert Collection, eerder hier aangekondigd, vond afgelopen woensdag 24 september plaats. Verzamelaar X was speciaal voor de veiling afgereisd naar Parijs, zelf wilde ik het gebeuren online gaan volgen. Dat bleek op het moment suprême buiten de waard gerekend, of liever, buiten de instantie die mijn gegevens moest valideren en daar weinig haast mee had. Gelukkig waren daar verzamelaar X en WhatsApp.

Kavel 174, de tekening Panorama Moskou, kwam rond 20:00 uur aan de beurt. Het bieden begon op € 120.000 en stopte bij € 155.000. Samen met de veilingkosten leverde dat uiteindelijk een koopsom van € 203.360 op. Kavel 175, een trolleybus, begon met een startprijs van € 22.000, stopte bij € 42.000 en leverde samen met de veilingkosten een koopsom van € 55.104 op.1 Bij de trolleybus werd meegeboden vanuit de (halflege) zaal, het bieden bij Panorama Moskou ging volledig online.

Art Brut & Cie – Antoine de Galbert, 24 september 2025

Belangstellenden konden van de kavels van hun keuze een conditierapport opvragen. Dit bevatte in het geval van de werken van Van Genk niet heel veel meer informatie dan al op de website te vinden was. Bij Panorama Moskou werd vermeld dat het werk gerestaureerd was ‘in 2002 following multiple signs of wear, holes, and creases in the paper. It was reinforced with a Japanese paper lining’ (daarover dadelijk meer). De trolleybus was in een ‘Good overall condition’, maar ‘The artwork is dusty’ en er was sprake van ‘Oxidation of the adhesive’. Dat laatste, oxidatie van de lijm, was niet echt een verrassing, aangezien Van Genk werkte met de lijm die voorhanden was (meestal Bison kit). Meer in het algemeen vormen de bus-assemblages van Willem van Genk een uitdaging voor restaurateurs en zullen ze mogelijk, indien niet goed behandeld, over enkel tientallen jaren uit elkaar vallen.

***

Nog maar een keer Ronson. Eerder (hier en hier) maakte ik melding van buizen met het woord RONSONSERVICE, te zien op de werken Zelfportret – Zwakzinnigennazorg (WVG-0096), Zelfportret in De Ark (WVG-0081) en Paranăsky Kultur (WVG-0078). Er leek een verband te zijn met het aanstekermerk Ronson, dat inderdaad ook een servicepakket op de markt had gebracht, bedoeld voor het bijvullen en/of onderhouden van de aansteker. Daar stopte de connectie, omdat de door Van Genk afgebeelde buizen in niets leken op de elementen uit een dergelijk servicepakket, noch op een Ronson-aansteker. Op Marktplaats verscheen echter een aansteker die er op leek:

Links: advertentie Marktplaats, rechts: Zelfportret – Zwakzinnigennazorg (detail)

Het afgebeelde voorwerp is beduidend kleiner dan de door Van Genk afgebeelde buizen, het woord RONSONSERVICE ontbreekt, maar het is in ieder geval een begin.

***

Een interessante bijvangst van de veiling in Parijs: het (Franstalige) rapport van papierrestaurateur Caroline Marchal die in 2002 in opdracht van Nico van der Endt Panorama Moskou onder handen had genomen. Over de ondergrond van het werk: ‘Wit velijnpapier, licht gelijmd; machinaal vervaardigd. Het geheel bestaat uit 6 vellen van verschillende afmetingen, die op onregelmatige wijze aan elkaar zijn geplakt. Rondom is een strook papier (ongeveer 2 cm breed) geplakt. Deze is voorzien van kaders in zwarte en rode inkt. Aan de bovenkant bevindt zich de handgeschreven titelbalk (breedte 61 cm), uitgevoerd in zwarte en rode inkt: “??, Kremlin, Moskou, Panorama”.2 Over de techniek: ‘Gemengd: zwarte Chinese inkt, rode inkt, gouache (wit, geel, blauw, zwart), kleurpotloden (groen, wit), voorbereidende schetslijnen in grafietpotlood.’

Panorama Moskou vóór de restauratie (rapport Caroline Marchal)

Hoe was het gesteld met het werk? ‘De tekening is volledig op een wit katoenen doek geplakt. Het geheel is sterk gegolfd. Oude vouwlijnen (horizontaal en verticaal) vertonen materiaalverlies en een aanzienlijke mechanische zwakte.’ Daarbij was er sprake van ‘talrijke scheuren, ontbrekende stukken (sommige gerepareerd) en gebieden waar het papier is gescheurd’ en ‘zeer talrijke kreukels, met name in de lucht.’ Het op doek plakken van de tekening was gebeurd voor de tentoonstelling bij Steendrukkerij De Jong & Co. in Hilversum.3

Verder: ‘Bij het verwijderen van het doek bleek dat het werk eerder plaatselijk was gerepareerd, met name ter hoogte van de plooien, met behulp van stukjes bruin papier. De meeste van deze papiertjes zijn tijdens de behandeling bewaard gebleven omdat ze mogelijk door de kunstenaar zelf waren geplakt en omdat ze te kwetsbare zones vertoonden. De tekening werd ook gerepareerd met behulp van wit thermisch hechtend papier, dat over het hele oppervlak aan de achterkant werd aangebracht. Een groot deel van de eerder beschreven beschadigingen (verfrommelde vouwen, zwakke plekken en enkele scheuren) is het gevolg van deze dubbele laag.’

Verder waren er ‘talrijke sporen van rode inkt die op de rand is afgeven: rood crêpepapier dat op de achterkant van het werk is geplakt en afkomstig is van een oude montage’ en was er sprake van ‘lichte oppervlakkige vervuiling’, van ‘talrijke oppervlakkige slijtageplekken op de tekening, met name in de lucht’, van ‘ontbrekende delen als gevolg van materiaalverlies van de drager’, waren er ‘grote delen met overlopende retouches’ en was er ‘waarschijnlijk verspreiding van witte gouache in het bovenste gedeelte, mogelijk veroorzaakt door water.’

Veel van de genoemde zaken leken het gevolg te zijn van de roerige geschiedenis van het werk, dat jarenlang heen en weer was gesleept door Van Genk van zijn AVO-pension naar de woning van Willy in de Harmelenstraat, dat in 1964 was geprepareerd om tentoongesteld te worden in Hilversum en dat later mogelijk in Duitsland door Alfred Schmela en/of de nieuwe eigenaar Werner Butter was gerestaureerd. Mogelijk zal ook Van Genk zelf op enig moment hebben geprobeerd om verval van het werk tegen te gaan (de stukjes bruin papier).

Detail Panorama Moskou vóór de restauratie (rapport Caroline Marchal)

Marchal somt vervolgens op wat ze heeft gedaan:

  • droog reinigen van het oppervlak (schuren)
  • droog verwijderen van het doek
  • lokale versteviging van de zwakste zones op de achterkant met Japans papier (6 g/m²) en zetmeellijm
  • versterking van het hele oppervlak aan de achterkant met vierkantjes (10 x 10 cm) Japans papier (6 g/m²) en zetmeellijm
  • definitieve versteviging met Japans papier (15 g/m²) en zetmeellijm
  • vlak maken door middel van spanning
  • montage op het frame dat is geprepareerd met karton en permanent papier
  • retoucheren (aquarel)

Daarna kon het werk er weer tegen, kon Nico van der Endt het verkopen aan Ritsch-Fisch etc.


