Aanzet tot een catalogue raisonné (15)

Dit is het vijftiende deel van een aanzet tot een catalogue raisonné van het oeuvre van Willem van Genk.

Velperplein, Arnhem (WVG-1027)

Opnieuw een aantal tekeningen dat te zien was tijdens de tentoonstelling Woest in het Outsider Art Museum in Amsterdam, van 19 september 2019 tot 3 januari 2021.


WVG-1021

Mijnbouw | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | 24,5 x 18 cm

Ingekleurde pentekening van een industriële omgeving, met erboven in grote groene letters Mijnbouw, daaronder in zwart rechtstreekse verbindingen per N.V. staatsspoorwegen vanaf centraal station – amsterdam en in rood de toevoeging (electrisch).

De tekening werd in 2021 aangeboden (en verkocht) door galerie J-P Ritsch-Fisch (‘Amsterdam central station’).

Outsider Art Museum (Amsterdam), Woest, 3 oktober 2019. Boven links WVG-1001, boven rechts WVG-1021, onder links WVG-1006, onder rechts WVG-1022


WVG-1022

Kathedraal | ca. 1950 | inkt op papier | ca. 25 x 40 cm

Noordzijde van een kathedraal, mogelijk de de Sint-Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch.


WVG-1023

Interieur kathedraal | ca. 1950 | inkt op papier | ca. 36 x 25,5 cm

Binnenaanzicht van een kathedraal, mogelijk dezelfde als afgebeeld op WVG-1022.


WVG-1024

Stadsgezichten van Arnhem in 1933 | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 15,5 x 37 cm

In feite is hier sprake van twee tekeningen die op een groter stuk papier zijn bevestigd, met aan de onderkant van het geheel de tekst stadsgezichten van Arnhem in 1933 | (voor de verwoesting der binnenstad). De linker tekening (ca. 13 x 20 cm) is een afbeelding van de Grote Markt in Arnhem (cf. WVG-1018), met eronder de tekst GROTE MARKT ARNHEM met grote Eusebiuskerk […]. De rechter afbeelding (ca. 7 x 17 cm) is een binnenaanzicht van een station met daaronder de tekst ARNHEM CENTRAAL STATION RIJNSPOOR.

Ans van Berkum mailde mij een foto van de tekening op 19 augustus 2018.

Outsider Art Museum (Amsterdam), Woest, 3 oktober 2019. Boven WVG-1024, onder links WVG-1023, onder rechts WVG-1025.


WVG-1025

Het project Rhijnstraat/Roermondsplein | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 26 x 44 cm

Een plattegrond van Arnhem, met in de linker bovenhoek de tekst Arnhem; Het project Rhijnstraat/Roermondsplein (lijn II). Het Roermondsplein in Arnhem is een verkeersplein ten westen van het stadscentrum bij de Nelson Mandelabrug (voorheen de Roermondspleinbrug). Aan de noordzijde grenst het plein aan het Nieuwe Plein, waar de Rijnstraat begint. Ooit lag op de plek van het Roermondsplein de Oude Haven, die na Tweede Wereldoorlog werd gedempt. Tot 1935 lag nabij de Oude Haven een schipbrug (cf. WVG-1030).


WVG-1026

Uitzicht door venster | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 24,5 x 33 cm

Afgebeeld is een uitzicht door een raam op een bijna lege straat, met links en rechts rood-wit gestreepte luifels. Recht rijdt een bus uit beeld met het opschrift VELUWSCHE AUT […]. Op straat staat een pijl naar rechts met een tekst  ZU […] HE […] BEEKT […]. Het lijkt al met al om een horecagelegenheid te gaan, in of in de buurt van Zutphen. Het procedé van de afbeelding door een raam gebruikte Van Genk vaker, onder andere in WVG-0046.


WVG-1027

Velperplein, Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 23 x 35 cm

Het Arnhemse Velperplein, gezien vanuit het noordoosten op straatniveau. Links concertgebouw Musis Sacrum, rechts warenhuis V&D. Vergelijk WVG-1011: daar ligt het perspectief hoger en bevindt de kijker zich ongeveer op de plaats van het warenhuis.

De tekening werd in 2023 aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch.


WVG-1028

Dam, Amsterdam | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 21,5 x 23 cm

Centraal op deze tekening het Paleis op de Dam, een gebouw dat ook te zien is op onder andere WVG-0047 en WVG-0111. Op de voorgrond het Damplantsoen, dat midden jaren vijftig verdween.

Outsider Art Museum (Amsterdam), Woest, 3 oktober 2019. Boven WVG-1026; midden v.l.n.r. WVG-1027, WVG-1028, WVG-1029; onder WVG-1030


WVG-1029

Westermarkt, Amsterdam | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 16,5 x 13,5 cm

Rechts de Westertoren; cf. WVG-1016. Op de trottoirs aan weerszijden van de trambaan marcheren soldaten.


WVG-1030

Rijn bij Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 22,5 x 36,5 cm

De brug op voorgrond is de schipbrug die tot 1935 op die plek lag. Waar de brug aan de stadszijde uitkomt, ligt rechts de voormalige Oude Haven. De toren rechts is van de Eusebiuskerk, de toren links van de Kleine Eusebiuskerk die in de buurt van het centraal station lag.


Aanzet tot een catalogue raisonné (14)

Dit is het veertiende deel van een aanzet tot een catalogue raisonné van het oeuvre van Willem van Genk.

Trompetsteeg, Arnhem (WVG-1014)

Waar ik me de vorige keer concentreerde op de tentoonstelling Essenties 1 bij museum Het Dolhuys in Haarlem (zomer 2015), wil ik nu kijken naar Woest in het Outsider Art Museum in Amsterdam, van 19 september 2019 tot 3 januari 2021. Hier waren tientallen vroege tekeningen van Willem van Genk te zien, die ik op deze plaats en in de volgende posts zal proberen te inventariseren.


WVG-1011

Velperplein, Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 23 x 36 cm

Eén van de vele tekeningen van Arnhem die Willem van Genk in deze periode maakte. Het Velperplein is daarbij vaak het onderwerp, ook omdat hij er vanuit warenhuis V&D een goed uitzicht op had. Links de Sint Martinuskerk, rechts concertgebouw Musis Sacum, in de verte de Steenstraat. Aan de trams is te zien dat het om een situatie vóór of tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat.


WVG-1012

Trompetsteeg, Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 33 x 14 cm

Een tekening die vergelijkbaar is met WVG-1014: een blik op de toren van de Arnhemse Eusebiuskerk vanuit de vooroorlogse Trompetsteeg. Zoals ik eerder schreef was dit een perspectief dat vele kunstenaars inspireerde en dat ook bij Van Genk meerdere malen terugkeert, zoals op Geldersche tramwegen (WVG-0114). Een grote tekening van de Trompetsteeg door Van Genk is aanwezig bij Museum Dr. Guislain.

Outsider Art Museum (Amsterdam), Woest, 3 oktober 2019. V.l.n.r. WVG-1011, WVG-1012, WVG-1013.


WVG-1013

Stadhuis, Rotterdam | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 34 x 22,5 cm | particuliere collectie

De tekening werd in 2021 aangeboden en verkocht door galerie J-P Ritsch-Fisch (‘Sans titre, circa 1945′) en was in het najaar van 2022 te zien tijdens de tentoonstelling Willem van Genk was here bij Galerie Weisbard in Rotterdam.


WVG-1014

Trompetsteeg, Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 33 x 20,5 cm

Zie ook WVG-1012. De tekening werd in 2023 aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch (‘Sans titre, circa 1950’).


WVG-1015

Bussen, Arnhem | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | ca. 23,5 x 30,5 cm

Opnieuw een afbeelding van Arnhem, niet met trams of trolleybussen maar met autobussen. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog werden in Arnhem nood- en schoolbussen ingezet voor het openbaar vervoer. Mogelijk is deze situatie hier weergegeven, ergens op het traject van lijn 1 tussen Oosterbeek en het centraal station.1

Outsider Art Museum (Amsterdam), Woest, 3 oktober 2019. V.l.n.r. WVG-1014, WVG-1015, WVG-1016.


WVG-1016

Vaarwel tram, Amsterdam | ca. 1957 | gemengde techniek op papier | ca. 21,5 x 18,5 cm

De laatste rit(ten) van de Blauwe Tram is een belangrijk beeldmotief binnen het oeuvre van Willem van Genk; zie hier. Zoals ik eerder schreef wordt daarbij de fascinatie voor vervoersmiddelen gecombineerd met het thema van afscheid en verval. Op deze tekening gaat het om de afscheidsrit op het traject Amsterdam – Zandvoort, op 31 augustus 1957. Te zien is een niet geheel kloppende weergave van de Westerkerk, met op de toren de drie Andreaskruisen die het wapen van Amsterdam vormen.


WVG-1017

Bomenlaan | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 20,5 x 32,5 cm

De tekening vertoont overeenkomsten met WVG-1019 (hieronder), WVG-1004 en WVG-0110 (Bomenlaan). Mogelijk is dezelfde weg afgebeeld als op WVG-1004, met links een tramspoor.


WVG-1018

Grote Markt, Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 24 x 35 cm

Op de achtergrond de Sint-Eusebiuskerk. De kiosk-achtige constructie die uittorent boven de marktkramen, lijkt niet historisch.

De tekening werd in 2023 aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch.

Outsider Art Museum (Amsterdam), Woest, 3 oktober 2019. Links WVG-1017, midden boven WVG-1018, midden onder WVG-1019, rechts WVG-1020.


