Trolley, Naaldwijk, Tokio

Internationale (detail)

Toch nog even terugkomen op de veiling in Tokio van zaterdag 15 november. Enkele uren na het einde van die veiling stuurde ik mijn contactpersoon Yuki Sato een mailtje waarin ik hem feliciteerde met de opbrengt en hem vroeg naar de nationaliteit van de koper. Twee dagen later stuurde ik hem de link naar mijn tekst op dit blog over de veiling. Weer twee dagen later kreeg ik een antwoord: het veilinghuis zou wel degelijk op de hoogte zijn geweest van de mogelijke waarde van een Van Genk, ‘but the artist was not so famous among Japanese art collectors, and our goal for this sale was “100%” sold. That’s why we set the estimate very low. But when we think it back, maybe our estimate price was too low.’ Sommige belangstellenden hadden zelfs gevraagd of het, gezien de lage prijs, om een print ging.1

Hij liet verder weten wat de nationaliteit van de koper was. Met die informatie was het voor mij mogelijk een educated guess te doen, die bleek te kloppen. De koper gaf aan van plan te zijn om het werk in een enigszins prestigieuze setting te presenteren, waaronder hij niet de Outsider Art Fair (die ik had gesuggereerd) verstond. Artnet vermeldde diezelfde dag nog het verkoopbedrag inclusief veilingkosten: $ 100.477. Mijn voorspelling als zou Internationale weer decennialang uit zicht zijn, bleek dus gelukkig onjuist.

***

Dan iets over de datering van Willem van Genks trolleybus-assemblages. Die worden algemeen, ook door mij, beschouwd als zijnde gemaakt in de jaren tachtig. Het is moeilijk de vinger achter een meer precieze datering te krijgen, omdat de bussen niet van een jaartal zijn voorzien – zo nam ik altijd aan. De Collection de l’Art Brut in Lausanne bezit drie trolleybus-assemblages, waarvan er twee op hun website staan. Nummer drie, net als de andere twee eind jaren negentig aangeschaft via galerie Hamer, staat afgebeeld in de catalogus van de tentoonstelling Woest op bladzijde 82,

Woest, 3 oktober 2019: de drie trolleybus-assemblages van de Collection de l’Art Brut

De getoonde kant van de bus (WVG-6007; zie hier) blijkt zowel het jaartal 1989 als ’89 te bevatten. In 1989 bestond de trolleybus in Arnhem veertig jaar, wat ongetwijfeld gevierd zal zijn. Ik hoop nog steeds een keer te stuiten op een jubileumfilmpje o.i.d. waarbij ineens Willem van Genk in beeld verschijnt.

Trolleybus (detail)

***

De moeder van Willem van Genk, en dus ook en flink deel van zijn familie, kwam uit Naaldwijk. In mijn biografie De eenheid van het spinnenweb ga ik daarom kort in op haar genealogische achtergrond, de manier waarop Jozef van Genk haar mogelijk heeft ontmoet en de banden tussen de families Van Genk en Hoogstraten. In de jaren dertig verbleven enkele kinderen Van Genk, onder wie Willem, kortere of langere tijd bij hun ooms Jan en Arie Hoogstraten.

Misboek Willem van Genk, ‘bij adres: Hoogstraten, Heerenstraat 1 Naaldwijk’ (collectie Museum Dr. Guislain)

In het Historisch Jaarboek Westland 2025 staat een artikel van kunsthistoricus Martha Vollering over Willem van Genk en Naaldwijk.2 Helaas bevat het artikel weinig nieuws ten opzichte van mijn biografie, die ze weliswaar noemt als bron maar die ze ook hier en daar ook schaamteloos citeert, zonder de citaten als zodanig te markeren.3 Vollering vermeldt dat vier van de broers en zussen van Maria Hoogstraten ‘Petrus, Hendrika, Johanna en Adrianus, “ter zake van krankzinnigheid” onder curatele [werden] gesteld’ in 1898. ‘Je zou kunnen stellen dat Willem van Genk behoorlijk erfelijk belast was, gezien deze ooms en tantes.’4