NOTEN

  1. Zie de website van het veilinghuis voor de behaalde reultaten. ↩︎
  2. Op de bovenrand van het werk staat СИЛУЗТ КРеМЛЯ МОСКВа ПаНОРаМа. Met СИЛУЗТ was waarschijnlijk СИЛУЭТ, ‘silhouet’ bedoeld. ↩︎
  3. ‘De heer De Hartog, die veel moeite heeft gehad met opplakken van de tekeningen op linnen, het inlijsten enz. […]’ (Bibeb, “Ik ben een grijs stuk pakpapier”, p. 122). ↩︎

Veiling, Schniewind, Harreveld

Panorama Moskou (detail)

En weer een veiling met werk van Willem van Genk. Dit keer zijn het geen etsen die onder de hamer komen, maar een trolleybus en een tekening. De veiling, Art Brut & Compagnie – Antoine de Galbert Collection, vindt plaats op woensdag 24 september bij veilinghuis PIASA aan de Rue du Faubourg Saint-Honoré 118 in Parijs. Zoals de naam al doet vermoeden, betreft het een veiling van (zo’n tweehonderd) werken uit de collectie van verzamelaar Antoine de Galbert.1

Kavel 175 betreft een trolleybus van Van Genk die ook te zien was tijdens de tentoonstelling Woest en die in mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” de aanduiding WVG-6028 kreeg. Het gaat om een onvoltooide bus (zonder wielen) met de basis van de trolleycake-doos nog zeer duidelijk herkenbaar. De website vaan PIASA geeft als datering 1990, in de catalogus van de veiling staat over Van Genk dat ‘En 1988, il oriente sa production vers la fabrication de maquettes d’autobus’ – opvallend exacte jaartallen. Het gaat om een Arnhemse trolleybus, met de bekende reclames Ratelband Hap-Hoek en Patisserie-Bonbonnerie Léon langs de dakranden. De voorgedrukte lijn en bestemming 2 GEITENKAMP is nog steeds leesbaar op de voorkant, al lijkt Van Genk bezig te zijn geweest dit te veranderen in lijn 9 vanaf ARNH station via de looyerstraat naar de laar (west).

De trolleybus van Antoine de Galbert tijdens Woest

Kavel 174 betreft de tekening Panorama Moskou die eveneens te zien was tijdens de tentoonstelling Woest en die in mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” de aanduiding WVG-0016 kreeg. De tekening was voor het eerst te zien in 1964 tijdens de tentoonstelling Willem van Genk’s fantastische werkelijkheid, bij Steendrukkerij De Jong & Co. in Hilversum, met als vraagprijs hfl. 10.000. Later dat jaar maakte zij deel uit van de tentoonstelling Van Genk’s phantastische Wirklichkeit bij Galerie Schmela in Düsseldorf, met als vraagprijs DM 5.000. Pieter Brattinga beweerde in 1973 dat hij het werk dat jaar had verkocht, maar hoogstwaarschijnlijk was dat al eerder gebeurd door Schmela. De koper was copywriter Werner Butter, die het werk in 2001 doorverkocht aan Nico van der Endt. Deze toonde het werk in 2002 in zijn galerie Hamer tijdens de expositie willem van genk en sieben wiemer glastra en verkocht het voor € 60.000 aan de Franse galeriehouder Ritsch-Fisch. Die verkocht het op zijn beurt rond 2010 aan Antoine de Galbert.

Panorama Moskou tijdens Woest

De trolleybus heeft als richtprijs € 30 000 / 40 000. Dit lijkt mij aan hoge kant, voor een bepaald niet vlekkeloze bus. Panorama Moskou heeft als richtprijs € 150 000 / 200 000, en dit lijkt me juist aan de lage kant. Er is niet heel veel vergelijkingsmateriaal (werken van Van Genk komen zelden ter veiling), dus de daadwerkelijke opbrengst gaat belangrijk zijn voor de komende jaren. Er komen veel klinkende namen uit de wereld van de Art Brut en de outsider art voorbij in de Parijse catalogus, waarbij slechts twee werken (van Henry Darger en Louis Souter) hoger zijn getaxeerd dan Panorama Moskou.

Panorama Moskou tijdens Willem van Genk’s fantastische werkelijkheid (1964)

***

Eind april 1939 verhuisde Willem van Genk naar het internaat Huize Alexander (“het Jongenshuis”) in het Gelderse Harreveld. Afgaande op twee vermeldingen in De Graafschapsbode verbleef hij daar ongeveer een jaar – het archief van het internaat zou bij een brand zijn vernietigd. Dat bleek niet het geval te zijn, op de website van het Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven zag ik dat het archief van Harreveld werd en wordt beheerd door de Broeders van Amsterdam in Voorhout. Daar bleek men ook de persoonskaart van Willem van Genk te bezitten:

Persoonskaart Willem van Genk, Harreveld 1929

Archivaris Loes Hermans wist mij te vertellen dat “Huis No …” een interne nummering van het aantal plaatsen in het internaat was: ‘Het huis had ongeveer 200 plaatsen. Een nieuwkomer kreeg een opengevallen nummer. In het internaat waren acht afdelingen met verblijfszalen oplopend naar leeftijdsgroep. Afdeling C was voor de jongste jongens die naar school gingen. Daarna schoof je steeds een afdeling verder. In Afdeling E zaten jongens tot 19 jaar.’ De Sint Vincentius Vereniging, waaronder het internaat viel, had verspreid door het land Commissies van Kinderverpleging en Kinderbescherming opgericht. ‘Deze commissies namen de voogdij op zich van verwaarloosde jeugd. “Commissie Den Haag” betekent dat Willem van Genk door de Commissie Kinderbescherming uit Den Haag op Harreveld is geplaatst.’

De persoonskaart vermeldt dat Willem van Genk op 12 juli 1939 werd “afgehaald”. Loes Hermans: ‘Deze formulering ben ik op de andere kaarten niet tegengekomen en het is onduidelijk wat dit inhoudt. Op de kaart staat ook niet aangegeven dat hij tot juli 1940 is gebleven. Misschien is deze aanvulling later vergeten op de kaart te zetten. Heel jammer, want dan had er op de kaart bij Handwerk waarschijnlijk wel een vakrichting gestaan. Nu is dat nergens meer te achterhalen, omdat er geen verdere persoonlijke  gegevens in het archief zijn bewaard.’2 Er is derhalve ruimte voor twijfel, maar het meest waarschijnlijke is dat Willem van Genk niet een jaar maar slechts enkele maanden in Harreveld verbleef. Een week na zijn terugkeer verhuisde Jozef van Genk met zijn gezin naar Den Haag.

***

Nogmaals terug naar Düsseldorf. Een paar weken geleden schreef ik dat “Frau Schniewind”, die in 1964 bij galerie Schmela een werk van Van Genk had gekocht, in werkelijkheid Annelies von Ribbentrop was, de weduwe van nazikopstuk Joachim von Ribbentrop. Echter, Annelies von Ribbentrop had een zuster die wérkelijk “Frau Schniewind” heette en die een bekend kunstverzamelaar was. Deze Franziska of Fänn Schniewind (1898–1980) was de tweede vrouw van zijdefabrikant Willy Schniewind (1890-1978) die veel contacten had in de wereld van de moderne kunst en zelfs meerder malen werd afgebeeld, onder andere door Max Beckmann. ‘Die umfangreiche Kunstsammlung der Schniewinds umfasst Werke der Klassischen Moderne und abstrakten Nachkriegskunst u.a. von Ernst Ludwig Kirchner, Georges Braque, Oskar Schlemmer,  Günther Uecker und Gerhard Richter. Als eine der ersten deutschen Sammlungen kauften die Schniewinds in den 1960er Jahren Werke der US-amerikanischen Pop-Art.’3

Otto Dix, Doppelbildnis Schniewind | 1956 | olieverf op doek | 160 x 90 cm

Het ligt dus veel meer voor de hand dat het Fänn Schniewind was die bij Schmela een werk van Willem van Genk kocht, en niet Annelies von Ribbentrop. Toch spreekt Charlotte Zander in haar fax aan Nico van der Endt over ‘Ihre Tochter Ursula, die heute als Madame Painvin in Paris lebt’, wat zonder enige twijfel op Annelies en niet op Fänn betrekking heeft. Ook Van Genk zelf heeft het over ‘De weduwe van Von Ribbentrop’ die werk van hem heeft gekocht (‘afgetroggeld’). Wie de koper was bij Schmela, blijft daarmee onduidelijk.