WVG-1019

Bomenlaan | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 23 x 34 cm

Opnieuw een tekening van een bomenlaan (cf. WVG-1017), met twee bussen of trams die elkaar passeren. Meer nog dan bij WVG-1017 heeft Van Genk voor de kruinen van de bomen voornamelijk waterverf gebruikt. Het liggende formaat van de tekening is bij dit onderwerp een uitzondering.


WVG-1020

Dorpsstraat, Harreveld | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 12 x 28 cm

Rechts de dorpskern van Harreveld, links het gebouw van het internaat waar Willem van Genk in 1939 enkele maanden verbleef. Het getekende deel van dit werk is uitgeknipt en op een ander stuk papier bevestigd, dat bewerkt is met blauw potlood.

Ans van Berkum mailde mij een foto van de tekening op 5 oktober 2018. De tekst op de achterkant: ‘Gemeente Lichtenvoorde; dorpstraat te Harreveld (Gld) | (Roomsche nederzetting) †’.


NOTEN

  1. Zie voor meer details de pagina Autobussen Arnhem op de site van de Nederlandse Trolleybus Vereniging (geraadpleegd 15 november 2023). ↩︎

Aanzet tot een catalogue raisonné (13)

Dit is het dertiende deel van een aanzet tot een catalogue raisonné van het oeuvre van Willem van Genk.

Grolsch Pilsner (WVG-1007)

Om hoeveel tekeningen gaat het in de kwestie die ik hier en hier heb beschreven? Een precies aantal is niet te geven, omdat er tekeningen zijn die ik niet heb gezien en/of waar ik geen foto’s van heb. Een goed voorbeeld is de tekening van de toren van de Laurenskerk in Rotterdam: tot februari 2022 wist ik niet van het bestaan ervan. Ans van Berkum zei tegen journalist Arjen Ribbens van NRC dat ze de tekeningen en andere zaken ‘tot viermaal toe geëxposeerd’ had.1 Mij zijn drie tentoonstellingen bekend waar een deel van de tekeningen te zien was. Allereerst Willem van Genk bouwt zijn universum bij Casla in Almere, van 19 november 2010 tot 26 februari 2011. Vervolgens Essenties 1 bij museum Het Dolhuys in Haarlem, van 9 juni tot 13 september 2015. En ten slotte Woest bij Outsider Art Museum in Amsterdam, van 19 september 2019 tot 3 januari 2021.2

Bij de tentoonstellingen Essenties I en Woest heb ik foto’s gemaakt, die als basis dienen voor dit deel van de catalogue raisonné. Daarnaast is er een aantal tekeningen waarvan ik het bestaan op een andere manier ken; waar mogelijk vermeld ik steeds mijn bron. Ik heb gekozen voor een aparte reeks binnen mijn nummering, steeds beginnend met WVG-1, waarna een volgnummer van drie cijfers volgt. Voor de titels ben ik in principe afgegaan op de voorstelling, waarbij een locatie (indien herkenbaar) de voorkeur had. Meer informatie over die locatie is vaak op de achterkant van de tekeningen te vinden, maar die is maar zelden bekend.

Uiteraard is steeds de vraag: wat geldt als een tekening, naast bijvoorbeeld een geïllustreerde tekst, een plattegrond of een knipsel? Een antwoord is niet eenvoudig te geven, ik heb keuzes gemaakt die in een aantal gevallen ook anders hadden kunnen uitvallen. Zo is al bij enkele van de werken hieronder (WVG-1007 en WVG-1008) te beargumenteren dat het niet om tekeningen in strikte zin gaat. Desalniettemin heb ik ze toch in dit deel van het overzicht opgenomen – niet voor niets is dit een aanzet tot een catalogue raisonné, een opstapje naar een definitieve(re) versie.


WVG-1001

Stationsplein, Arnhem | ca. 1950 | inkt op papier | ca. 25 x 40 cm

Uit de naam HAARHUIS op het pand links is af te leiden dat het Stationsplein in Arnhem is afgebeeld: het hotel met die naam lag en ligt tegenover het station. Het gaat om een situatie vóór of tijdens de Tweede Wereldoorlog, wat onder meer te zien is aan de afgebeelde trams (met o.a. een reclame voor TURMAC). De kerk op de achtergrond is de Kleine Eusebiuskerk aan het Nieuwe Plein te zien, die in 1990 werd afgebroken.

De tekening was te zien tijdens Essenties I en Woest.

Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Links WVG-1001, rechts WVG-1002


WVG-1002

Muntplein, Amsterdam | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 26,5 x 19,5 cm

Vanwege de donkere lucht lijkt het te gaan om een tafereel bij avond of nacht. De toren links is de Munttoren. De tekening bevat prominente reclames in geel en groen, onder andere voor CARL DENIG: een winkel voor kampeerbenodigdheden en buitensport aan de Weteringschans.

De tekening was te zien tijdens Essenties I.


WVG-1003

Antwerpen gebombardeerd | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | ca. 26,5 x 39,5 cm

Blauwe pentekening met rode accenten. Dat het hier om Antwerpen gaat is onder andere te zien aan de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in het midden en de Boerentoren rechtsonder. Het gebouw rechts daarnaast, met op het dak het woord Inovatione, is een weergave van het warenhuis Inno/A l’innnovation aan de Meir.

De tekening was te zien tijdens Essenties I.

Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Links WVG-1003, rechts WVG-1004


WVG-1004

De Geldersche Achterhoek | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | ca. 28 x 21,5 cm

Met vooral waterverf ingekleurde pentekening, die overeenkomsten vertoont met WVG-0110 (Bomenlaan). Links op de weg een tramspoor, met in de verte een tram. Volgens een tekst op de achterkant van de tekening gaat het hier om een weg bij Zelhem in de Achterhoek.3 Linksboven is een stuk bruin verkleurd papier over de afbeelding geplakt met de tekst De Geldersche Achterhoek.

De tekening was te zien tijdens Essenties I. Ans van Berkum mailde mij een foto van de tekening op 2 oktober 2018.


WVG-1005

Keulen 1945 | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | ca. 28 x 22,5 cm

Meer over deze tekening is hier te vinden.

De tekening was te zien tijdens Essenties I en Woest.

Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Links WVG-1005, rechts WVG-1006


WVG-1006

Bruggen over de Koningshaven, Rotterdam | ca. 1950 | inkt op papier | 23,5 x 35 cm

Zwart-witte pentekening van de Rotterdamse Koningshaven, gezien vanaf de Prins Hendrikkade op het Noordereiland. De lage brug is de Koninginnebrug (voor wegverkeer), de hoge brug is ‘De Hef’, een sinds september 1993 buiten gebruik gestelde spoorweghefbrug.

De tekening was te zien tijdens Essenties I en Woest en werd in 2021 aangeboden (en verkocht) door galerie J-P Ritsch-Fisch.


WVG1007

Grolsch Pilsner | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | ca. 24 x 32 cm

Het gaat hier om een gedetailleerde weergave van het openbaar vervoer-net van Gelderland, waaroverheen een langwerpig stuk wit papier is geplakt met de tekst “Heel Gelderland drinkt; Grolsch Pilsener”.

De tekening was te zien tijdens Essenties I en Woest. Ans van Berkum mailde mij een foto van de tekening op 2 oktober 2018.

Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Links WVG-1007, rechts WVG-1008


WVG-1008

Tramplan Brugge | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | ca. 25,5 x 23 cm

Linksboven een stempel W. VAN GENK, rechtsonder de letter B in een links onderbroken cirkel, over een afbeelding van een tram. Het werk vertoont overeenkomsten met een vergelijkbaar tramplan van Brussel, dat in bezit is van Museum Dr. Guislain en dat ook te zien was tijdens Woest.4

De tekening was te zien tijdens Essenties I.


WVG-1009

Keulen 1945 | ca. 1945 | gemengde techniek op papier | 28,5 x 22,5 cm

Meer over deze tekening is hier te vinden.

De tekening was te zien tijdens Essenties I.

Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Links WVG-1009, rechts WVG-1010


WVG-1010

Tramhalte, Amsterdam | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 34,5 x 21 cm

Waarschijnlijk is een tramhalte afgebeeld in de buurt van het Amsterdamse Centraal Station. Vóór de rij personen bij de tram staat een zogeheten “glasbok” met het opschrift GLAS.

De tekening was te zien tijdens Essenties I.


NOTEN

  1. Arjen Ribbens, “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”, in: NRC, 14 september 2023. ↩︎
  2. Het zou kunnen dat Van Berkum met de vierde tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne op het oog heeft (van 5 maart tot 27 juni 2021), maar die ken ik niet uit eigen waarneming. ↩︎
  3. ‘Achterop staat “Zelhem gemeente Wisclo (smalspoor ,,GTW” X natuurreservaat, kasteek, uitspanning Prieserbeek’ (e-mail van Ans van Berkum aan Jack van der Weide, 24 augustus 2018). Onduidelijk is of de schrijffouten afkomstig zijn van Van Genk of Van Berkum. ↩︎
  4. Een afbeelding is te zien in: Museum Dr. Guislain / Stichting Willem van Genk, Willem van Genk bouwt zijn universum, Tielt 2010, p. 9. Het bijschrift bij deze afbeelding en twee andere: ‘Knipsels uit de bibliotheek van Willem van Genk, Museum Dr. Guislain’. Op een inventarislijst van het museum komt de tekening voor onder de titel “Petit plan de Bruxelles” met in de beschrijving onder meer de vermelding dat op de achterkant een stempel W. VAN GENK staat. ↩︎

Straatsburg (2)

Dit is het tweede deel van een tekst over tekeningen van Willem van Genk die recentelijk te koop werden aangeboden. Het eerste deel is hier te vinden.