Met dat laatste ben ik het min of meer eens, al formuleer ik het in mijn biografie iets voorzichtiger (‘Wat mogelijk ook een rol speelde bij de psychische constitutie van Willem van Genk, was een erfelijke factor’).5 Wel opmerkelijk vond ik de mededeling als zouden in 1898 niet twee maar vier gezinsleden onder curatele zijn gesteld, terwijl maar van twee vermelding zou zijn gemaakt in de Nederlandsche Staatcourant (zie hier). Verzamelaar X toog naar het Historisch Archief Westland voor opheldering. Daar bleek dat het wel degelijk om slechts twee personen ging:

‘… onder curatele gesteld’ (archief Westland)

De accolades waren niet helemaal duidelijk, maar het leek toch echt om slechts twee personen te gaan, Petrus Adrianus en Johanna Maria. Wel hadden ook Adrianus/Arie en Adriana/Jaantje psychische problemen, maar zij werden niet al in 1898 onder curatele gesteld. Daarbij was Adriana toen pas 9 jaar oud.


NOTEN

  1. E-mail Yuki Sato aan Jack van der Weide, 19 november 2025. ↩︎
  2. Martha Vollering, “De bekende outsiderkunstenaar Willem van Genk en het Westland”, in: Historisch Jaarboek Westland 2025, pp. 53-67. ↩︎
  3. Een voorbeeld. In mijn biografie schrijf ik over de moeder van Willem van Genk: ‘Alleen haar grootvader Petrus Ferdinandus Hoogstraten, geboren in 1803 in Bloemendaal en chirurgijn annex vroedmeester van beroep, kwam niet uit de buurt. Hij trouwde in 1831 met Johanna Hekkers, geboren in 1801 in Naaldwijk. Johanna beviel in 1833 van een zoon, Jacobus Engelbertus Adolphus, en overleed – het beroep van haar man ten spijt – enkele weken later. Petrus Hoogstraten hertrouwde nog tweemaal en kreeg in totaal acht kinderen alvorens in 1844 zelf te sterven.’ (p. 19). Vollering: ‘Alleen haar grootvader Petrus Ferdinandus Hoogstraten, geboren in 1803 in Bloemendaal en chirurgijn en vroedmeester van beroep, kwam niet uit de buurt. Hij trouwde in 1831 met Johanna Hekkers, geboren 1801 in Naaldwijk. Johanna beviel in 1833 van een zoon, Jacobus, en overleed – het beroep van haar man ten spijt – enkele weken later. Petrus Hoogstraten hertrouwde nog tweemaal en kreeg in totaal acht kinderen alvorens in 1844 zelf te sterven.’ (p. 56) ↩︎
  4. Vollering, “De bekende outsiderkunstenaar Willem van Genk en het Westland”, p. 56. ↩︎
  5. Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 71. ↩︎

Veiling (3)

Internationale (detail)

Afgelopen weekend kwam er weer een werk van Willem van Genk ter veiling.1 En niet zomaar een werk: het betrof een collage die al jaren zoek was. In de aanloop naar de overzichtstentoonstelling Woest in 2019 was aanvankelijk geprobeerd om álle werken van Willem van Genk te tonen, voor zover bekend. Dat streven werd al snel losgelaten, enerzijds omdat niet alle bezitters hun werken in bruikleen wilden geven, anderzijds omdat er te veel werken waren waarvan de precieze verblijfplaats niet (meer) kon worden achterhaald.

Twee van die werken waren de collages Internationale en Glimpses of Asia, die in 1991 door galerie Hamer waren verkocht:

Via Monika Kinley uit Engeland komt het verzoek van een Japanse firma met een prestigieuze collectie outsiderkunst om een tweetal werken te mogen aankopen, die daarna in een expositie getoond zullen worden. Na verder overleg met Monika Kinley wordt besloten tot verkoop over te gaan van de werken Glimpses of Asia (97,5 x 180 cm) en Internationale (98 x 174,5 cm) voor de prijs van fl. 30.000 (ca. 14.000 euro) elk.2

De twee werken werden getoond tijdens de groepstentoonstelling Selection from the Collection bij de galerie van het modehuis Alpha Cubic in Tokio. Voor de tentoonstelling Woest werd tevergeefs geprobeerd om de twee werken weer op te sporen, nadat de eigenaar van Alpha Cubic was overleden.