NOTEN

  1. Zie de website van de veiling. ↩︎
  2. Loes Hermans aan Jack van der Weide, 3 april 2023. ↩︎
  3. Zie hier. ↩︎

Marjo, Ronson, Rijksmuseum

Moskou (detail)

In 2016 verwierf het Rijksmuseum Amsterdam de tekening Moskou van Willem van Genk. Het ging hierbij om een overdracht van beheer vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – de Rijksdienst Beeldende Kunst had het werk in 1989 aangekocht.1 De tekening kreeg een plaats in de opstelling van de twintigste eeuw, maar werd vanwege lichtgevoeligheid slechts beperkt tentoongesteld. Begin augustus stuurde ik een mail naar het Rijksmuseum met de vraag of Moskou te zien was. Helaas: ‘De tekening bevindt zich in ons depot, CollectieCentrum Nederland. Ik kan niet achterhalen of de tekening binnenkort in het museum komt te hangen. Voorlopig lijken er geen plannen daartoe te zijn.’2 Onder bepaalde voorwaarden was het echter mogelijk om de tekening in het depot te bekijken.

Twee weken later togen verzamelaar X en ik naar Amersfoort, waar het gebouw van CollectieCentrum Nederland zich bevindt – een imposant gebouw van 31.500 m2, in 2021 geopend en speciaal neergezet voor het Nederlands Openluchtmuseum, museum Paleis Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.3 Moskou was hier in goede handen, zo bleek ook tijdens de uitgebreide rondleiding door locatiemanager Wim Hoeben.

Wat onder meer opvalt bij het van dichtbij bekijken van een tekening als Moskou is de grote hoeveelheid tekst, op gebouwen, vervoermiddelen, richtingaanwijzers en wat al niet. Ook is goed te zien hoe de ondergrond bestaat uit verschillende, aan elkaar bevestigde stukken papier, die bovendien elk een iets andere tint hebben (of hebben gekregen). Daarnaast ontbreekt een signatuur, wat doet vermoeden dat de afbeelding is bijgesneden – al kan het zijn dat de tekening in eerste instantie niet bedoeld was voor andere ogen dan die van de kunstenaar zelf.

 Moskou in CollectieCentrum Nederland

***

In mijn vorige post schreef ik over de woorden REIZEN MARJO op de ets Siljaline uit 1967 (WVG-0064) en MARJO REIZEN, EXIT VERLEDEN tijd op de tekening Wodka Kasakoff uit 1990 (WVG-0101). Die laatste tekst bleek in ieder geval niets te maken hebben met Madeleintje Storio/Madeleine Stordiau, zoals Ans van Berkum suggereerde. Dick Walda kon mij desgevraagd geen opheldering verschaffen: ‘Helaas kan ik je niet helpen wat betreft “Marjo reizen”, heb Willem er nooit over gehoord, maar zou natuurlijk het reisbureau kunnen zijn waar hij zijn reisjes boekte.’4 Verzamelaar X beet zich echter vast in de materie en loste het raadsel op.

Aanvankelijk was er sprake van een “Sigarenmagazijn Marjo” aan de De La Reyweg 11 in Den Haag dat al eind jaren veertig fungeerde als verkooppunt voor reisbureau/busbedrijf Hotam, het vaste reisbureau van de familie Van Genk aan het Valkenbosplein. Op enig moment veranderde het sigarenmagazijn zélf in een reisbureau, op hetzelfde adres en onder dezelfde naam. Van Genk zal hier reizen hebben geboekt, onder andere de reis waarnaar Siljaline verwijst, en hij zal dusdanig aan Marjo verknocht zijn geraakt dat hij in 1990 het verdwijnen van het reisbureau nog vermeldt. Overigens overleed op 4 juli 1989 op 77-jarige leeftijd Reinder Dirk Groot, in wiens rouwadvertentie werd vermeld dat hij ‘voorheen eigenaar van Reisbureau Marjo’ was.5

Links: Wodka Kasakoff (detail), rechts: advertentie uit Het Vrije Volk, 5 mei 1962

***

In 1972 maakte Willem van Genk een schilderij dat van galeriehouder Dick Heesen de naam Paranasky Culture kreeg (WVG-0078). Zelf gaf hij het werk de titel The Paranăsky Kultur Kollage ’72. Elders op het werk staat ook nog Paranăsky Supersmi[le], weer met die breve boven de derde a. In 1980 behoorde het tot de eerste twee werken die Nico van der Endt verkocht aan de Collection de l’Art Brut in Lausanne, voor hfl. 3.000 elk. Door een druk- of typefout kreeg het werk binnen die collectie de naam Parnasky Culture. In haar tekst voor de catalogus bij de tentoonstelling Woest gebruikt Sarah Lombardi, directeur van de Collection de l’Art Brut, de tussenvorm Paranasky Kultur, een naam die ik zal aanhouden, zij het mét de breve.6

Wat is de betekenis van het woord ‘Paranăsky’? Op internet is het niet te vinden en dus weet ook ChatGPT geen antwoord. Wel kwam hij/zij met enkele mogelijke interpretaties, onder andere dat het om een Slavisch klinkende achternaam zou kunnen gaan (‘Het achtervoegsel -sky of -ski komt vaak voor in Slavische namen, al is “Paran” geen bekend basiswoord’). Daarbij is onduidelijk of de laatste lettergreep -sky misschien moet worden uitgesproken als het Engelse sky (lucht, hemel). De breve op de a komt eigenlijk alleen voor in het Roemeens, waar het wordt het gebruikt voor de klinker sjwa (ə), zoals in măr (appel).

Paranăsky Kultur (details)

Op het rechter deel van Paranăsky Kultur is linksboven een scène afgebeeld in een achthoekig tondo, die in zekere mate autobiografisch lijkt te zijn. We zien een wand met drie deuren en vier personen, een vrouw en drie mannen. De vrouw loopt naar binnen bij de linker deur van kamer 14, waarop onder meer SINGLE ROOM en EINZEL ZIMMER en FIRST CLASS staat. Boven haar hoofd staat de richting aangegeven naar een BOUTIQUE DE SEX en een SALOON for LADIES genaamd MAISON AMERICAIN. De twee mannen in het midden kijken naar haar en hebben een sleutel voor kamer 13, een DOUBLE ROOM dan wel DREI BETT ZIMMER die 75 $ DAY kost. De man rechts opent of sluit de derde deur, kennelijk die van een damestoilet (LAVATORY en WOMAN staat op de deur).

Met de tweede persoon van links, de man met het blauwe jasje en de bril, lijkt Van Genk zichzelf te hebben afgebeeld. Hij heeft een tas in zijn hand met daarop EL-AL; kennelijk heeft hij met deze Israëlische maatschappij gevlogen. De man naast hem gaat duidelijk dezelfde kamer in (hij heeft de sleutel) en heeft met zijn baard en pijp veel weg van de schilder die onder meer te zien is op Madrid (WVG-0033) en Engelenburcht (WVG-0085; zie hier en hier) en die kan worden geïdentificeerd als Pierre Stordiau – Van Genk en Stordiau waren ook al samen te zien op Collage 2000 Beljon Inc.7 De man rechts heeft boven zijn hoofd een tekstwolkje met het woord STÜMPERT. Onduidelijk is of hij dit denkt over een van de anderen of dat dit op hemzelf slaat.

Paranăsky Kultur (detail)

Het is een tafereel waarover veel te zeggen en te hypothetiseren valt. Waar het mij met name om gaat is de drie buizen/reclames/apparaten aan de muur links naast de deuren, steeds met het woord RONSONSERVICE. Eerder signaleerde ik al vergelijkbare beeldelementen op Zelfportret – Zwakzinnigennazorg (WVG-0096) en Zelfportret in De Ark (WVG-0081) en vroeg ik me af wat hier wordt afgebeeld. Helaas biedt ook Paranăsky Kultur geen verklaring. Mocht iemand een idee hebben, over Paranăsky of over RONSONSERVICE, dan zou ik dat graag horen!