Pagina uit de catalogus Architectures (2023) van galerie J-P Ritsch-Fisch

Op zondag 12 maart 2023 zie ik op de website van Art Paris 2023 dat er tijdens die beurs wederom werken van Willem van Genk zullen worden aangeboden door Galerie J-P Ritsch-Fisch uit Straatsburg. Ik stuur een mailtje aan de galerie met de vraag of dit nieuwe werken zijn. Het antwoord, op maandag 13 maart: ‘I will indeed have new works by Willem Van Genk that should be presented at Art Paris.’ De mail is ondertekend met ‘Richard Solti, owner’ – naar ik later hoorde is deze Solti (een voormalig militair en maatschappelijk werker) sinds september 2022 de nieuwe eigenaar van de galerie. Ik antwoord hem dat ik helaas niet naar Art Paris kan komen, maar dat ik erg geïnteresseerd ben in de werken en daarom graag meer informatie ontvang. Er volgt geen reactie. Ik licht verzamelaar X in, die eveneens een mailtje stuurt om blijk te geven van zijn interesse maar evenmin een reactie ontvangt.

Op donderdag 30 maart bezoekt verzamelaar X de kunstbeurs in Parijs en stelt hij vast dat er zeven tekeningen van Willem van Genk worden aangeboden, voor een prijs van € 17.000 per stuk. Hij stuurt mij foto’s; vijf van de tekeningen ken ik. Solti geeft desgevraagd aan X aan dat het werk afkomstig is van familie van de kunstenaar. De tekeningen:

  1. Parklandschap met brug | twee delen, ca. 23 x 35 cm en ca. 20 x 9 cm
  2. Velperplein, Arnhem | 23 x 35 cm
  3. Trompetsteeg, Arnhem | 33 x 20,5 cm
  4. Hotel Oranje Nassau, Arnhem | 24 x 36 cm
  5. Markt, Arnhem | 24 x 36 cm
  6. Twee zijden | 23 x 35 cm
    • a. Willemsplein, Arnhem
    • b. Willemsplein, Arnhem
  7. Twee zijden | ca. 23 x 35 cm
    • a. Doetinchemmer straatweg
    • b. Sint Walburgiskerk, Zutphen

Nummers 1, 2, 3, 5 en 6a waren eerder te zien tijdens de tentoonstelling Woest.

Art Paris 2023 (30 maart 2023), een van de tekeningen van Willem van Genk die worden verkocht door galerie J-P Ritsch-Fisch: nummer 1, Parklandschap met brug (twee delen). Links daarachter de voorkant van tekening nummer 7, Doetinchemmer straatweg

Op 6 april 2023 beantwoordt Solti alsnog mijn eerdere mail en laat hij weten geen werken van Van Genk meer te koop te hebben, daarmee suggererend dat hij alles heeft verkocht. Enkele weken later blijkt galerie J-P Ritsch-Fisch op haar website de pagina ‘Willem van Genk’ nieuw leven te hebben ingeblazen, met afbeeldingen van vijf van de tekeningen die te zien waren tijdens Art Paris 2023. Er staat ook een korte, deels foutieve biografische tekst op de pagina. Die tekst is overgenomen in (of uit) de catalogus bij een tentoonstelling Art Brut van Musée Würth – niet ver van Straatsburg – waar enkele werken van Willem van Genk te zien zijn, deels uit de collectie van Antoine de Galbert uit Parijs.

Musée Würth, Art Brüt (16 mei 2023). Van links naar rechts Panorama Moskou (WVG-0016), Arnhem (WVG-0019) en Collage 2000 Beljon Inc. (WVG-0076)

Ik vraag aan een vriend (CB) om bij Solti te informeren naar werk van Van Genk: Solti kent mijn naam en is mogelijk op zijn hoede als ik zelf iets vraag. Op 9 mei stuurt hij aan CB, die zich heeft voorgedaan als een verzamelaar van outsider art, een catalogus van een binnenkort te openen tentoonstelling in zijn galerie. De catalogus (Architectures, van 17 mei tot 24 juni 2023) bevat afbeeldingen van vijf van de zeven tekeningen die eerder tijdens Art Paris 2023 werden aangeboden (nummers 2 t/m 6). CB stuurt op mijn verzoek een mail aan Solti waarin hij naar de prijs van een van de tekeningen in de catalogus vraagt (nummer 6, Willemsplein, Arnhem).

Op 11 mei laat Solti hem het volgende weten: ‘The drawing you have selected is a double-sided work with collage and mixed technique, typical of the work of Willem Van genk. Its price is €17,000.’ De eerdere opmerking tegen mij dat hij geen werk van Van Genk meer te koop had, lijkt derhalve onjuist. Inmiddels is ook op de website van de galerie een aankondiging van de tentoonstelling Architectures verschenen, waarbij niet wordt verhuld dat daar ook werk van Willem van Genk te zien zal zijn. Korte tijd later post Solti op Facebook een filmpje over de tentoonstelling, waarbij ook de tekeningen van Van Genk in beeld komen.

Een van de vitrines tijdens de tentoonstelling Woest. De twee middelste tekeningen (Stadhuis, Rotterdam en Trompetsteeg, Arnhem) werden aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch, in respectievelijk 2021 en 2023

CB stuurt Solti een mail, waarin hij informeert naar de herkomst van de tekening waarvoor hij belangstelling veinst te hebben. In het antwoord wordt enigszins om de hete brei heen gedraaid:

This work comes from an important private collection. I will of course provide a certificate to collectors who acquire a work by Van Genk. I would also like to point out that for all the works by Van Genk presented in the catalog, the owners will be invited to lend them for an exhibition and the publication of a catalog in which the drawings will be reproduced; this allows us to be reassured about the certainty of their provenance.

CB mailt terug dat hij toch echt een naam wil horen, vanwege slechte ervaringen in het verleden: 

The fact that this work is from an important private collection does not convince me, I’m afraid. Nor does the publication you mentioned with reproductions of the drawings constitute a guarantee, as this is only an intention.

What remains is the certificate. By whom was this signed? That is, by whom was the work certified? I have no doubts about its authenticity, unfortunately I do have doubts about its provenance.

Pas na enig aandringen komt het hoge woord er op 17 juni uit:

I’ve just been in touch with the former owner of the drawing you want to buy, who has agreed to let me give you her name. It’s Mrs Ans Van Berkum, whom you undoubtedly know as the world’s leading Van Genk specialist and former director of the Zwolle museum.

She didn’t want to give her name because she doesn’t want to be contacted directly by people looking for works. I told her you were really interested, so she agreed.

I will therefore include the certificate that this is a work from the former Hans Van Berkum [sic; JvdW] collection.

CB laat in zijn antwoord weten dat hij in dat geval niet geïnteresseerd is in het werk, omdat hij Ans van Berkum niet vertrouwt en de tekeningen eigenlijk van de Stichting Willem van Genk zijn.

Galerie J-P Ritsch-Fisch, 17 mei 2023: vijf tekeningen van Willem van Genk

Inmiddels heeft Solti ook een ander, veel belangrijker werk van Willem van Genk in de verkoop gekregen, Collage 2000 Beljon Inc. (1971; WVG-0076), waarvoor hij € 350.000 denkt te kunnen krijgen en waarover hij zowel CB als mij aanschrijft.1 Mede daardoor verdwijnen de tekeningen van Ans van Berkum enigszins naar de achtergrond. Begin augustus plaatst Galerie J-P Ritsch Fisch op haar Facebook-pagina aparte berichten over enkele van de tekeningen. Op 11 augustus kondigt de galerie op diezelfde Facebook-pagina een Summer exhibition aan die is gewijd aan Willem van Genk. Verdere informatie (inclusief precieze data) ontbreekt, maar de illustratie bij de aankondiging is een van de tekeningen van Ans van Berkum.

Markt, Arnhem | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 24 x 36 cm

Op donderdag 14 september 2023 publiceert dagblad NRC een uitgebreid artikel over de zaak rond de tekeningen: “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”.2 Journalist Arjen Ribbens heeft zich in de materie verdiept en heeft gesproken met aan aantal betrokkenen, onder wie Ans van Berkum, Nico van der Endt en Hans Looijen. Ook Richard Solti wordt om een reactie gevraagd, maar hij zegt tegen Ribbens ‘geen tijd te hebben voor vragen over de bijzondere herkomst van de door hem aangeboden Van Genk-kunstwerken. Hij doet de beschuldigingen aan het adres van Van Berkum in een e-mail af als “ego-gekibbel en jaloezie”‘.

Van Berkum zelf wil aanvankelijk evenmin iets zeggen, maar komt uiteindelijk toch met een reactie: ze heeft de tekeningen inderdaad in 1998 meegenomen uit het appartement van Van Genk, zij het ‘te goeder trouw’ omdat de werken in tijdschriften verborgen zaten. Pas jaren later zou ze het materiaal hebben ontdekt. ‘Ze is tekeningen gaan verkopen om (verloren) rechtszaken tegen Museum van de Geest te bekostigen en voor de kosten van haar dissertatie over de kunstenaar. Hoeveel tekeningen ze inmiddels heeft verkocht zegt ze niet te weten. Volgens een geraadpleegde jurist mocht ze de jaren later pas ontdekte werken als haar eigendom beschouwen. “Ik heb de jurist alleen niet gezegd dat ik die spullen als museumdirecteur meenam”, zegt Van Berkum. Het kan zijn, zegt ze, dat door haar conflict met het Museum van de Geest “haar beoordelingsvermogen niet zo heel zuiver meer was”.’

