Dit is het tweede deel van een tekst over het schilderij Schwebebahn Wuppertal. Het eerste deel is hier te vinden.

Schwebebahn Wuppertal (achterzijde) | ca. 1965 | gemengde techniek op hardboard | 61 x 61 cm | Collectie Vellekoop, Vlaardingen | foto: Museum van de Geest, Haarlem
Een aantal werken van Willem van Genk kent een rijk bewerkte achterkant, met knipsels, tekeningen en teksten die in verband lijken te staan met de voorstelling op de voorkant. Vaak heeft die voorstelling betrekking op een stad of land, waardoor ook de verschillende onderdelen van de achterkant naar die geografische omgeving verwijzen: naar Praag en Tsjechoslowakije (Praag), naar Moskou en de Sovjet-Unie (1 mei parade), naar Rome en Italië (Roma Termini) en zo verder. Het zijn met name werken in olieverf op hardboard of karton uit de periode 1963-1967 die een dergelijke collageachtige keerzijde hebben. Het kan daarom een factor zijn bij de datering van werken als aan dergelijke achterkant aanwezig is. Andersom is het mogelijk te voorspellen of er sprake is van een collage, zoals recent bleek bij drie werken die in bezit zijn van een particuliere verzamelaar maar die niet eerder in detail waren bekeken. In twee gevallen was voldaan aan de genoemde criteria, in beide gevallen was de achterkant bewerkt.
Van de volgende werken is mij bekend dat de achterkant een collage bevat: [1]
- 1 mei parade
- Alt Heidelberg – Bergstraβe
- Colonnade St. Pieter
- Dom van Ravenna
- Great Railroads of the World
- Madrid
- Metrostation Moskou
- Praag
- Roma Termini
- Schwebebahn Wuppertal
- Smolny kathedraal
- Station Berlin Ost
- Vesuvius
Mogelijk kan deze lijst worden uitgebreid met Engelenburcht, London en Reiseland Italien, die aan de gestelde criteria lijken te voldoen. Dat Van Genk ook informatie aanbracht op de achterkant van andersoortige werken blijkt onder meer uit Bahnhof Friedrichstrasse, Laatste Blauwe Tram en de collages Köln en Minsk-Mosca. [2] Toch zijn de keerzijdes hier aanzienlijk minder bewerkt en is bovendien met name sprake van teksten.
De collage op de achterkant van Schwebebahn Wuppertal bevat een tiental grotere onderdelen, terwijl er daarnaast een vergelijkbaar aantal kleinere knipsels en papiertjes is aangebracht. Ook zijn er met pen, potlood en viltstift teksten toegevoegd, zowel op de opgeplakte gedeeltes als rechtstreeks op de boardplaat. Niet door Van Genk zelf aangebracht zijn twee etiketten van het Frans Halsmuseum in Haarlem voor de tentoonstellingen Zondagssschilders II (1967; tegen de bovenrand) en, grotendeels afgescheurd, Zondagsschilders I (1966; linksonder). Vooral dat laatste is opmerkelijk omdat Zweefbaan Wuppertal, zoals de titel volgens de stickers luidde, niet wordt genoemd in de catalogus van die tentoonstelling. [3]
Linksboven heeft Van Genk een velletje papier opgeplakt waarop hij informatie over het zweefspoor over de Wupper heeft genoteerd – de naam in vier talen, een lijst met stations, enkele historische feiten en zo nog het een en ander. Er zijn toevoegingen van later datum in een andere kleur pen, onder meer over een Nederlandse equivalent van de zweeftrein: verder noemen we nog de tijdelijke luchtspoor boven het zogenaamde «Deltaplan» in ons land. Onder het aantekeningenbriefje is een krantenfoto geplakt, met linksonder de kop en het bijschrift: “HOCHBAHN” ONTZET en Een zwaargeladen vrachtwagen daverde in het centrum van Wuppertal tegen een van de pilaren van de bekende “Hochbahn”. Er was alleen materiële schade, maar die mocht er dan ook zijn. Het betrof een ongeval op 11 september 1968 in Wuppertal, dat ook de Nederlandse kranten haalde. De foto en het bijschrift waren daarbij meestal standaard, de kop verschilde. Gezien de datum van het ongeval werd de krantenfoto dus pas opgeplakt ná de beide tentoonstellingen in Haarlem.