NOTEN

  1. ‘In 1989 meldde zich de Rijksdienst Beeldende Kunst bij Van der Endt voor aankopen ten behoeve van de Collectie Nederland. Er werden twee werken aangeschaft, de laatste grote Mockba en Orkest van Coburg.’ Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 223. ↩︎
  2. Annepiet Nouwen aan Jack van der Weide, 5 augustus 2025. ↩︎
  3. Het gebouw bevat naast depotruimtes twee restauratieateliers, een röntgenkamer, een fotostudio, een projectruimte, een ruimte voor houtbewerking en een emballageruimte. Zie de website. ↩︎
  4. Dick Walda aan Jack van der Weide, 30 augustus 2025. ↩︎
  5. De Telegraaf, 6 juli 1989. ↩︎
  6. Sarah Lombardi, “Willem van Genk en de Collection de l’Art Brut: Een verhaal van ontmoetingen”, in: Hans Looijen e.a., Woest, pp. 29-31. Ook verderop in Woest wordt de titel Paranasky Kultur gehanteerd (p. 88). Op de website van de Collection de l’Art Brut heet het werk nog altijd Parnasky Culture. ↩︎
  7. Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 150 ↩︎

Wodka, voetbal, Düsseldorf

Wodka Kasakoff (detail)

Eind jaren tachtig was Willem van Genk gestopt met schilderen en stak hij vrijwel al zijn energie in zijn busassemblages en in het verzamelen en bewerken van raincoats. In de jaren negentig zou hij terugkeren naar het tekenen, met vierkleurenbalpen. Een van de weinige tweedimensionale werken die Van Genk rond 1990 maakte is te beschouwen als een aanzet tot dit werk. Het gaat om een tot voor kort titelloze tekening waarvoor hij kleurpotloden, viltstiften, vetkrijt, gouacheverf en een vierkleurenbalpen gebruikte (WVG-0101). In mijn biografie van Van Genk heb ik het werk ook om praktische redenen een naam gegeven: Wodka Kasakoff. Galeriehouder Nico van der Endt hechtte weinig waarde aan de tekening, die hij vooral als een wat chaotische schets beschouwde. Het betreft een schijnbaar weinig gestructureerde voorstelling waarin motieven uit zijn eerdere werk en persoonlijke obsessies over elkaar heen buitelen: ‘Een signatuur ontbreekt maar in figuurlijke zin is Wodka Kasakoff één grote handtekening van Willem van Genk.’1

Er is in de tekening sprake van een drieluikcompositie, met links als centrale voorstelling het Kievstation in Moskou met een dubbele rij hoogspanningsmasten, in het midden een in het groen geklede vrouw met een tiara op het hoofd en een blonde vlecht, met voor haar een fles wodka van het (Poolse) merk Kasakoff, en rechts het silhouet van een eland. De centrale voorstellingen zijn overdekt en doorspekt met beelden en woorden, waarbij Berlijn, Arnhem en vooral Moskou een belangrijke rol spelen. Er zijn afbeeldingen van spinnen, treinen, trolleybussen, boten en vliegtuigen, van een zendmast, een lachende zon, het Kremlin en een zeppelin boven het Olympisch Stadion in Berlijn; en teksten als Matheus Engel, Intercoiffure Paris International, Ik financierde Hitler, Kölnisches Wasser, rai radio Vaticana, marjo reizen exit VERLEDEN tijd en Haarhuis.

In tegensteling tot Nico van der Endt was toenmalig directeur van museum De Stadshof Ans van Berkum uitermate geïnteresseerd in het werk. In de monografie Een getekende wereld uit 1998 wordt de tekening over twee pagina’s afgebeeld en gaat Van Berkum er in haar tekst uitgebreid op in. Op een nogal retorische manier stelt ze aan de hand van het werk allerlei vragen, die ze vervolgens zelf beantwoordt. Een van die vragen: ‘Marjo reizen exit verleden tijd, spreekt een zonnetje in het linkergedeelte. Zou hij op Marjoleintje doelen, de violiste die verhuisde naar Parijs?’2 De vraag is al zonder meer met “nee” te beantwoorden, omdat de persoon op wie zij doelt niet Marjoleintje maar Madeleintje heette, ‘Madeleintje Storio, een beeldschoon meisje, heel talentvol. Speelde prachtig viool. […] Ze vertrok naar Parijs’.3 Eerder gaf ik aan dat het hier ging om Madeleine Stordiau – die nooit viool had gespeeld of in Parijs had gewoond.

Een deel van de vraag van Van Berkum is te beantwoorden als we kijken naar de ets Siljaline (WVG-0064) uit 1967. Links onderaan heeft Van Genk zijn naam, zijn woonplaats en het jaartal toegevoegd plus de woorden REIZEN MARJO. Vermoedelijk was dit het reisbureau waarmee hij zijn reis over de Oostzee (en verder) had gemaakt en dat in 1990 niet meer bestond.

Siljaline (detail)

Dan Parijs. Van Berkum vervolgt haar mijmering over Marjoleintje: ‘Expo Parijs in Arnhem staat er op het Willemsplein geschreven’, als om haar hypothese over de naar Parijs verhuisde violiste te onderbouwen. Echter, in 1950 werd in Arnhem de nationale tentoonstelling “Mijlpaal 1950” gehouden in de parken Sonsbeek en Zypendaal, en bij die gelegenheid organiseerden de VVV en middenstand van de stad het evenement “Parijs in Arnhem”, waarbij de stad in Parijse sferen werd gehuld.4 Van Genk kwam in die tijd regelmatig in Arnhem om zijn stiefbroer Henk van der Wal te bezoeken. In Parijs was hij op dat moment nog nooit geweest.

***

Van Genk in 1997 tegen Dick Walda: ‘Er zijn natuurlijk in de loop der tijd veel schilderijen van mij verdwenen. Het liefst verkoop ik helemaal niks. Maar er zijn in het verleden mensen geweest, lieden kan ik ze beter noemen, die schilderijen van mij hebben afgetroggeld. De weduwe van Von Ribbentrop en Arthur Smelage, noem maar op. Ik ben geen zakenman, ik kan er niks van. Hij heeft het grote Kiev-station van Moskou van me. Ik kreeg er niks voor. Een scheet en twee knikkers, tel uit je winst. Je werkt voor een ander.’5

In juli 2000 werd de Stichting Willem van Genk opgericht om het werk dat nog in bezit was van de kunstenaar voor verdere verspreiding te behoeden. Voorzitter werd Ans van Berkum, secretaris Nico van der Endt, penningmeester Van Genks curator An Remmerswaal. Tien maanden later trok Van der Endt zich na een aantal conflicten terug uit de nieuw opgerichte stichting en ging hij, met informatie die hem was verstrekt door Charlotte Zander, naar Duitsland om de in de jaren zestig door galeriehouder Manfred Schmela verkochte werken op te sporen. Met succes: ‘Bij een verzamelaar in Düsseldorf bevinden zich twee tekeningen, een Panorama Moskou […] en een vroeg gezicht op het centraal station van Amsterdam […]. Een jaar later verwerf ik beide tekeningen, de grootste laat ik in Amsterdam restaureren. Een kleine tekening die ik bij een andere verzamelaar kon bezichtigen was niet te koop.’6