Internationale | ca. 1967 | gemengde techniek op papier | 98 x 174,5 cm | particuliere collectie (?)

Wat schetst derhalve mijn verbazing toen ik op 17 oktober, ronddwalend op internet, een bericht zag van het Franse Artnet over een veiling in Japan waar Internationale onder de hamer zou komen. Het betrof het Japanse veilinghuis iART uit Tokio, dat in dit geval kennelijk niet wist wat men verkocht: de richtprijs was 100.000 tot 180.000 yen. Dat leek veel, maar de yen is een soort lire en het ging omgerekend om zo’n 560 tot 1000 euro. Internationale was kavel #004 van veiling no. 91, Contemporary Art × Hermès. Het dilemma was of ik dit alles aan de grote klok moest hangen en daarmee potentiële kopers waarschuwen, of dat ik mijn vondst moest stilhouden, met de kleine kans van het verwerven van een absurd goedkope Van Genk. Ik besloot tot het laatste.

Wie het nieuws uiteraard wél te horen kreeg, was verzamelaar X, die onmiddellijk veel belangstelling had.3 Ook stuurde ik een neutraal mailtje aan het veilinghuis, waarop ik een paar dagen later al antwoord kreeg van een medewerker van iART, Yuki Sato: ‘If you have any lots you would like to bid, please let me know. I can send you some additional images. Best Regards, Yuki’. Uiteraard antwoordde ik dat ik met name geïnteresseerd was in kavel #004 en dat ik heel erg graag nadere foto’s wilde ontvangen. Een dag later stuurde Yuki-san me maar liefst drieënzestig foto’s, grotendeels met details van het werk.4

Zoals ik eerder schreef, is Internationale een collage die Japan tot onderwerp heeft en waarbij de verschillende tekeningen opvallend recht in het werk zijn geplaatst. De middelste afbeelding bevat onder meer een atoomwolk met het woord HIROSHIMA en lijkt geïnspireerd door het Japan-boek uit het interview met Bibeb, waarin ‘Japanse kersebloesem, vogels, enz. worden gesteld tegenover mannen met zwaarden die hoofden afhakken, tanks, martelingen en de atoombom.’5 De tekening links van het midden laat de serene kant van Japan zien, met een landschap met pagodes, bomen en een gele zon. Een rode zon is het middelpunt van een clustertje afbeeldingen daaronder, dat eveneens bestaat uit meer verstilde afbeeldingen. Die vormen een contrast met de grote tekening daarnaast van een 1 mei-optocht, met vele borden en spandoeken met Japanse karakters en als onderschrift in cyrillisch schrift ИНТЕРНАЧИОНАЛ.

Internationale (detail)

De foto’s van iART waren aanmerkelijk gedetailleerder dan de foto’s die ik al van het werk bezat. Zo was nu de ondertekening in de rechter benedenhoek goed leesbaar, wat interessante informatie opleverde. Te zien was dat Van Genk de collage 1 Mei optocht in Tokio had genoemd,6 dat hij de datering 1967 had gebruikt en dat hij, zoals zo vaak in deze periode, een samenwerkingsverband met Pieter Brattinga suggereerde. Brattinga had een eigen logo gekregen, BRATT (met daaronder USA) en het werk was het product van BRAGHA studio, met WFAM van GENK als ontwerper.

Tussendoor was ook een soort reclameboodschap aangebracht: Voor Japans speelgoed Pieter Brattinga & Co Prinsengracht Amsterdam. Dit was een verwijzing naar de tentoonstelling Japans speelgoed die Brattinga (woonachtig aan de Prinsengracht in Amsterdam) georganiseerd had als kantinetentoonstelling bij Steendrukkerij De Jong & Co. in Hilversum en die daar te zien was 7 juli tot 31 augustus 1962. Van Genks eigen kantinetentoonstelling in Hilversum dateerde van begin 1964, maar kennelijk was hij ook van eerdere activiteiten van Brattinga op de hoogte.