Een krantenknipsel linksboven toont in grote letters de naam HARTOG en daaronder de tekst Op Uw verzoek wordt U per auto van het station gehaald. Van Genk voegde met zwarte balpen toe: maar dit is niet het station Hilversum. Het knipsel kwam uit een advertentie van de meubelfirma Henk Hartog die filialen had in Amsterdam en Arnhem en die geïnteresseerde kopers vervoer vanaf de plaatselijke treinstations aanbood. [4] Mogelijk was er voor Van Genk een associatie met Simon den Hartog, die in 1964 de tentoonstelling Van Genk’s fantastische werkelijkheid bij Steendrukkerij De Jong & Co. in Hilversum had ingericht. Het verband met de Schwebebahn in Wuppertal liep via het woord “trein”.
Dat Wuppertal in Duitsland ligt, verklaart de vele verwijzingen op de achterkant naar dit land in het algemeen en naar de Tweede Wereldoorlog in het bijzonder. Van Genk hinkte duidelijk op twee gedachten: enerzijds had hij bewondering voor het technische vernuft van de Duitsers en de razendsnelle wederopbouw na 1945, anderzijds was hij het naziregime nog bepaald niet vergeten. Dit komt samen in de zin Het Duitsche “Wirtschafswunder” «KRUPP» werkt weer op volle toeren, in balpen onder de tekst OP DE RAILS. Rechtsonder is de minst verbloemde verwijzing naar nazi-Duitsland te zien, een balpentekening van een adelaar met gespreide vleugels op een krans met daarin een swastika – het wapen van het Derde Rijk, zij het dat in de tekening van Van Genk de armen van de swastika naar links gericht zijn. Onder de adelaar tekende hij een 1 mei-optocht met rode vlaggen, met erboven de teksten Bonn grijpt naar Afrika en «éénheid met Spanje en Portugal?».
Ook verwijzend naar oorlogssituaties zijn de vier tekeningen van tanks in een boslandschap, twee prominent in blauwe balpen en twee wat vager in potlood. De beide balpentekeningen vertonen duidelijke overeenkomsten met twee andere werken van Van Genk met afbeeldingen van tanks, in Een getekende wereld genoemd Tank en Tank II. Tank maakte in 1964 deel uit van de tentoonstelling Van Genk’s fantastische werkelijkheid in Hilversum en is waarschijnlijk catalogusnummer 18, Mockba. W.F. Hermans beschrijft het werk in zijn essay over de tentoonstelling als volgt: ‘Alleen de afbeelding van de tank is er een die gemaakt moet zijn door iemand die zich vlak bij de grond moet hebben bevonden – alsof hij al bijna door het oorlogsgeweld verpletterd was. […] Het lijkt of de tank een getatoeëerde huid heeft’. [5] Nico van der Endt verkocht de tekening in 1997 aan de Oostenrijke kunstenaar Arnulf Rainer. [6]


Boven: Tank (Moskou) | ca. 1960 | gemengde techniek op papier | 31 x 40 cm | Collectie Arnulf Rainer, Wenen
Onder: Tank II | ca. 1965 | gemengde techniek | 31 x 40 cm | Stichting Willem van Genk, Almere
Tank II is een tekening van hetzelfde formaat als Tank, met een vergelijkbare voorstelling: een tank van het Sovjetleger op een stenen weg, gezien vanuit kikkerperspectief, met op de achtergrond de vage contouren van een stad. Mogelijk heeft Van Genk de tekening gemaakt in de periode dat Tank onder de hoede van Pieter Brattinga was, als een soort kopie uit zijn geheugen. Er zijn duidelijke verschillen tussen beide tekeningen, onder meer het uiterlijk van de tank en de soldaat met de vlag op de geschutskoepel op Tank II, die ontbreekt op Tank. De twee balpentekeningen op de achterkant van Schwebebahn Wuppertal zouden schetsen kunnen zijn uit dezelfde periode als Tank II. Een eventueel verband met de afbeelding op de voorzijde is een opmerkelijke overeenkomst tussen de vorm van de tank zoals getekend door Van Genk en de vorm van het station (geschutskoepel) met de naar buiten stekende monorail (loop).