De oorspronkelijke vraag van Van der Endt aan Charlotte Zander was niet meer bewaard, haar fax met het antwoord wel. Zander vertelde dat zij op haar beurt contact had gelegd met dochter Ulrike Schmela, die vertelde dat er geen nota’s waren bewaard maar dat haar moeder zich drie kopers wist te herinneren: copywriter Werner Butter, fotograaf Lothar Wolleh en een dame genaamd Schniewind. Met Butter wist van der Endt contact te leggen en van hem kocht hij Panorama Moskou (WVG-0016) en Amsterdam (WVG-0014).7 Wie de andere verzamelaar was bij wie Van der Endt een werk kon bezichtigen, is onduidelijk. Was het een familielid van mevrouw Schniewind? Charlotte Zander in haar fax: ‘Die Geschichte ist hier folgende. Frau Schniewind war große Sammlerin und kaufte ein Bild von van Genk bei Schmela. Nach ihrem Tod, vor einigen Jahren, erbte (unter anderen) Ihre Tochter Ursula, die heute als Madame Painvin in Paris lebt. Vielleicht kann sie Auskunft über den Verbleibe des Bildes geben, vielleicht ist es sogar bei ihr.’8

Het ietwat cryptische verhaal van Zander wordt iets duidelijker met de informatie die in Duitsland publiek geheim was, namelijk dat achter de naam ‘Schniewind’ Annelies von Ribbentrop schuilging, de weduwe van nazikopstuk Joachim von Ribbentrop. Annelies von Ribbentrop was in 1973 overleden en was altijd de ideeën van haar man blijven aanhangen, evenals haar dochter Ursula. Ursula Painvin woont nog steeds in Parijs en onderhoudt nauwe contacten met de top van het Rassemblement National van Marine Le Pen. Dat Van der Endt bij haar op de koffie ging, is onwaarschijnlijk.

Joachim en Annelies von Ribbentrop met hun kinderen Adolf en Ursula

Bleef over Lothar Wolleh, die al in 1979 overleden was, over wie Ulrike Schmela geen nadere gegevens had en die voor Van der Endt daarmee een dood spoor moet zijn geweest. Ik legde contact met Wollehs zoon Oliver, die een website over zijn vader onderhoudt en die bereid was om nader in de zaak te duiken. Hij nam contact op met zijn zus, ik stuurde hem afbeeldingen van de verdwenen werken, maar helaas was er niets te vinden in de kennelijk omvangrijke kunstverzameling van de familie: ‘Ich habe alle unsere Listen überprüft, aber ich habe die von Ihnen gesuchten Werke nicht gefunden. Sie befinden sich nicht in unserer Sammlung. Weder ich noch meine Schwester haben diese Werke je gesehen.’9 

***

In 2024 schreef ik de volgende column ter gelegenheid van het EK voetbal:

De mensen vragen mij weleens: ‘Jack, had Willem Van Genk iets met voetbal?’ En dan zeg ik altijd nadrukkelijk en vol overtuiging: ‘Nee!’ (Voor degenen die dit niet weten en de afgelopen decennia onder een steen hebben geleefd: Willem van Genk, 1927-2005, Nederlands kunstenaar, behorend tot de allergrootsten van de twintigste eeuw. Volgens mij dan. Volgens Hugo Borst trouwens ook, en die heeft verstand van voetbal én kunst.)

Willem Van Genk had helemaal niks met sport en dus ook niet met voetbal. In zijn oeuvre van volgepakte tekeningen en collages zou het derhalve vergeefs zoeken zijn naar welke verwijzing dan ook. Dacht ik. Maar zie: mijn kompaan Jan V. uit Vlaardingen, bezitter van diverse prachtige Van Genks, kwam binnen drie kwartier op de proppen met een beeldfragment waarop duidelijk een stadion te zien is!

Het ging om een hoekje van de collage Moskou, met een tekening die Van Genk maakte vanuit het vliegtuig toen hij die stad in het midden van de jaren zestig bezocht. Jan dacht aanvankelijk dat het om het Leninstadion ging (waar Spartak Moskou z’n thuiswedstrijden afwerkte), maar het bleek uiteindelijk om het Dinamostadion aan de Leningradsky Prospekt te gaan (van stadsgenoten Dinamo Moskou).

Van Genk mocht dan niks met voetbal hebben gehad, hij had zeker iets met grote gebouwen. En voetbalstadions, dat zijn flinke jongens. Nu ik dit zo schrijf, realiseer ik me dat ik nóg een stadion in het werk van Willem van Genk weet. Maar dat bewaar ik voor een volgende keer. Dit stukje zal voor velen al slaapverwekkend genoeg zijn.10

Het stadion dat ik in de laatste alinea op het oog had, was het Olympisch stadion in Berlijn op Wodka Kasakoff. Maar er is binnen het oeuvre van Van Genk een nog veel duidelijk voetbalstadion, inclusief supporters en spelers:

50 jaar Sovjet-Unie (detail)

De afbeelding is te vinden op de collage 50 jaar Sovjet-Unie (WVG-0058), een tekening rechts van het midden. Opnieuw gaat het om het Dinamostadion, zo blijkt uit de cyrillische letters aan de rechterkant (ДИНАМО). Aan die kant klinkt ook de kreet ЛЕНИН! terwijl het silhouet van de staatsman links te zien is. SPORT, schrijft Van Genk in rode letters boven zijn hoofd, maar wel met zes twijfelende puntjes erachter.


NOTEN

  1. Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 225. ↩︎
  2. Van Berkum e.a., Een getekende wereld, p. 46. Wodka Kasakoff staat afgebeeld op pp. 40-41. ↩︎
  3. Walda, Koning der stations, p. 38. ↩︎
  4. Voor een impressie, zie hier. ↩︎
  5. Walda, Koning der stations, p. 28. ↩︎
  6. Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 125. ↩︎
  7. ‘Ich besitze zwei Bilder von Willem van Genk: Ein Panorama von Moskau und eine Ansicht von Amsterdam. Selbstverständlich können Sie sich die Bilder ansehen und auch fotografieren. Ich bin noch bis Mitte Dezember in Düsseldorf zu erreichen, dann fahre ich nach Mallorca.’ Werner Butter aan Nico van der Endt, 13 november 2000 (archief Nico van der Endt). ↩︎
  8. Charlotte Zander aan Nico van der Endt, 14 januari 2000 (archief Nico van der Endt). ↩︎
  9. E-mail van Oliver Wolleh aan Jack van der Weide, 11 juli 2025. ↩︎
  10. Poolbode 2024-3, 29 juni 2024. ↩︎

Ditjes & datjes (2)

Zelfportret in De Ark (detail)

Eerder schreef ik over Zelfportret in De Ark (WVG-0081) dat Antwerpen/Anvers diverse malen in het werk terugkeert en dat het daarbij gaat om een locatie die al vanaf de vroegste tekeningen een rol speelt in het werk van Van Genk. Van belang is in dat verband dat zijn zuster Nora na de oorlog een aantal jaren woonde en werkte in de Belgische stad, waar ze een eigen studio voor portretfotografie had opgezet.1 Het meest Antwerpse deel van het zelfportret is te vinden in de middelste stroken van het rechterdeel te vinden (zie hierboven). In de bovenste van de twee stroken is een aantal mensen een tentoonstelling aan het bekijken die ook bij naam wordt genoemd: wereld v/d sience fiction, met de toevoeging Anvers.

Inderdaad was er in 1972 in Antwerpen een tentoonstelling genaamd ‘De wereld van de science fiction’, te zien bij het Internationaal Cultureel Centrum aan de Meir 50 van 5 februari tot en met 12 maart. De bezoekers op Zelfportret in De Ark bekijken een aantal informatiepanelen, waarop het onder meer gaat over La pensées de Jules Verne en waarop een SCHEMA te zien is van de KANAAL TUNNEL tussen DOVER en CALAIS. Ook wordt er melding gemaakt van LE PROJET URRS FEODOR ASBERY, met daarbij een afbeelding van een zeppelin. Bij de naam ‘Asbery’ denkt de liefhebber van het werk van Willem van Genk onmiddellijk aan de werken Het project Asbery – Moskou (Project Asbery I) en Het project Asbery – Havanna (Project Asbery II), respectievelijk WVG-0068 en WVG-0067. Feodor Asbery bleek genoemd te worden in het boek Alles over Russische vliegtuigen (1968) van Hugo Hooftman, als bedenker van een enorme Russische zeppelin – die er nooit kwam (zie hier).