Ook andere media nemen het nieuws over, waarbij vrijwel steeds wordt gerefereerd aan een fraudeaffaire bij museum De Stadshof, die in 2000 had geleid tot het ontslag van Van Berkum als directeur: ‘Oud-directeur ‘spookbezoekmuseum’ Zwolle weer in opspraak’ (Algemeen Dagblad); ‘Oud-directeur Zwols museum beschuldigd van frauduleuze verkoop kunstwerken’ (RTV Oost); ‘Almeerse onder vuur over kostbare kunst’ (Omroep Almere).3 Op 3 november 2023 staat in de wekelijkse nieuwsbrief van het tijdschrift Raw Vision (‘the world’s only international journal of Outsider Art’) een uitgebreide tekst over de zaak.4 Daarin wordt nogmaals gezegd, zoals eerder al in het NRC-artikel, dat het om minstens zestig tekeningen gaat.


NOTEN

  1. ‘I have just acquired this exceptional work by Willem Van Genk, which I would like to bring to your attention’ (e-mail van Richard Solti aan Jack van der Weide, 14 juni 2023). Deze formulering ten spijt bleek nadien dat Solti het werk in cosignatie had en dat hij het niet zelf had aangekocht. ↩︎
  2. Ook de podcast NRC Vandaag is op 14 september gewijd aan de zaak rond de tekeningen (hier; geraadpleegd 8 november 2023). ↩︎
  3. Respectievelijk hier, hier en hier (geraadpleegd 8 november 2023). In het NRC-artikel: ‘Aan haar directoraat bij De Stadshof kwam in 2000 een abrupt einde. Onder haar leiding bleek vierenhalf jaar lang gefraudeerd te zijn met museumjaarkaarten. Door dagelijks blanco kaarten langs de scanners te halen had het museum naar schatting 34.000 ‘spookbezoekers’ geregistreerd en zo de Stichting Museumjaarkaart voor 100.000 gulden benadeeld. Van Berkum ontkende aanvankelijk op de hoogte te zijn geweest. Na justitieel
    onderzoek bleek dat ze wel had geweten van de frauduleuze registratie. Ze werd ontslagen en ontkwam door een schikking (een geldboete) aan strafvervolging.’ ↩︎
  4. “WILLEM VAN GENK FOUNDATION:  Foundation accuses former director of fraudulent sales”, in: Raw Vision Weely #345 (geraadpleegd 9 november 2023). ↩︎

Straatsburg

Pagina uit de catalogus 25 ANS – 25 OEUVRES (2021) van galerie J-P Ritsch-Fisch

Dit verhaal begint in juli 1998, bij de ontruiming van het appartement van Willem van Genk aan de Harmelenstraat 28 in Den Haag. Aanwezig daarbij zijn Dick Walda en Jan Keja, die beelden van de ontruiming opnemen in de documentaire over Van Genk die ze aan het maken zijn. Ook aanwezig zijn, naast enkele familieleden van de kunstenaar, directeur Ans van Berkum van museum De Stadshof uit Zwolle, haar broer en haar collega Carolien Satink. Laatstgenoemde is gastconservator voor de grote overzichtstentoonstelling die de Stadshof later dat jaar aan Van Genk zal wijden. Voor het museum zijn met name de grotere werken van de kunstenaar van belang, maar Van Berkum neemt ook ‘met instemming van de familie Van Genk wat zakken met spullen mee die anders zouden zijn afgevoerd en vernietigd’.1

Drieëntwintig jaar later. Op 28 juni 2021 zie ik op de website van de kunstbeurs Art Paris 2021 een tekening van Willem van Genk staan met als bijschrift ‘Sans titre, 1945’, afkomstig van een galerie uit Straatsburg. Ik ken het werk van de tentoonstelling Woest in het toenmalige Outsider Art Museum in 2019/2020, waar enkele vitrines hadden gestaan met tientallen knipsels en tekeningen. De voorstelling kan ik echter niet meteen thuisbrengen. Ik stuur een appje aan X, een verzamelaar die net als ik hevig geïnteresseerd is in elk detail over Willem van Genk. Hij reageert onmiddellijk: ‘stadhuis Rotterdam’, om vervolgens te vragen: ‘Hoe komt een galerie J-P Ritsch-Fisch uit Straatsburg aan een tekening van Willem?’

Dat wil ik zelf ook wel weten, reden om via het contactformulier van Art Paris 2021 een berichtje te sturen: ‘Dear Sir/Madam, the drawing by Willem van Genk on the Art Paris website depicts the city hall of Rotterdam. Also, the date 1945 seems to me to be incorrect. Could you tell me more about this drawing? (Size, provenance, price.) Many thanks in advance!’ Een half uur later krijg ik via e-mail antwoord van Jean-Pierre Ritsch-Fisch zelf, die me de catalogus stuurt waarin het werk staat afgebeeld, plus de mededeling ‘Provenance private collection pays bas’. Ritsch-Fisch ken ik enkel van naam, via Nico van der Endt.

De stand van galerie J-P Rrisch-Fisch tijdens Art Paris 2021. In het midden aan de muur drie tekeningen van Willem van Genk

In de catalogus worden vier werken van Willem van Genk aangeboden: een trolleybus uit de jaren tachtig (‘Autobus, carton et technique mixte, 84 x 32 x 20 cm’); de tekening van het Rotterdamse stadhuis (‘Sans titre, encre et peinture sur papier, circa 1945, 34 x 22,5 cm’); een tekening van enkele bruggen in Rotterdam (‘Rotterdam, bruggen over de Koningshaven, circa 1945, encre sur papier, 23,5 cm x 35 cm’); en een tekening met als onderwerp de mijnbouw in Zuid-Limburg (‘Amsterdam central station, circa 1945, encre et peinture, 24,4 x 18 cm’). Alle werken waren te zien tijdens Woest. Algemene tekst bij de werken: ‘Les dessins et l’autobus proposés par la galerie ont été achetés à deux importantes collections européennes’.

Aanvankelijk ben ik vooral geïnteresseerd in de trolleybus, omdat ik daar net een tekst over heb geschreven op mijn weblog (zie hier). Ik wijs Ritsch-Fisch op die tekst en zeg dat ik zijn collega Nico van der Endt ken. Hij geeft aan geen Nederlands te kunnen lezen en ik stuur hem een Engelse vertaling van de tekst over de trolleybus, die afkomstig is uit de collectie van Joop Groen uit Vlaardingen – of diens verzameling als een ‘importante collection européenne’ kan of kon (Groen is overleden) worden gekenschetst, is mij niet bekend. Ritsch-Fisch bedankt mij en geeft aan dat hij interesse heeft als ik nog werk van Van Genk in de verkoop heb, ‘even if you know Nico very well’.

Ik neem contact op over de kwestie met Nico van der Endt. Hij zet een vraag uit bij Museum van de Geest (de nieuwe naam van het Outsider Art Museum) naar de herkomst van de door Ritsch-Fisch aangeboden tekeningen, die immers ook te zien waren geweest tijdens de tentoonstelling Woest. Hij krijgt onmiddellijk antwoord van een medewerker van het museum: ‘Deze zijn van Ans van Berkum. Bijna 90% van de prenten en knipsels in die lange bakken kwamen van haar.’

Een van de vitrines tijdens de tentoonstelling Woest. De twee bovenste tekeningen werden aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch

Begin juli stuur ik opnieuw een mail aan Ritsch-Fisch, met de vraag of de tekeningen te koop zijn omdat ik mogelijk geïnteresseerd ben. Een dag later stuurt hij mij de prijzen: € 6.500 voor de mijnbouw-tekening, € 12.000 voor de tekening met de bruggen, € 10.500 voor het Rotterdamse stadhuis. Ik geef de prijzen door aan verzamelaar X, die daadwerkelijk een of twee tekeningen wil kopen. Hij neemt contact op met Ritsch-Fisch en vraagt om nadere informatie. Die antwoordt dat hij bij de oprichting van zijn galerie diverse personen in de kring rond Willem van Genk had laten weten dat hij geïnteresseerd was in het aankopen van diens werk: ‘So Nico sold me a painting and Mrs Berkum gave me contact to net collectors. So after a long time someone decided to sell the drawings I have. […] To let you know the half of the works I present for Paris are already sold. So  you decide or not when you want but I can’t assure they will be still available.’

Eind juli rijdt verzamelaar X naar Straatsburg, waar hij de tekening van het Rotterdamse stadhuis koopt voor een lagere prijs dan eerder gevraagd. Ter plekke blijkt er een vierde tekening te koop te zijn die eveneens te zien was geweest tijdens Woest. Vraagprijs: € 17.000. Deze vierde tekening beeldt de omgeving van het Weesperplein in Amsterdam af en is mij bekend: in augustus 2018 had Ans van Berkum mij foto’s van vijf tekeningen gestuurd, waaronder deze.2 Waar de tekeningen vandaan kwamen, liet ze in het midden (‘ik heb hier nog een paar tekeningen …’). Ik nam destijds aan dat ze van de Stichting Willem van Genk waren en hielp haar bij het determineren van de afbeeldingen.

Galerie J-P Ritsch-Fisch, 26 juli 2021: vier tekeningen van Willem van Genk

Drie maanden later stuurt verzamelaar X mij een appwisseling met Ritsch-Fisch door, waaruit blijkt dat deze tijdens Art Paris 2021 twee tekeningen van Van Genk heeft verkocht. Alleen de mijnbouw-tekening is nog over maar Ritsch-Fisch kan inmiddels een nieuw werk aanbieden, volgens hem een aquarel. Het blijkt te gaan om een tekening (geen aquarel, mogelijk is wel waterverf gebruikt bij de inkleuring) die ik herken: het is een van de werken waarvan Ans van Berkum mij in augustus 2018 een afbeelding had gestuurd. De tekening was bovendien te zien op de oude website van Stichting Willem van Genk.3 Afgebeeld is een straatscène in Groningen, met onder meer een trolleybus en met veel reclameteksten.