Linksboven zijn drie etiketten opgeplakt van Feine Oelfabe für Studien van de firma KREUL, mogelijk verf waarmee Van Genk werkte. Eronder staat in balpen ook een filiaal van Agfa in Bergstrasse te Wuppertal! Het verband kan worden gelegd met behulp van de tekst, iets naar links, IG Farben AG: IG Farben was een Duits chemieconcern dat in 1925 was ontstaan uit een samenwerkingsverband van acht ondernemingen, waaronder Agfa. Het concern produceerde voor de nazi’s het Zyklon B-gas dat in de concentratiekampen werd gebruikt. De samenwerking na de oorlog tussen Agfa en het Belgische Gevaert waar zijn zus Nora voor had gewerkt, kan voor Van Genk daarmee een dubbelzinnige lading hebben gehad – net als het gebruik van in Duitsland geproduceerde olieverf.
De twee stadplattegrondjes op de achterkant van Schwebebahn Wuppertal zijn beide van Keulen, meer precies van de omgeving van de Dom en het Hauptbahnhof. Ook dit is een indicatie dat er voor Van Genk een verband bestond tussen Keulen en Wuppertal, mogelijk omdat hij beide steden op één reis had bezocht. Over de reisorganisatie geeft hij eveneens een aanwijzing: het aantekeningenbriefje linksboven, met informatie over de zweeftrein, is ondertekend met een naamstempel waaraan met groene pen het woord Cebuto is toegevoegd – een woord dat we ook tegenkomen op de groene touringcar op de voorkant van het werk. Cebuto was oorspronkelijk een samenwerkingsverband van toeristenbusondernemers, die uitgroeide tot een reisorganisatie die bekend stond om haar meerdaagse reizen met een goede verzorging tegen betaalbare tarieven. [7]

Links: detail Schwebebahn Wuppertal (voorkant). Midden: detail Schwebebahn Wuppertal (achterkant). Rechts: een bus van Cebuto, ca. 1965
De collages die Willem van Genk in het midden van de jaren zestig placht te maken op de achterkanten van zijn schilderingen op hardboard en karton, kunnen in grote lijnen op eenzelfde manier worden gelezen als zijn werk in het algemeen: een chaotisch lijkende stortvloed van teksten en beelden krijgt structuur en betekenis door een zorgvuldige en uitgebreide analyse. Wel is het zo dat in deze collages de artistieke bewerking geringer is, waardoor de associatieve samenhang als ordenend principe belangrijker wordt. Anders uitgedrukt: het is makkelijker om het werk van Van Genk via de voorkant te benaderen, maar de achterkant kan veel toegevoegde informatie bevatten – al is wel wat geduld nodig om die informatie boven water te krijgen.
NOTEN
[1] De achterkanten van Colonnade St. Pieter, Metrostation Moskou, Praag, Metrostation Moskou, Station Berlin Ost, Schwebebahn Wuppertal en Vesuvius zijn te vinden in de catalogus van Woest (pp. 62, 74-75, 110-111, 128, 135, 139); die van Great Railroads of the World en Roma Termini in Een getekende wereld (pp. 58-59, 120-121); die van 1 mei parade in Kroniek van een samenwerking (pp. 86-87); die van Alt Heidelberg – Bergstraβe en Madrid in de catalogus van galerie De Ark uit 1976 (pp. 22-23). De achterkanten van Dom van Ravenna en Smolny kathedraal ken ik uit eigen waarneming.
[2] De achterkanten van Bahnhof Friedrichstrasse en Minsk-Mosca zijn te vinden in de catalogus van Woest (pp. 78, 108-109), die van Köln en Laatste Blauwe Tram ken ik uit eigen waarneming.
[3] Het ronde stickertje met cat. 37 hoort bij het etiket van Zondagsschilders II.
[4] De advertentie was onder meer te zien in het Algemeen Dagblad op 7 mei 1965.
[5] Hermans, “De werkelijkheid van Willem van Genk”, p. 9.
[6] Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 109. Van der Endt geeft als maten 50 x 65 cm (hetgeen onjuist lijkt) en als titel Russische tank. Albert Schmela refereert aan het werk als ‘die Arbeit ‘Russischer Pantzer’’ (brief van Albert Schmela aan Pieter Brattinga, 2 december 1964; archief Pieter Brattinga, Wim Crouwel Instituut).
[7] In een advertentie in het Algemeen Handelsblad van 25 mei 1957 biedt Cebuto onder meer een tweedaagse busreis naar Wuppertal aan (voor fl. 56,-).