Er was dus een externe bron voor de naam/het woord Asbery (Hooftman), waarmee het niet onmogelijk was te denken dat zijn zeppelinproject ook genoemd was in de Antwerpse science fiction-tentoonstelling. Er bleek een catalogus van de tentoonstelling te zijn, die de voormalige consigliere van Nico van der Endt zo vriendelijk was in Antwerpen te raadplegen; daarin geen spoor van Feodor Asbery. ChatGPT kende de naam evenmin: ‘Er blijkt geen algemeen bekende, levende persoon te zijn onder de naam “Feodor Asbery” – in plaats daarvan komt hij naar voren als een fictieve of historisch gelinkte ontwerper van een kolossaal atoomluchtschip in literaire en artistieke context’, waarna een samenvatting van mijn eigen blogpost volgt. ‘Kortom, “Feodor Asbery” is geen historisch bekende luchtvaartingenieur, maar een bron uit journalistieke fantasie over geavanceerde Sovjet‑luchtvaart, die Van Genk als artistieke inspiratie gebruikte.’2

Tentoonstellingsaffiche

Een van de informatiepanelen die Van Genk afbeeldt, heeft als koptekst POP ART NOW. Daaronder staan drie buisvormige voorwerpen met op elk het woord RONSON, met daaronder een half leesbaar woord dat begint met SERV.3 De voorwerpen komen bekend voor en zijn duidelijker afgebeeld op Zelfportret – Zwakzinnigennazorg (WVG-0096), waar ook de tekst beter leesbaar is: RONSONSERVICE.

Links: Zelfportret – Zwakzinnigennazorg (detail), rechts: Zelfportret in De Ark (detail)

Wat is dit? Er lijkt een verband te zijn met het aanstekermerk Ronson, dat inderdaad ook een servicepakket op de markt had gebracht, bedoeld voor het bijvullen en/of onderhouden van de aansteker. Daar stopt de connectie, de door Van Genk afgebeelde buizen lijken in niets op de elementen uit een dergelijk servicepakket, noch op een Ronson-aansteker. Mogelijk biedt de tekst POP ART NOW een verklaring: binnen de popart was het niet ongebruikelijk om gebruiksvoorwerpen uit het dagelijks leven af te beelden, soms in opgeblazen vorm – denk aan het werk van Claes Oldenburg. Blijft de vraag om welk voorwerp het gaat en ook waarom de niet-roker Van Genk juist voor Ronson kiest. Heeft het te maken met zijn zuster Jacqueline, kettingrookster? Op de collage Brooklyn Bridge (WVG-0050) zweven twee kaasmolentjes rond; eveneens een poging tot popart?

***

Op zaterdag 29 november 1997 werd bij Galerie Hamer in Amsterdam het boek Koning der stations van Dick Walda gepresenteerd, in aanwezigheid van onder anderen de kunstenaar zelf en diens zuster Tiny. Twee weken eerder had Dick Walda aan Nico van der Endt geschreven: ‘Beste Nico, nog even over de presentatie op de 29ste november. Het lijkt mij aardig, nadat ik een kort woord heb gesproken en de boeken heb uitgedeeld (aan Willem, Tine en jou) vervolgens jou uit te nodigen iets te zeggen. Het lijkt mij een goed idee om even uit te leggen tot welke kunstrichting Van Genk wordt gerekend. Jij weet veel meer van zijn kunstachtergrond dan ik en dan wordt ook de oorkonde die je aanbiedt in de juiste context gezien.’4 Van der Endt hield de volgende toespraak:

Beste Willem, dames en heren,

Ook voor een galeriehouder is het een heel bijzonder moment als een kunstenaar die hij vertegenwoordigt, vereerd wordt met de publicatie van een boek over zijn werk of zijn leven. En wat voor een leven, dat leven van Willem van. Genk. Jarenlang belde hij mij midden in de nacht op om te vertellen, dat de vijand de deur bij hem zou intrappen. Vorig jaar is dat spookbeeld werkelijkheid geworden. Sindsdien gaat het niet meer zo goed met hem en nu kijken wij terug op het jaar 1997, het jaar waarin hij zeventig werd, als een jaar met aangrijpende dieptepunten en vererende hoogtepunten. Naast de publicatie van het boeiende boek van Dick Walda geldt als ander hoogtepunt de prijs die Willem van Genk ontving op de Triënnale voor Naïeve kunst en Outsider Art te Bratislava. Hij ontving hier de Grand Prix voor zijn inzending, die bestond uit een vijftal schilderijen en twee autobussen van afvalmateriaal.

Zijn werk wordt gerekend tot de zgn. kunst van outsiders, kunst die in het Franse taalgebied ook wel Art Brut genoemd wordt. Art Brut of Outsider Art is de kunst van eigenzinnige éénlingen, onopgeleiden, die bewogen door sterke innerlijke krachten, beelden van grote originaliteit en hoge intensiteit produceren. Zij hebben geen boodschap aan de mode van de dag, de stijlen uit de kunstgeschiedenis. Zij hebben geen boodschap aan de wereld, juist omdat zij een boodschap vóór de wereld hebben. De boodschap van Willem van Genk is zijn waarschuwing en aanklacht, dat het individu in het grote spel van politieke en culturele machten, in de onderdrukking en manipulatie die daarmee gepaard gaat, zichzelf niet kan en mag zijn. Dit spel, dat ons leven beheerst, en waar wij maar ten dele zicht op hebben, fascineert hem te meer, omdat hij zelf meent tot de machtelozen van deze aarde te behoren. Maar deze schijn heeft hij tegen. Een machtiger oeuvre dan het werk van. Willem van Genk is een zeldzaamheid in Nederland, zelfs een zeldzaamheid in de wereld. En voordat ik hem, namens de internationale jury van Bratislava de oorkonde mag uitreiken, een citaat.

Op dit moment is er in Wenen een grootse tentoonstelling te zien, getiteld Kunst und Wahn. In de formidabele catalogus staat een artikel van prof. Michel Thévoz, werelddeskundige op het gebied van de Art Brut. Hij besluit zijn opstel als volgt: ‘Ondanks de algemene trend van het chemisch dwangbuis in de psychiatrische klinieken, ondanks de triomf van de massamedia, ondanks een wereldwijd vast te stellen geestelijke en sociale “normalisering”, bestaan er weigerachtigen, die halsstarrig hun recht op uniekheid tegenover het conformisme verdedigen. Gevallen als Josef Wittlich, Reinhold Metz of Helmut N. in Duitsland, Willem van Genk in Nederland en Vojislav Jakic in het voormalige Joegoslavië bewijzen, dat ook in het tijdperk van de massamedia afzonderlijke individuen hun vermogen bewaard hebben een persoonlijk filosofisch systeem en een onafhankelijke beeldtaal te ontwerpen, die van hoge artistieke waarde is.’

Willem, we hebben heel wat samen beleefd, we waren in New York, Brussel, Parijs, Lausanne, Zagreb, en zeer onlangs nog samen in Stockholm. Het laat allemaal zijn sporen na, nog heel erg lang. De oorkonde die ik hier voor je heb is daarvoor het zoveelste bewijs. Dank u wel.5

***

Hierboven had ik het over ChatGPT. Chat kan niet alleen vragen beantwoorden, maar ook afbeeldingen maken. Prompts als ‘maak een afbeelding in de stijl van Willem van Genk’ geven vooralsnog twijfelachtige uitkomsten. Wat natuurlijk wel kan, geheel in de geest van een recente trend op TikTok, is om van Willem van Genk een action figure te maken. Een eerste poging leverde al een aardig resultaat op:

‘Genereer een afbeelding van een gepersonaliseerde action figure gebaseerd op een realistische foto [etc.].’

Maar het kan natuurlijk veel beter. Wordt vervolgd.