Een fantasie op de Groningsche Streekdag | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 27,5 x 21,1 cm

Bij de mail met foto’s die Ritsch-Fisch aan verzamelaar X stuurt, zit ook een tekst in het Nederlands over het werk. Het begin van die tekst: ‘Een fantasie op de Groningsche Streekdag, (waar ook wordt gezinspeeld op de nieuwe aanwinst der gemeentetransport n.l. de elektrische bus in het stadsnet Groningen.)’ Uit 2018 weet ik dat dit de tekst is die op de achterkant van de tekening staat. Wat volgt is met name een beeldbeschrijving, die van de hand van Ans van Berkum lijkt.4 Ritsch-Fisch stuurt verzamelaar X op verzoek de vraagprijzen: € 6.500 voor de mijnbouw-tekening, € 19.500 voor de tekening van Groningen, € 19.000 voor beide samen.5

Een van de tekeningen die Ritsch-Fisch aanbood, Rotterdam, bruggen over de Koningshaven, kende ik niet alleen van Woest maar ook van een tentoonstelling die ik in 2015 in museum Het Dolhuys had bezocht, Essenties I. Tijdens die tentoonstelling (gecureerd door Ans van Berkum) waren tien vroege tekeningen van Van Genk te zien, waaronder twee met de Dom van Keulen. Een jaar later vroeg ik Ans van Berkum naar deze twee tekeningen, in verband met een tekst die ik aan het schrijven was over de tekening Keulen van Stichting Collectie De Stadshof:6 ‘In het Dolhuys waren vorig jaar twee vroege tekeningen van Keulen van WvG te zien. Kwamen die tekeningen uit de collectie van de Stichting Willem van Genk?’ Eerst kreeg ik een tegenvraag: ‘Hingen die tekeningen ingelijst aan het witte rek?’ En nadat ik bevestigend had geantwoord en haar een foto had gestuurd: ‘Ja die zijn van Stichting Willem van Genk Jack’.7

Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Op de bovenste foto links een van de twee tekeningen van Keulen, rechts Rotterdam, bruggen over de Koningshaven, in 2021 aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch

Stichting Willem van Genk werd in juli 2000 opgericht met als voorzitter Ans van Berkum. Doel was het beheren van het werk van Willem van Genk dat nog in bezit was van de kunstenaar, om het voor verspreiding te behoeden. De door Stichting Willem van Genk beheerde objecten werden in 2002 in bruikleen gegeven aan Museum Dr. Guislain in Gent. In 2017 trad Hans Looijen, directeur van museum Het Dolhuys, toe tot het bestuur van de stichting. Korte tijd later nam hij het voorzitterschap over, kwamen de meeste werken weer terug naar Nederland en verliet Ans van Berkum het bestuur.

Begin februari 2022 ging verzamelaar X op bezoek bij Ans van Berkum. De twee kenden elkaar van de voorbereidingen van de tentoonstelling Woest en X had bij Van Berkum geïnformeerd naar een andere document dat hij daar had gezien: een geïllustreerde tekst met onder meer een afbeelding van de ruïne van de Rotterdame Laurenskerk. Van Berkum zei dat ze deze inderdaad had maar stuurde ook een foto mee van een tekening van de toren van de Laurenskerk, ongeveer van hetzelfde formaat als de tekening van het Rotterdamse stadhuis. Ze zei eerst bij Ritsch-Fisch te hebben geïnformeerd of ze de tekening buiten hem om van de hand mocht doen. X, terugblikkend op het bezoek: ‘Omdat we in de aanloop naar de tentoonstelling Woest met elkaar hadden samengewerkt wilde ze mij de toren cadeau doen. Nou ja, ze verlangde in ruil wel een donatie van 6.000 euro voor haar aanstaande dissertatie over Van Genk. […] Die donatie voelde als een koop.’8

Galerie Weisbard (Rotterdam), Willem van Genk was here, 14 oktober 2022. Tegen de achterwand de twee Rotterdam-tekeningen van verzamelaar X

(wordt vervolgd)


NOTEN

  1. Arjen Ribbens, “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”, in: NRC, 14 september 2023. Een familielid van Van Genk gaf aan dat ‘met instemming van de familie’ zou moeten zijn ‘met instemming van de aanwezige familieleden’. ↩︎
  2. E-mail van Ans van Berkum aan Jack van der Weide, 24 augustus 2018. ↩︎
  3. De oude website van Stichting Willem van Genk, gehost door Nuoska (= ontwerper Michiel van Haren), was tot half november 2022 te benaderen. Daarna werd deze uit de lucht gehaald en definitief vervangen door de nieuwe versie, gehost door Museum van de Geest (hier; benaderd op 3 november 2023). ↩︎
  4. Ik stel dit vast op grond van stilistische en inhoudelijke kenmerken die typisch zijn voor haar teksten. Een voorbeeld: ‘Zoals gebruikelijk bouwt Van Genk het beeld op in verschillende lagen. Net als op veel andere schilderingen is in de voorgrond een half afgesneden figuur geplaatst. Het is een meisje in een blauwe regenjas met capuchon. Een bekend verschijnsel bij Van Genk.’ ↩︎
  5. Overgenomen uit de oorspronkelijke mail. Mogelijk betrof het hier een tikfout van Ritsch-Fisch. ↩︎
  6. Een ingekorte en aangepaste versie van die tekst is hier (eerste deel) en hier (tweede deel) te lezen. ↩︎
  7. E-mails tussen Ans van Berkum en Jack van der Weide, 3 maart 2016 ↩︎
  8. Ribbens, “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”. ↩︎

Depot

Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Altijd maar weer die trolleybussen. Willem van Genk maakte er tientallen, maar hoeveel precies is onduidelijk.1 In mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” moest ik uitgaan van de assemblages die zich in publieke en particuliere collecties bevonden en/of die zichtbaar waren op foto’s. Recentelijk bracht ik een bezoek aan het depot van Museum van de Geest in Haarlem, waar ook de werken zijn opgeslagen die worden beheerd door Stichting Willem van Genk, en kon ik vaststellen dat er veel en veel meer bussen en trams zijn – in allerlei soorten en maten, en in allerlei stadia van bewerking.

Een aantal zaken viel mij op. Allereerst kende ik van de circa twintig bussen die ik kon bestuderen – slechts een deel van alles wat men had – er bijna geen een. Een enkele keer herkende ik een trolleybus die ik in 2006 bij Museum Dr. Guislain in Gent had gezien, waar toen veertien exemplaren los stonden opgesteld. Daarbij zullen er assemblages zijn geweest die op enig moment deel hadden uitgemaakt van de installatie Busstation Arnhem, maar zich in die context onttrokken aan een meer nauwkeurige beschouwing.

Vervolgens zag ik dat er naast trolleybussen ook opvallend veel trams bestonden, vrijwel steeds met een advertentie voor Turmac-sigaretten langs de dakranden. Tegelijkertijd leken de trams in de meeste gevallen niet helemaal uitgewerkt te zijn, alsof zij een (deel)project vormden dat Van Genk niet had afgemaakt. De verst uitgewerkte assemblages – binnen de deelverzameling die ik kon bekijken – waren uitsluitend trolleybussen. Onvermijdelijk moest ik denken aan de opmerking van Tiny van den Heuvel – Van Genk over haar overleden man Theo, die modeltrammetjes maakte: ‘Wim heeft die traditie voortgezet. Maar zijn voorliefde gaat meer uit naar trolleybussen.’2

En er waren dus bussen en trams in allerlei soorten en maten, en in allerlei stadia van bewerking. Die soorten en maten dienen letterlijk te worden genomen: te constateren was dat Van Genk als mogelijke basis voor zijn assemblages allerlei kartonnen modellen van bussen, trams, treinen en zelfs metrostellen had verzameld. Deze waren soms niet of nauwelijks, soms wat verder en soms ook vrij uitgebreid bewerkt, waarbij opviel dat hij vaak had geprobeerd om een kartonnen basis op verschillende manieren langer of breder te maken. Juist bij minder bewerkte exemplaren was dit goed te zien.

Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Tram, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Naast deze meer algemene observaties wilde ik drie specifieke casussen, telkens verbonden met één trolleybus, hier nader onder de loep nemen. Het betreft een Groningse trolleybus, een Russische trolleybus en een bus met een wel heel erg opvallende constructie.

Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Groningen was de eerste Nederlandse stad waar trolleybussen reden. In juni 1927 ging een proef in op een deel van de route van de kort daarvoor opgeheven tramlijn 2 tussen de Kraneweg en de Grote Markt. De proef slaagde en in oktober 1928 werd de voormalige tramlijn 4 op het traject Grote Markt – Meeuwerderweg eveneens als trolleylijn in gebruik genomen. Beide trajecten werden gecombineerd en reden onder lijnnummer 2. Vanaf januari 1950 vervingen op de resterende tramlijnen 1 en 3 nieuw aangeschafte trolleybussen de trams. Op 9 november 1965 kwam een einde aan deze vorm van vervoer in Groningen, toen een kraanwagen per abuis de bovenleiding naar beneden trok. De geplande plechtige afscheidsrit op 14 november kon daardoor niet plaatsvinden.

De trolleybussen en trams van Willem van Genk komen hoofdzakelijk uit Arnhem. Eerder wees ik al op het bestaan van een Russische trolleybus en een Zweedse trolleybus. In het depot van Museum van de Geest trof ik daarnaast een Groningse trolleybus aan, herkenbaar aan het traject Meeuwerderw[eg] Kraneweg op de voorkant. Naast het cijfer 4 komt ook 2 voor, een historisch min of meer correcte weergave van de betreffende lijn. Typisch voor Van Genk en zijn hang naar het verleden, naar het voorbije, is dat hij een vooroorlogse trolleybus reproduceerde. Overigens lag aan de assemblage, zoals vaker te zien was, een bouwplaat van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam ten grondslag.