Japans speelgoed bij Steendrukkerij De Jong & Co.

Ook viel uit de foto’s van iART onder meer op te maken dat er latere toevoegingen waren in rode en gele verf, de signature kleuren van Van Genk vanaf eind jaren zestig. Dit was met name te zien in het woord ИНТЕРНАЧИОНАЛ, maar ook in toevoegingen als USRR, TOKIO ’64, NED. OOST INDIË ONDER DE JAPANSCHE HIEL, THE LONDON ZOO, CHINA PICTORIAL en PEKING REVIEW. Meer in het algemeen bleek het werk in met name de teksten een aantal verwijzingen naar China te bevatten. Aan de rechterkant was een gekantelde strook aangebracht met in grote rode en gele letters CHINA RECONSTRUCS ……, met daaronder een lijst van tentoonstellingen over China en Japan in Nederlandse musea.

De foto’s boden verder een duidelijk blik op alle vouwtjes en scheurtjes van de collage, maar ook op de tientallen prachtige tekeningen waaruit Internationale was opgebouwd. Er waren mensenmassa’s (al dan niet met 1 mei-vlaggen), bussen, treinen, vliegtuigen, een kiosk met een boek over ZEPPELIN LINIEN, een station, een reclame voor BAYER, teksten in spiegelschrift (SCHOOLBUS, gezien via de binnenkant van een voorruit), gebladerte met een spinnenweb, een kabelbaan, een zieke man, soldaten, industrie, een raket, hoogspanningskabels, tanks, schepen – allerlei bekende en herkenbare beeldmotieven die in verband met Japan werden gebracht.

Website iART, 15 november 2025

Op zaterdag 15 november om 12:00 uur JST was het zover. JST staat voor ‘Japan Standard Time’ en eerder had ik uitgerekend dat het in Tokio zeven uur later was dan hier. Waar ik helaas geen rekening mee had gehouden, was het einde van de zomertijd. Toen verzamelaar X en ik ieder in onze eigen woonplaats inlogden op het live bidding system van iART, was het Van Genk-kavel al aan de beurt geweest. Opbrengst: 13.500.000 yen, zo’n 75.000 euro. Kennelijk hadden toch ook enkele grotere bieders lucht van de veiling gekregen, zij het niet in een mate als in september in Parijs – toen verwisselde een stadgezicht van Van Genk van eigenaar voor meer dan 200.000 euro. En zelfs inclusief veiling-, verzekerings- en vervoerskosten kwam deze daarbij niet in de buurt.

Internationale dook dus na meer dan drie decennia weer even op, om na een paar weken opnieuw te verdwijnen. Misschien verschijnt het werk binnenkort in een museum of op de Outsider Art Fair, maar de kans daarop acht ik klein. Gelukkig hebben we de foto’s nog.


NOTEN

  1. Eerdere schreef ik over veilingen met werk van Van Genk in april 2024 (hier), juni 2025 (hier) en september 2025 (hier en hier). ↩︎
  2. Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, pp. 67-69. ↩︎
  3. Iets later lichtte ik ook de voormalige consigliere van Nico van der Endt in – over wie (Van der Endt) een interessant In Memoriam verscheen in Raw Vision #123. ↩︎
  4. Over Glimpses of Asia had het veilinghuis helaas geen nadere informatie: ‘The designer and the founder of Alpha Cubic,  Ryozo Shibata, has passed away already, and the company has also been closed. Now a company called Cross Plus succeeds the brand “Alpha Cubic”, but I don’t think they know about the work since they just bought the brand name.’ (E-mail van Yuki Sato aan Jack van der Weide, 22 oktober 2025.) ↩︎
  5. Bibeb, “Ik ben een stuk grijs pakpapier”, p. 123. ↩︎
  6. De titel “Internationale” wordt voor het eerst gebruikt in de catalogus bij de tentoonstelling Willem van Genk bij galerie De Ark in Boxtel (1976). ↩︎