
Zonder titel (knipsel), ca. 1955
Het wordt de liefhebber steeds eenvoudiger gemaakt om werk van Willem van Genk te zien. Sowieso is een groot aantal tekeningen, schilderijen en assemblages online te vinden – waarbij het LaM in Villeneuve d’Asq een eervolle vermelding verdient voor het bieden van de mogelijkheden om een uitermate gedetailleerde blik in de collectie te werpen.1 Hetgeen me meteen op een tweede optie voor de genoemde liefhebber brengt: een groeiend aantal musea bezit werk van Van Genk, in binnen- maar vooral ook buitenland. Bij mijn weten is zijn werk te zien in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Kroatië, Japan en de Verenigde Staten. Daarnaast zijn er steeds meer musea die graag ‘een Van Genk’ zouden bezitten, maar die stuiten op minimale beschikbaarheid en (mede daardoor) hoge kosten indien er een werk op de markt komt.
Een derde optie om werk van Van Genk te zien: tentoonstellingen, vaak gewijd aan art brut of outsider art, die niet om hem heen kunnen of graag zijn naam opgenomen zien in de lijst van geëxposeerde kunstenaars. Op dit moment zijn er drie tentoonstellingen waar men oog in oog kan staan met een of meerdere tekeningen, schilderijen of assemblages. In Arles wordt nog tot 11 mei het Festival du Dessin gehouden, met dit jaar als centrale expositie een selectie van tekeningen uit de collectie van Antoine de Galbert. De Galbert is de bezitter van Van Genks monumentale Panorama Moskou, dat al in 1964 te zien was bij Steendrukkerij De Jong en Co. in Hilversum. Nico van der Endt spoorde het werk begin deze eeuw op in Duitsland, liet het restaureren en verkocht het, waarna het uiteindelijk terechtkwam bij De Galbert. Panorama Moskou is een van de topstukken van de tentoonstelling in Arles; uit een recensie: ‘Ne manquez pas, dès l’entrée, l’impressionnant panorama de Moscou (1956) de Willem van Genk’.2 Hoe men bij die precieze datering komt, is mij onbekend.
In Brussel zijn in museum Art et Marges tot in ieder geval 2 november drie heel andere werken te zien. Het gaat om de tentoonstelling Aussi Loin qu’ici, die te zien zal zijn in twee delen: van 24 april 2025 tot 2 november 2025 en van 13 november 2025 tot 29 maart 2026. Hieronder de werken van Van Genk:

Art et Marges, Aussi Loin qu’ici (1mei 2025)
De drie werken zijn afkomstig uit de collectie van Museum Dr. Guislain in Gent. Het werk links wordt in de database van dit museum omschreven als ‘Tekening van Brussels stadslandschap bestaande uit delen. Hier en daar kleine scheuren.’ De hoogte is volgens die database 42 cm. De afgebeelde stad is echter niet Brussel, maar Antwerpen – de Keyserlei, om precies te zijn. Wel hangt over de straat een spandoek met de tekst BEZOEKT-DIT-JAAR-DE-BRUSSELSCHEJAARBEURS. Een tekening met een vergelijkbaar perspectief van de Keyserlei is te vinden in een boekje met gedetailleerde potloodtekeningen van Antwerpen dat Van Genk in de jaren vijftig maakte, Album van Antwerpen, “de signorenstad aan de schelde!”:

Boven: Aussi loin qu’ici, onder: Album van Antwerpen (detail; particuliere collectie)
De tekening van Antwerpen die te zien is bij Art et Marges bestaat uit vier delen. Drie daarvan zijn afgebeeld in Willem van Genk bouwt zijn universum uit 2010.3
Een tweede werk bij Art et Marges, geheel rechts op de overzichtsfoto hierboven, is eveneens beschreven in de database van Museum Dr. Guislain: ‘Pentekening met vegetatie, ingekleurd met kleurpotloden. Cirkel uitgeknipt aan de linkerzijde en balpentekeningen’. De hoogte is 20,2 cm. De uitgeknipte tondo is verwerkt in de (gedeeltelijke) collage Urbanisme et Architecture (WVG-0054; linker strook, midden rechts):

Links: Aussi loin qu’ici, rechts Urbanisme et Architecture (detail)
Het knipsel was ook te zien tijdens de tentoonstelling Outsider art. Creativiteit buiten de kaders bij Gemeentemuseum in Den Haag in 2015, in een vitrine met Van Genk-varia uit de collectie van Museum Dr. Guislain. Urbanisme et Architecture hing daar eveneens.
Het derde werk bij Art et Marges is een trolleybus-assemblage die ook te zien was tijdens de tentoonstelling Willem van Genk: Mind Traffic bij het Museum of American Folk Art in New York in 2014:

Willem van Genk: Mind Traffic (foto: Hiroko Masuike/The New York Times)
In mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” kreeg de bus de aanduiding WVG-6019, met de kanttekening dat het ook om WVG-6018 of WVG-6021 zou kunnen gaan. Opmerkelijk is dat de assemblage volgens Art et Marges afkomstig is uit de collectie van Museum Dr. Guislain, terwijl de catalogus van de tentoonstelling in New York de Stichting Willem van Genk als eigenaar vermeldt.
De meest uitgebreide en interessante tentoonstelling die op dit moment te zien is, is Maps and Minds: A Journey with Willem van Genk van de Britse organisatie Outside In. Het betreft hier een online tentoonstelling, die men dus via de computer kan bezoeken, net als in een museum op eigen gelegenheid of via een guided tour. Outside In is, volgens de eigen website, een organisatie die een platform biedt aan ‘artists who encounter significant barriers to the art world due to health, disability, social circumstance, or isolation.’ Het project rond het werk van Van Genk maakt deel uit van het programma Step Up, dat betrokken kunstenaars via een cursus de gelegenheid biedt om vaardigheden op te doen die betrekking hebben op onderzoek naar kunstenaars en het cureren van tentoonstellingen.

Maps and Minds: A Journey with Willem van Genk
Voor de tentoonstelling werd een aantal cursisten gevraagd om te reflecteren op een specifiek werk van Van Genk, waarna hun eigen creatie naast het betreffende werk van Van Genk in de tentoonstelling werd geplaatst. Persoonlijk was ik met name gecharmeerd van de bijdragen van Jay Ottewell en Julia Fry. Ottewell reageerde op Metrostation Moskou (WVG-0095) met het werk METRO-people-LIFE: een met inkt, ballpoint en verf bewerkte, onregelmatig gevormde plak papier-maché gemaakt uit gevonden trein- en tramkaartjes. Het werk van Fry was een associatieve reactie op Airports III Garuda Indonesia (WVG-0072): een sculptuur gemaakt uit kippengaas, papier maché en pijpenragers, getiteld Black Hole of Loneliness en tentoongesteld naast de sjamanistische trommel die ze had gebruikt om tot haar creatie te komen.
De bij het project betrokken docent liet mij kort na de opening van de tentoonstelling weten: ‘It was a great pleasure working with this wonderful group of individuals, all so dedicated to the course, to the process and showing up to support each other throughout. One of the curatorial choices the artists made was to have a photograph of Van Genk front and centre of the exhibition. When viewing the exhibition she helped curate, Julia Fry said that she felt “the exhibition really honours Van Genk”. This is what the artists wanted and I hope it comes across.’4
NOTEN


