Trolleybus in Groningen, ca. 1935

De al genoemde Russische trolleybus bleek vervolgens niet de enige in zijn soort te zijn. In het depot in Haarlem trof ik een tweede exemplaar aan, minder ver uitgewerkt en zonder wielen maar onmiskenbaar een trolleybus uit Moskou. Ook de kleuren zijn dezelfde, wit met blauw, maar op de voorkant van de depot-bus ontbreekt de Sovjet-ster. Opvallend is dat beide bussen rechtsboven op de voorkant dezelfde tekst hebben, aangebracht in groene balpen: ВАНХ МОСКB – de eerste (Cyrillische) letters van de naam VAN GENK en de plaatsnaam MOSKOU in het Russisch. Niet ondenkbaar is dat Van Genk de tekst overnam van bijvoorbeeld een vliegticket, en op die manier een signatuur aanbracht.

Trolleybus (Moskou), ca. 1980-1990 | particuliere collectie

Trolleybus (Moskou), ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Hoewel de Russische trolleybus uit het depot niet helemaal was uitgewerkt, had Van Genk al wel aandacht besteed aan het interieur. Eerder merkte ik op dat opengewerkte deuren hiervan vaak een indicatie zijn en dit bleek ook in dit geval te kloppen. In 2018 had Ans van Berkum mij verteld dat bij een bus in de verzameling van de Collection d’Art Brut in Lausanne (een uitgeknipte afbeelding van) Kapitein Iglo als chauffeur fungeerde. Dit kon ik bij twee bussen in het depot waarnemen, waaronder de Russische bus; de blauwe pet van de kapitein zal aan die rol hebben bijgedragen.

Kapitein Iglo als buschauffeur (details van twee trolleybussen uit het depot van Museum van de Geest)

De derde bus die ik hier wil uitlichten, is opnieuw een assemblage op basis van een bouwplaat van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam – zij het in tweede instantie. De directe basis wordt gevormd door een trolleybus die in bezit is van Stichting Collectie De Stadshof, en die in mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” het nummer WVG-6003 kreeg. Van Genk lijkt afgedrukte foto’s van die trolleybus (in ieder geval van beide zijkanten, de voor- en achterkant en het dak) op een kartonnen ondergrond te hebben geplakt, om daarmee een nieuwe assemblage te maken. Er zijn enkele kleine “reclame-uitingen” toegevoegd, maar veel verder is hij met de bus niet gegaan. Op de beide zijkanten zijn de wielen afgeplakt met stukjes blauw karton, maar niet vervangen door andere exemplaren. Ook voor het dak bleef het bij een foto van de oorspronkelijke bus.

Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem

Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Collectie De Stadshof, Utrecht

Het procedé om foto’s of kopieën te gebruiken om die weer te kunnen bewerken, paste van Genk later met iets meer succes toe op zijn balpentekeningen. Dit resulteerde onder meer in vrijwel identieke versies van de tekening Gare de Bruxelles (WVG-0102), terwijl Zagreb (WVG-0103) juist ten grondslag lag aan de nieuwe werken Orkest van Coburg (WVG-0105) en Stationsplein Arnhem (WVG-0106). De depot-bus op basis van foto’s van een andere assemblage laat zien dat hij al eerder met het procedé experimenteerde. Terugredenerend zouden dan ook de collages op basis van oudere tekeningen, en misschien zelfs de mysterieuze wordingsgeschiedenis van Roma Termini (WVG-0040) met het procedé in verband kunnen worden gebracht.


NOTEN

  1. Vaak wordt een getal van zeventig genoemd: ‘Willem van Genk heeft ongeveer […] 70 autobussen [gemaakt]’ (Nico van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 25); ‘In huis bevinden zich ongeveer 70 modellen van trolleybussen’ (Walda, Koning der stations, p. 128); ‘Trolleybussen | ca 1980/1990 | mixed media (ca 70)’ (Van Berkum e.a., Een getekende wereld, p. 119). ↩︎
  2. Walda, Koning der stations, p. 33. In een ander interview zegt Tiny: ‘Mijn man zijn hobby was die trammetjes, en dat vond Wim zo prachtig, en hij kon d’r wel eens woorden mee wisselen, over trammetjes hè? […] En Wim die gaat altijd naar Arnhem, voor z’n trolleybussen’ (interview met Tiny van den Heuvel – Van Genk door Ans van Berkum en Carolien Satink, 1998; opname in mijn bezit). ↩︎

Marina

Vesuvius (achterkant) | ca. 1965 | gemengde techniek op hardboard | 61 x 61 cm | Collectie Stichting Willem van Genk, Haarlem

Het werk van Willem van Genk wordt vaak geassocieerd met stripverhalen, met name als het gaat om de schilderijen die hij vanaf het einde van de jaren zestig ging maken. Het is daarom ook niet voor niets dat een sterk door strips beïnvloede kunstenaar als Ron Roboxo veel affiniteit voelt met het werk van Van Genk. De felle kleuren, drukke afbeeldingen en karikaturale personages zijn belangrijke factoren, waarbij Van Genk zich bovendien af en toe bedient van tekstballonnen. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op onder meer Collage 2000 Beljon Inc., Mr. Petrov en Kapsalon. In dat laatste werk verbeeldde Van Genk zijn angsten, associaties en ervaringen in achtentwintig afbeeldingen, keurig gerangschikt in een stripachtig raster.

Centraal in Kapsalon staat een sequentie van vier grotere plaatjes die samen een korte episode in een kapperszaak verbeelden: het haar van een vrouw wordt gewassen door een kapster (met lang bruin haar en een bril), een tweede vrouw komt binnen, een tweede kapster (met lang blond haar) doet een gordijn dicht en begint het haar van de tweede klant te wassen. Links naast het onderste plaatje zijn de afbeeldingen grimmiger en persoonlijker. We zien een vrouw die naar binnen loopt bij een kapsalon, met in tekstballon de woorden Ik wou mijn haar laten wassen! Een man in een blauwe jas kijkt toe. Achter hem staat een tweede man die zegt Ik sla je hersens in als je aan je pik tr, een derde man roept Zwakzinnig fasist! Op het plaatje ernaast loopt de man in de blauwe jas door een winkelstraat achter een vrouw met lang haar, met boven hem de woorden DE KOGEL VUILE SCHUIMER.

Detail Kapsalon (ca. 1985)

Een werk dat niet meteen in verband zal worden gebracht met strips is Vesuvius, dat binnen het oeuvre van Willem van Genk tamelijk atypisch is: er lijkt geen sprake te zijn van gebouwen, vervoersmiddelen of reclame. Vesuvius behoort tot een reeks werken die Van Genk in de jaren zestig maakte, waarbij hij zich liet inspireren door zijn reizen naar Italië in dat decennium. Andere werken in die reeks zijn de schilderijen Reiseland Italien (aanvankelijk St. Pieter), Roma Termini, Colonnade Sint-Pieter, Piazza Venezia, Engelenburcht, Assisi en Ravenna; en de etsen Tunnel Napels en Colonnade.

Van Genk was ook in werkelijkheid wel degelijk bij de vulkaan Vesuvius geweest. In oktober 1964, tijdens zijn tweede reis naar Italië, stuurde hij een ansichtkaart vanuit Florence aan zijn stiefbroer Henk van der Wal, de zoon van de derde echtgenote van zijn vader. Daarop schreef hij onder meer: ‘Beste lezers ik ben ook in Pompei en Napels geweest stikkend heet’. In Napels maakte de Galleria della Vittoria, een drukke verkeerstunnel, een grote indruk op hem – Van Genk was doodsbang voor tunnels.1 De Galeria vormde de inspiratie voor de ets Tunnel Napels.

Eerder schreef ik al dat een aantal werken van Willem van Genk een rijk bewerkte achterkant kent, met knipsels, tekeningen en teksten die in verband lijken te staan met de voorstelling op de voorkant. Het gaat daarbij om werken op karton of hardboard uit de periode 1964-1969, van Metrostation Moskou en Smolny Kathedraal (beide op karton) tot Great Railroads of the World. Ook eerder en later bracht Van Genk nog knipsels en vooral teksten op de achterkant van zijn werken aan, maar niet meer zo uitgebreid als in de genoemde periode.

Een van de werken met een dergelijke beplakte en beschreven achterkant is Vesuvius. Op die achterkant treffen we onder meer enkele plaatjes uit een stripverhaal aan, misschien wel de enige keer dat Van Genk op een dergelijk rechtstreekse manier uit het genre “citeert”:

Details Vesuvius (achterkant)

De twee fragmenten passen duidelijk aan elkaar, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk: uit welk stripverhaal zijn de plaatjes afkomstig? In de tekstballonnen worden enkele namen genoemd: Kala, Marina en Aphonis. Ook is er sprake van ‘de geleerden van Titan’. Eerdergenoemde Ron Roboxo suggereerde dat het zou kunnen gaan om een fragment uit een stripverhaal van Bert Bus. Bas Schuddeboom van de Comiclopedia betwijfelde dit echter en neigde naar een Britse strip uit een blad als Sjors of TV 2000, of eventueel uit een Belgisch tijdschrift.