NOTEN

  1. “Baby Home”, aan de Schoenstraat 25. Technisch gesproken woonde en werkte Nora derhalve in Borgerhout, tot 1983 een zelfstandige gemeente. ↩︎
  2. ‘Wie was Feodor Asbery?’, vraag gesteld op 12 juni 2025. ↩︎
  3. Een vergelijkbare buis hangt een strook lager op Zelfportret in De Ark, in de Antwerpse tram, achter de Joodse man met het keppeltje. ↩︎
  4. Dick Walda aan Nico van der Endt, 15 november 1997 (archief Nico van der Endt). ↩︎
  5. Archief Nico van der Endt. ↩︎

Ditjes & datjes

Zonder titel (toren Laurenskerk, Rotterdam) | 1995 | litho | 10 x 7,5 cm (beeldformaat)

Wat was het laatste adres van Willem van Genk? In mijn biografie schreef ik: ‘In december 2002 moest Van Genk voor een laatste keer verhuizen, naar het medisch verzorgingstehuis Duinhage aan de De Savornin Lohmanlaan 202, waarover Walda in 2021 liet weten: “Verzorgingshuis Duinhage, niet ver van Kijkduin waar Willem en ik jarenlang bij restaurant Klein Seinpost kwamen, waar hij de peper en zoutstelletjes meepikte die later werden terug gevonden in zijn kartonnen bussen.”‘1 Dit klopt helaas niet. Wel dat Walda en Van Genk jarenlang bij restaurant Klein Seinpost in Kijkduin kwamen, maar het verzorgingstehuis lag daar bepaald niet in de buurt. Een briefje van curator An Remmerswaal aan Nico van der Endt bevatte de juiste gegevens:

Beste Nico,

In overleg met huisarts, Parnassia en Mw. McHugh van Huize Roël, is na lang beraad overeengekomen, dat het voor Willem beter is hem in een gespecialiseerd verzorging / verpleeghuis te laten opnemen.
Na lang zoeken heeft men een zeer goed huis voor hem gevonden.
Waarin geleefd wordt in eigen stijl.
Voor Willem is dit: Kunst en cultuur.
Per ingang van 11 december 2002 is Willem op het volgend adres bereikbaar.

Verzorging / Verpleging “De Strijp”
Strijpkade 32
2548 AG Den Haag

Om Willem aan zijn nieuwe woonsituatie te laten wennen, is het wenselijk om hem in het begin zoveel mogelijk zijn rust te gunnen

Een vriendelijke groet.

An Remmerswaal2

Nadat Van Genk overleden was, schreef Walda op 8 juni 2005 in een soort persbericht: ‘De goede Willem van Genk overleed op 12 mei 2005 in verpleeghuis De Strijp waar ik hem bij tijd en wijle opzocht.’3 Geen Kijkduin dus, De Strijp ligt in de buurt van Rijswijk.

***

Eind 1994 kreeg Nico van der Endt ‘bezoek uit Frankrijk van grafisch atelier Le Petit Jaunais uit Nantes. Men wil met Willem een kleine serie lithografieën vervaardigen, bestaande uit 6 kleine aparte voorstellingen in een oplage van vijftien.’ Van Genk betekende de meegebrachte stenen, maar had volgens Van der Endt het verzoek niet goed begrepen en maakte er ‘een slecht samenhangend geheel van. Sommige tekeningen stellen een deel van een kerk voor, andere zijn vage perronscènes.’ De stenen werden desalniettemin afgedrukt en Van der Endt kreeg in januari 1996 de lithootjes toegezonden, maar Van Genk zou er niet meer toe komen ze van nummering en signatuur te voorzien.4 

Het begeleidende briefje bij de litho’s werpt nieuw ligt op de voorstellingen: ‘Voici bien un an que I’affaire est entre nos mains, voici donc le retour de la balle… 6 x 15 images brut de tirage pour en composer une estampe en 15 exemplaires. Il s’agirait d’une vue de Rotterdam.’5 Van der Endt was die laatste zin in 2014 kennelijk vergeten. In 2022 wees verzamelaar X – specifiek geïnteresseerd in Van Genk en Rotterdam, en bezitter van een tekening van de Laurenskerk (WVG-1081) – hem en mij erop dat de afgebeelde kerk andermaal onmiskenbaar de Rotterdamse Laurenskerk was. Het station op de drie andere litho’s zou volgens X, gelet op de vorm van het dak, de voorganger van Rotterdam Blaak kunnen zijn, Rotterdam Beurs: een theorie die alleen maar sterker wordt als het inderdaad om ‘une vue de Rotterdam’ gaat. Het past ook in het procedé van Van Genk om verdwenen gebouwen af te beelden: het eerste station Döppersberg in Wuppertal, het Stedelijk Badhuis Scheveningen, het voormalige Zuidstation in Brussel etc.

station Rotterdam Beurs, ca. 1920

Zonder titel (station Rotterdam Beurs) | 1995 | litho | 10 x 7,5 cm (beeldformaat)

In oktober 2022 was bij de Rotterdamse galerie Weisbard de tentoonstelling Willem van Genk was here te zien, rond de twee Rotterdamse tekeningen van Van Genk uit de collectie van verzamelaar X. Ook de litho’s van Van Genk werden daar getoond, wat derhalve zeer toepasselijk was.

***

Tiny van den Heuvel-van Genk in 1997 tegen Dick Walda: ‘Wim had twee liefdes, maar het is helaas nooit wat geworden. De een was Madeleintje Storio, een beeldschoon meisje, heel talentvol. Speelde prachtig viool. […] En dan was er nog dat buurmeisje, een Indische. Die woonde beneden Wim en daar was hij in het geheim ook verliefd op. Zij is naar Den Briel verhuisd, hij hoopt haar nog eens te zien. Vandaar dat hij af en toe van zichzelf naar Den Briel moet.’6 Over Madeleintje Storio – eigenlijk Stordiau – schreef ik eerder. Over het Indische buurmeisje komen we iets meer te weten uit een briefje van Dick Walda aan Nico van der Endt:

Ter kliniek op dinsdagmiddag een gesprek gehad met de maatschappelijk werkster, dokter Van Gent (“zo hard als de tramrails, Diederik. Blijf bij me als ik met hem praat”) en Willem zelf. We waren in de “Rode Hoed” en ik maakte Willem zelden zo kwetsbaar mee. Ik dronk een kopje koffie en hij barstte tussen twee volle borden kippensoep uit in een monoloog die niet te stoppen viel.

“Diederik, ik mis Coco zo. Want alles wat lager je staat, een plant, of een kat, of een hond, daar kan je makkelijk mee praten. Coco vertelde ik over mijn reizen en dan werd hij ineens een mens. Of ik zei Annelies tegen hem. Annelies, wat heb je toch leuke lokjes en prachtige puntborsten. Annelies is geboortig in Den Brielle en woont in de Harmelenstraat. Ze is zo lief en ik ben al zo lang verliefd op haar Diederik en niemand die het weet. Ze hoort bij gekleurd gespuis van huis uit, een secreet van een zwarte snor, en dat doet me zo’n verdriet en dat vertel ik weer aan Coco, die moet het allemaal aanhoren, dat beest. […] Had ik Annelies Vreugdehil maar. Hoe pak ik dat aan, Diederik? Jaag ik je teveel op kosten als ik om nog een bord kippensoep vraag? Ik jank m’n kussen helemaal nat ’s nachts, hoe kan dat nou? Ik egoïstische rotzak, die hier zit voor zijn verdiende loon. Het is hier zo treurig, de mensen zeggen je niet gedag. Den Briel, ik vind er niks aan, maar daar komt ze vandaan. […]”7

En inderdaad, in Koning der stations lezen we bij 1 april 1997: ‘Ik was in Den Briel, ik moest van mezelf daarheen. Maar ik vond er niks aan, ik ga nooit meer naar Den Briel. Er was een feest van niks. Alva verloor zijn bril, is altijd op 1 april. En ik hoopte mijn geliefde te zien, waar ik verder geen mededelingen over ga doen. Ik heb haar niet gezien. Misschien zie ik haar wel nooit meer.’8