Uiteindelijk wist ik zelf, na enig googelen, de oplossing te vinden: het ging om een fragment uit de strip Marina, het meisje van de zee van Rab Hamilton. Inderdaad was dit van oorsprong een Britse strip (“Marina, Girl of the Sea”) die in Nederland was verschenen in TV2000, een stripblad dat tussen 1966 en 1969 werd uitgegeven door de Nederlandse Rotogravure Mij. Die laatste bracht ook het damesblad Eva uit en concurreerde met de Geïllustreerde Pers, uitgever van het damesblad Margriet én de stripbladen Donald Duck en Pep. TV2000 was de Nederlandse mengvorm-versie van de Britse stripbladen TV Century 21 (later TV21) en Lady Penelope voor respectievelijk jongens en meisjes.

De stripverhalen in TV2000 waren gebaseerd op televisieseries. Marina was een personage uit de animatieserie Stingray, een vrouw die niet kon praten maar wel onder water kon ademen. Samen met haar (eveneens zwijgende) vader Aphonis kreeg ze een eigen stripreeks, die begon met een verhaal over de vervloeking die verklaarde waarom beiden niet meer mochten spreken. De plaatjes op de achterkant van Vesuvius komen uit dit verhaal; de specifieke episode stond in aflevering 47 van jaargang 1966 van TV2000.2

Marina, het meisje van de zee (TV2000 1966, #47)

Wat is de associatie van het stripverhaal Marina met Italië, waardoor het een plaats krijgt op de achterkant van Vesuvius? Een mogelijk antwoord op die vraag is te vinden via een kort passage uit de inleiding van Koning der stations van Dick Walda. ‘Ken je dat liedje Tiritomba?’ vraagt Willem van Genk eind jaren negentig aan Walda. ‘Wél van een Italiaan. Maar dat fluiten duizenden mensen. Het is een geluksliedje, je wordt er vrolijk van. Mij kent niemand. Dan Tiritomba: dat kent iedereen. […] Dus als je nou zo beroemd bent als Tiritomba, dan zeg ik: ze hebben van je gehoord.’3

“Marina” is de titel van een eveneens wereldwijd bekend Italiaanstalig liedje, uitgebracht door de Italiaans-Belgische zanger Rocco Granata in 1959. Het nummer was destijds dermate populair in België en Nederland dat veel ouders hun babydochters “Marina” noemden.4 Granata bezingt in het lied zijn liefde voor het meisje Marina, met wie hij zo snel mogelijk wil trouwen (‘ti voglio al più presto sposar’). Dat Van Genk de tekst kende – mogelijk met uitzondering van de regel ‘o no no no no no’ – is echter onwaarschijnlijk. Het was ook niet helemaal zijn soort muziek, maar het was rond 1960 overal te horen en zal toen zeker in zijn hoofd zijn gekropen. ‘Dus als je nou zo beroemd bent als Marina, dan zeg ik: ze hebben van je gehoord.’


NOTEN

  1. Dick Walda over een autorit met Willem van Genk: ‘Om Amsterdam te bereiken moet je onvermijdelijk door de Schipholtunnel. ‘Ho stop er niet onder door. Dan gebeuren er ongelukken.’ Ik minderde vaart en had een sterke troef in handen. ‘Als je vandaag nog een hond wilt hebben dan gaan we door de tunnel. Doe je ogen dicht. Het is zo voorbij.’ Kreunend en angstig deed Willem wat ik van hem verlangde. ‘We hebben het gehaald’, juichte ik een minuut later. Willem opende zijn ogen en keek me woedend aan. ‘Je doet het allemaal expres.” (Walda, Koning der stations [2e druk], p. 69) ↩︎
  2. Met dank aan Alfred Boland, die het nummer in kwestie wist te traceren. ↩︎
  3. Walda, Koning der stations, p. 9. In de tweede druk van zijn boek laat Walda zijn vriend hetzelfde zeggen over “O, sole mio” (p. 10). ↩︎
  4. Bron: Wikipedia, “Marina (lied)” (geraadpleegd 4 oktober 2023). ↩︎

Ze rijden ook in Stockholm

Willem van Genk in Stockholm, september 1997 (foto: Nico van der Endt)

Willem van Genk kwam regelmatig in Noord-Europese landen als Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland. Vaak was hij op doorreis naar (of keerde hij terug uit) de Sovjet-Unie, maar zeker in later jaren waren de landen soms ook een reisdoel op zich. Sporen hiervan zijn te vinden in onder ander de collages Urbanisme et Architecture en Minsk-Mosca (beide ca. 1965-1970), de ets Silja Line (1967) en het schilderij Keleti (ca. 1985). Op Urbanisme et Architecture, dat uit drie stroken bestaat, is de linker strook voor een belangrijk deel gewijd aan Stockholm. De linkerhelft van Minsk-Mosca heeft de vier genoemde Noordse landen tot onderwerp, waarbij deze bovendien nadrukkelijk worden genoemd. Het bovenste deel van Silja Line heeft betrekking op een tocht per schip over de Oostzee, vanuit Zweden via Helsinki naar Leningrad. De afbeelding van Stockholm op Minsk-Mosca keert terug aan de bovenkant van Keleti.

Detail Minsk-Mosca (ca. 1965-1970)

In een eerdere blogpost merkte ik op dat een Russische trolleybus van Willem van Genk de uitspraak leek te logenstraffen dat al zijn bussen Arnhems waren.1 Er blijkt echter niet alleen een Russische bus te bestaan (uit Moskou), maar ook een Zweedse (uit Stockholm). De bus was al bekend via een afbeelding in Een getekende wereld en kreeg in mijn aanzet tot een catalogue raisonné het nummer WVG-6025. Ik schreef toen wel dat er geen direct zichtbare verwijzingen naar Arnhem te zien waren en dat de bus, het bijschrift in Een getekende wereld niettegenstaande, niet behoorde tot de vier assemblages die Stichting Collectie De Stadshof bezit. Navraag leerde dat toenmalig Stadshof-directeur Ans van Berkum ‘nog bezig [was] met de definitieve keuze voor de aankoop van de werken van Van Genk toen Een getekende wereld verscheen.’2 

Galerie Hamer zou de bus uiteindelijk verkopen aan een Amsterdamse verzamelaar. Na diens overlijden kwam de bus bij een familielid terecht, dat zo vriendelijk was om mij eind vorig jaar een aantal foto’s van de bus te sturen voor mijn boekje De trolleybussen van Willem van Genk. Daaruit bleek dat de twee kanten van de bus nogal van elkaar verschilden. De linkerkant (die ook te zien is op de tot voor kort enige bekende foto van de bus) is grotendeels het product van eigen knutselwerk, terwijl de rechterkant de indruk maakt van een voorgedrukte afbeelding die door Van Genk werd bewerkt. Omdat ook de kleuren van de beide zijkanten verschillen, lijkt het bijna om twee verschillende bussen te gaan.

Zonder titel (trolleybus) | WVG-6025, ca. 1980-1990 (linkerzijde)

Zonder titel (trolleybus) | WVG-6025, ca. 1980-1990 (rechterzijde)

Op de bus komen zowel de getallen (lijnnummers) 36 als 96 voor. De sleutel tot de identificatie van de bus is te vinden aan de rechterkant, waar het woord Essingelinjen staat. Dit was een van de lijnen van de trolleybus (trådbuss) in Stockholm – inderdaad lijn 96, van Norra Bantorget in het noorden van het centrum naar het het eiland Stora Essingen in het zuidwesten van de stad. Uit andere foto’s bleek Van Genk bovendien voor de rechterkant inderdaad een voorgedrukte afbeelding te hebben gebruikt, waaroverheen hij een plastic laag had aangebracht.

Detail trolleybus WVG-6025 

Trolleybussen hadden in Stockholm gereden van januari 1941 tot augustus 1964, toen ze ook op de laatste lijn werden vervangen door dieselbussen. Een trolleybus van lijn 96 was in november 1948 betrokken bij een van de zwaarste verkeersongevallen uit de Zweedse geschiedenis. Op de brug tussen de eilanden Stora Essingen en Lilla Essingen kwam de bus in botsing met een vrachtwagen en raakte te water, waarbij elf passagiers het leven verloren. Op een bekende foto is te zien hoe het gehavende voertuig uit het water wordt opgetakeld.

Berging van de te water geraakte trolleybus, november 1948 (bron: Wikipedia)

De foto van de trolleybus die wordt opgetakeld uit het Mälarmeer, is een mogelijke bron voor de gehavende indruk die de assemblages van Van Genk maken. Nico van der Endt in 1998: ‘Die bussen zijn schokkerend. Ze hebben iets van speelgoed en tegelijkertijd iets van de werkelijkheid. Oude doorleefde bussen die afgeladen zijn geweest, gebruikt, versleten en in het ongerede zijn geraakt. In weer en wind waarschijnlijk in een vervallen remise hebben gestaan of misschien wel in een kanaal hebben gelegen: verongelukt en opgehesen.’3 Van der Endt had een jaar eerder zijn vriend Van Genk vergezeld op diens laatste buitenlandse reis, een lang weekend naar Stockholm.4 In die stad bezochten ze onder meer het transportmuseum, waar ze mogelijk ook bovenstaande foto zagen.


NOTEN

  1. Zie ook mijn boekje De trolleybussen van Willem van Genk (Leiden 2023), pp. 27-28. ↩︎
  2. E-mail van Liesbeth Reith aan Jack van der Weide, 7 augustus 2020. ↩︎
  3. Helena van den Enden, “De vrienden van Willem van Genk. Gesprek tussen Nico van der Endt en Dick Walda”, in: Witte wolken 3 (1998) nr. 17, pp. 3-7 (7). ↩︎
  4. Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, pp. 109-111. ↩︎

Piazza Venezia

Interieur Harmelenstraat 28 in 1998 (detail)

Willem van Genk hield zijn werk graag om zich heen. Concreet betekende dat: in zijn woning, Harmelenstraat 28 in Den Haag, voornamelijk in zijn slaap- en woonkamer. Opvallend veel van zijn meest dierbare werken behoren tot de groep schilderijen die hij maakte in de periode 1964-1969, en die verband hielden met de buitenlandse reizen die hij toen ondernam. De werken vormen in feite een overgang van de stadsgezichten die begin 1964 te zien waren geweest tijdens de tentoonstelling bij Steendrukkerij De Jong & Co. in Hilversum.

Tot 1964 had Van Genk vrijwel uitsluitend op papier gewerkt, waarbij hij vooral tekenpen en potlood gebruikte. De reden hiervoor was vrij prozaïsch: hij kon zich geen olieverf of een duurdere ondergrond veroorloven – het papier was niet van topkwaliteit en voor grotere tekeningen plakte hij kleinere vellen aan elkaar. In het voorjaar van 1964 ontving hij van Pieter Brattinga een voorschot van fl. 1.000 en in het najaar werden bij Galerie Schmela in Düsseldorf een aantal werken verkocht, waaraan hij ongeveer fl. 8.000 overhield. In datzelfde jaar eindigde zijn “aanstelling” bij de AVO-werkplaats en kwam hij in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Al deze nieuw inkomsten besteedde hij enerzijds aan buitenlandse reizen, anderzijds aan beter materiaal. Van Genk ging olieverf gebruiken, aanvankelijk op  karton maar al snel werd hardboard zijn favoriete ondergrond.

De eerste keer dat Van Genk in de openbaarheid trad met ander werk dan in Hilversum te zien was geweest, was bij een tentoonstelling van Nederlandse zondagsschilders in de Haarlemse Vishal, een dépendance van het Frans Halsmuseum in die stad. Er bestond in Nederland in de jaren zestig een groeiende belangstelling voor naïeve kunst, met als concreet gevolg een prijsvraag voor Nederlandse zondagsschilders in 1965 vanuit het blad Eva. Er waren 840 inzendingen, waaruit een tentoonstelling werd samengesteld die te zien was in de Amsterdamse Bols Taverne. Een jaar later volgde een tweede wedstrijd, nu in samenwerking met omroep VARA en het Frans Hals Museum. Dit keer bleven er van zo’n 8000 ingezonden werken van ruim 1700 kunstenaars uiteindelijk 112 werken van 65 makers over voor de tentoonstelling in de Vishal, die als titel kreeg Nederlandse zondagsschilders: De droomwereld der naïeven.

Van Genk had acht werken ingestuurd: zeven schilderijen en een collage. Twee schilderijen waren gemaakt naar aanleiding van zijn eerste reis naar de Sovjet-Unie in 1964. Ook de Italiëreizen van enkele jaren eerder hadden voor inspiratie gezorgd, getuige de schilderijen St. Pieter in Rome en Piazza Venezia.1 Het eerste werk zou later uitgebreid worden met meerdere tekeningen en inzetstukken, en de titel Reiseland Italien krijgen. Piazza Venezia toont het monument voor Victor Emanuel II aan het Piazza Venezia in Rome, het zogeheten Vittoriano. VOTA COMUNISTA, staat op een spandoek op de voorgrond – een deel van de van de aantrekkingskracht van Italië bestond voor Van Genk uit het feit dat de Partito Comunista Italiano de grootste communistische partij in een West-Europees land was. Beide werken werden uiteindelijk niet voor de tentoonstelling in de Vishal geselecteerd.2

Piazza Venezia is het enige grote(re) werk van Willem van Genk dat spoorloos is verdwenen. Een van de weinige keren dat het in het openbaar te zien was, was bij de overzichtstentoonstelling Willem van Genk die galerie De Ark uit Boxtel in 1976 organiseerde. Bij die tentoonstelling verscheen een uitgebreide catalogus, met op bladzijde 24 een afbeelding van het werk Rome, volgens het bijschrift ‘Olieverf op board / 70 x 48’.3 Rome was de titel die galeriehouder Dick Heessen had gegeven aan Piazza Venezia. De vraagprijs voor het werk was fl. 2.500, met een minimumprijs van fl. 2.000.

Rome / Piazza Venezia (catalogus Willem van Genk, Boxtel 1976)

Na 1976 verdween Piazza Venezia uit beeld – of eigenlijk niet: Van Genk had het werk in zijn woning een prominente plaats gegeven, boven de bank in zijn woonkamer. Daar was het regelmatig op foto’s en zelfs filmbeelden te zien.4 Over het schilderij had hij op enig moment een sinaasappelnetje gehangen met daarop bevestigd een aantal uitgeknipte foto’s van vooral vrouwen.

Piazza Venezia in 1991 (foto: Mario del Curto)

In 1998 maken Dick Walda en Jan Keja de documentaire Ver van huis (ondertitel: Een zoektocht naar het leven en werk van Willem van Genk). In het begin van de documentaire gaat Walda samen met zijn vriend Van Genk op diens verjaardag (2 april) vanuit kliniek Bloemendaal naar Harmelenstraat 28. Te zien is dat Piazza Venezia op zijn vertrouwde plaats in de woonkamer hangt. Even verderop in de documentaire is te zien hoe zuster Tiny van Genk in de woning van haar broer in gesprek is over de aanstaande ontruiming van het appartement; ook dan is Piazza Venezia nog aan de muur te zien. Meteen daarna volgen beelden van de daadwerkelijke ontruiming, begin juli 1998. Veel is al verdwenen uit de woning, inclusief Piazza Venezia.

De werken van Van Genk die uit zijn appartement kwamen, gingen voor een groot deel tijdelijk naar Museum De Stadshof in Zwolle, waar in het najaar van 1998 een overzichtstentoonstelling te zien zou zijn. Een klein deel werd door Nico van der Endt van Galerie Hamer in consignatie genomen.5 Piazza Venzia was echter niet te zien in Zwolle en bleef ook buiten beeld bij Van der Endt. Een mogelijk spoor is te vinden via een citaat uit een artikel uit 2004 van Ans van Berkum. Hierin doet zij verslag van een bezoek dat ze in 2000 bracht aan Jacqueline van Genk, een zuster van de kunstenaar, op dat moment tweeëntachtig jaar oud: ‘Ze heeft nog een schilderij van Willem in een zijkamertje hangen. Iets met een gebouw uit Italië. ‘Ja dat heptie nog eens ooit geschilderd.” 6

Jacqueline overleed in 2010, als laatste van de negen zusters van Willem van Genk. Wat er daarna met haar spullen is gebeurd, is onbekend. Irene Zalme, de oudste directe verwant, gaf aan het niet te weten. Ze verwees naar An Remmerswaal, toentertijd mantelzorger van Jacqueline.7 Die reageerde kort dat Jacqueline onder curatele stond bij een bureau waarvan zij de naam niet meer wist en dat haar erfgename Unicef was.8 Mocht Piazza Venezia inderdaad het schilderij zijn dat Van Berkum bij Jacqueline zag, dan is het niet ondenkbaar dat het verkocht is door het bureau dat optrad als curator. Maar er zijn ook vele andere scenario’s mogelijk.


NOTEN

  1. Van Genk had ten tijde van de tentoonstelling in Haarlem in ieder geval al twee reizen naar Italië gemaakt: in 1961 of 1962 naar Rome met de vereniging Procedamus in Pace (“Laat ons gaan in vrede”) uit Pijnacker; en in het najaar van 1964 naar onder andere Florence, Rome en Napels. ↩︎
  2. Te zien waren de collage Spoowegen en het schilderij Praag. ↩︎
  3. Niet uit te sluiten is dat Piazza Venezia geschilderd is op linnen. Ook bij Assisi, op dezelfde pagina van de catalogus van galerie De Ark, staat als materiaal ‘Olieverf op board’, terwijl het werk op linnen is geschilderd. ↩︎
  4. Op een van de foto’s waarop Piazza Venezia te zien is, lijkt aan de rechterkant een latje door te schemeren, hetgeen wijst op een linnen ondergrond. Piazza Venezia hing boven de bank van Van Genk naast Assisi. ↩︎
  5. Van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 115. Van één werk (Metrostation Moskou) is mij bekend dat het direct meeverhuisde naar het nieuwe onderkomen van Van Genk, pension Huize Walcott aan het Haagse Thomsonplein. ↩︎
  6. Ans van Berkum, “Van Genks utopia en de grauwheid van het bestaan”, in: Psychoanalytische perspectieven 22 (2004), 1, blz. 7-18 (10)). ↩︎
  7. E-mail van Irene Zalme aan Jack van der Weide, 22 oktober 2021. ↩︎
  8. E-mails van An Remmerswaal aan Jack van der Weide, 27 oktober 2021 ↩︎

Mededeling

De auteur van deze weblog heeft een pauze genomen om te werken aan een biografie van Willem van Genk, die naar verwachting in 2024 zal verschijnen onder de titel De eenheid van het spinnenweb. Willem van Genk (1927-2005). Als hors-d’oeuvre brengt uitgeverij Fragment in 2023 een kleine, rijk geïllustreerde monografie over de trolleybussen van Willem van Genk uit. Daarnaast zijn er plannen voor een uitgave over de eerste tentoonstelling van Willem van Genk in 1964, uitgebreid in beeld gebracht door fotograaf Eddy Posthuma de Boer.

The author of this weblog has taken a break to work on a biography of Willem van Genk, expected to be published in 2024 under the title The Unity of the Spider’s Web. Willem van Genk (1927-2005). As an hors-d’oeuvre, there will be a small, lavishly illustrated monograph on Willem van Genk’s trolleybuses in 2023. There are also plans for an edition on Willem van Genk’s first exhibition in 1964, extensively portrayed by photographer Eddy Posthuma de Boer.