NOTEN

  1. Jack van der Weide, Willem van Genk. De eenheid van het spinnenweb (Amsterdam 2024), pp. 261-262. ↩︎
  2. An Remmerswaal aan Nico van der Endt, 10 december 2002 (archief Nico van der Endt). Van Genk was in het voorjaar van 2000 verhuisd naar pension Roël aan de Van Aerssenstraat in Den Haag, dat werd geleid door directrice Stella McHugh. ↩︎
  3. Archief Nico van der Endt. ↩︎
  4. Nico van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 93. ↩︎
  5. Nancy Sulmont aan Nico van der Endt, 24 januari 1996 (archief Nico van der Endt). ↩︎
  6. Walda, Koning der stations, p. 38. ↩︎
  7. Dick Walda aan Nico van der Endt, 8 maart 1996 (archief Nico van der Endt). ↩︎
  8. Walda, Koning der stations, pp. 143-144. ↩︎

Veiling (2)

Colonnade | 1967 | ets (5) | 32 x 24,5 cm

In april 2024 werd bij het Venduehuis der Notarissen in Den Haag een veiling gehouden met onder meer twee etsen van Willem van Genk. Ik schreef daar toen over: “Het kwam zelden voor dat werken van Willem van Genk op een veiling werden verkocht, de vorige keer kon ik mij niet herinneren. Ik lichtte enkele personen in, onder wie twee familieleden van Willem van Genk, diens voormalige galeriehouder Nico van der Endt, voorzitter Hans Looijen van de Stichting Willem van Genk en natuurlijk verzamelaar X, steun en toeverlaat bij mijn onderzoek naar Van Genk en net als ik geïnteresseerd in alle grote en kleine details over de Haagse kunstenaar.” Ik was derhalve stomverbaasd toen ik eind mei opnieuw een veiling met twee etsen van Willem van Genk zag aangekondigd, dit keer bij Zwiggelaar Auctions in Amsterdam.1

X en ik hadden bij de veiling uit 2024 achter het net gevist, dus we besloten het dit keer stil te houden. Daarbij was Nico van der Endt inmiddels overleden en was de situatie rond het bestuur van de Stichting Willem van Genk al maanden onduidelijk. De enig die iets te horen kreeg was de voormalige consigliere van Don Nico, tijdens een lunch in diens woonplaats Antwerpen. Achteraf liet hij weten dat Zwiggelaar, een veilinghuis dat gespecialiseerd is in boeken, tijdschriften, strips en curiosa, geen gebruik maakt van de website artprice.com en dat de etsen van Van Genk dus in ieder geval daar al niet te vinden waren. Een kleine opsteker. Een andere opsteker voor X was dat de ets die hij op het oog had, Silja Line #4/5 (WVG-0064), ook bij de veiling in 2024 was aangeboden. Dat gold niet voor de ets die ik zelf wilde hebben, Colonnade #3/5 (WVG-0065). Merkwaardig genoeg waren het dus de etsen met de kleinste oplage (van de vier etsen van Van Genk die in omloop waren) die zouden worden geveild: van elk bestonden slechts vijf exemplaren.

Waar kwamen de (niet ingelijste dus waarschijnlijk in een map bewaarde) etsen vandaan en hoe waren ze bij Zwiggelaar beland? De nummers boden geen uitkomst, ze ontbraken in het overzicht dat ik had van de mij bekende eigenaars. De woordvoerder van Zwiggelaar wist te melden dat de etsen afkomstig waren uit de verzameling van een overleden Amsterdamse collectioneur, wiens herenhuis vol had gehangen met kunst en wiens familie verwant was aan de schilder Reitsma. Veel werk was naar andere veilinghuizen gegaan, voor de verkoop van de grafiek was Zwiggelaar benaderd. De nummers kwamen niet voor in de administratie die Nico van der Endt van de door hem verhandelde etsen had bijgehouden, zij het dat hij niet altijd alle gegevens had genoteerd.

Website Zwiggelaar, kavel 1469

Op woensdag 18 juni was het deel van de veiling met de twee etsen aan de beurt. De veiling werd gehouden in de Burcht van Berlage aan de Henri Polaklaan in Amsterdam, waar eerder ook de kijkdagen waren geweest. Verzamelaar X en schrijver dezes waren beide om 19:00 uur aanwezig, om de sfeer te proeven en uiteraard in de hoop dat we dit keer wél de aangeboden etsen zouden verwerven. Er waren weinig fysieke bieders, de meeste geïnteresseerden hadden ervoor gekozen om de veiling online te volgen, via Invaluable.com of Drouot.com. Kavel 1468 (Colonnade) begon op €1.000 en ging uiteindelijk voor €1.200 weg. Kavel 1469 (Silja Line) begon eveneens op €1.000 en eindigde op €1.800.2 Uiteraard verlieten we het pand zeer tevreden, to put it mildly. Het rondedansje volgde pas buiten.


NOTEN

  1. Zie de website van Zwiggelaar, Auction 33: Session I – V. ↩︎
  2. Het volgrecht ( ‘Artworks by living artists and artists who died no longer than 70 years ago that are sold with a hammer price of 2500 euros or higher, will be charged with an extra 4% (‘Droit de Suite’, ‘Wet Volgrecht’, ‘Resale Right Law’) over the hammerprice and buyer’s premium.’) was dus niet van toepassing. ↩︎

Overzicht (3)

Berlin Bahnhof Friedrichstasse | ca. 1965 | gemengde techniek op hardboard | 17,5 x 25 cm | Collectie Joop Beljon, Strijen

100. Overzicht (2)

Over de teksten die tussen december 2020 en oktober 2021 op deze blog zijn verschenen.

101. Mededeling

Over een pauze van de auteur van deze blog.

102. Piazza Venezia

Over een verdwenen schilderij van Willem van Genk.

103. Ze rijden ook in Stockholm

Over een Zweedse trolleybus.

104. Marina

Over een stripverhaal en een Italiaans liedje.

105. Depot

Over opgeslagen assemblages van Willem van Genk.

106. Straatsburg

Over enkele tekeningen van Willem van Genk die plotseling opdoken (I).

107. Straatsburg (2)

Over enkele tekeningen van Willem van Genk die plotseling opdoken (II).

108. Aanzet tot een catalogue raisonné (13)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XIII).

109. Aanzet tot een catalogue raisonné (14)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XIV).

110. Aanzet tot een catalogue raisonné (15)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XV).

111. Aanzet tot een catalogue raisonné (16)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XVI).

Willemsplein, Arnhem (WVG-1031; detail)

112. Aanzet tot een catalogue raisonné (17)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XVII).

113. Aanzet tot een catalogue raisonné (18)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XVIII).

114. Aanzet tot een catalogue raisonné (19)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XIX).

115. Aanzet tot een catalogue raisonné (20)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XX).

116. Aanzet tot een catalogue raisonné (21)

Over een poging tot het catalogiseren van het werk van Willem van Genk (deel XXI).

117. Waarheidsfestival

Over het werk Waarheidsfestival.

118. Veiling

Over een veiling met enkele werken van Willem van Genk.

119. Procedamus

Over de reis van Willem van Genk naar Rome in het begin van de jaren zestig.

120. Biografie

Over de presentatie van de biografie van Willem van Genk (I).

121. Rechtszaak

Over enkele tekeningen van Willem van Genk die plotseling opdoken (III).

122. Biografie (2)

Over de presentatie van de biografie van Willem van Genk (II).

123. Tentoonstellingen

Over drie tentoonstellingen met/rond werk van Willem van Genk.

124. Work in Progress

Over twee onvoltooide werken van Willem van Genk.

125. Overzicht (3)

Over de teksten die tussen oktober 2021 en mei 2025 op deze blog zijn verschenen.