Dit is het eenentwintigste deel van een aanzet tot een catalogue raisonné van het oeuvre van Willem van Genk.
Still uit de documentaire over Willem van Genk door Theo Faber (2021) met WVG-1085 en WVG-1086 (YouTube)
Als gezegd, het is moeilijk om aan te geven om hoeveel tekeningen gaat het in de kwestie die ik hier en hier heb beschreven, omdat er tekeningen zijn die ik niet heb gezien en/of waar ik geen foto’s van heb. In onderstaande opsomming een paar laatste tekeningen waarvan ik denk te weten dat ze onder beheer van Stichting Willem van Genk zouden of hadden moeten vallen.
WVG-1081
Laurenskerk, Rotterdam | ca. 1950 | inkt op papier | ca. 34 x 22 cm | particuliere collectie
Pentekening in zwart/wit, in stijl en techniek enigszins vergelijkbaar met Prins Hendrikkade, Amsterdam (WVF-0005). De Laurenskerk in Rotterdam is ook afgebeeld op WVG-1047 en WVG-0131. Litho WVG-0131b kent dezelfde voorstelling als deze tekening.
De tekening werd in februari 2022 door een particuliere verzamelaar overgenomen van Ans van Berkum. ‘Omdat we in de aanloop naar de tentoonstelling Woest met elkaar hadden samengewerkt wilde ze mij de toren cadeau doen. Nou ja, ze verlangde in ruil wel een donatie […] voor haar aanstaande dissertatie over Van Genk. […] Die donatie voelde als een koop.’1
De tekening was te zien bij Galerie Weisbard in Rotterdam, van 14 oktober tot en met 4 november 2022.
WVG-1082
Stadstram Antwerpen | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Opsomming van de tramlijnen in Antwerpen. Over de lijst is een logo geplaatst van een cirkel met de letter B; cf. WVG-1008.
De tekening was te zien tijdens de tentoonstelling Essenties 1 bij museum Het Dolhuys in Haarlem, van 9 juni tot 13 september 2015.
Boven links WVG-1073, boven rechts WVG-1074, onder WVG-1075
WVG-1083
Plan van Delft | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Stadsplattegrond van Delft, een stad die (voor zover bekend) verder niet voorkomt binnen het oeuvre van Van Genk. Gezien de nabijheid van Den Haag en de vele historische gebouwen is dit opmerkelijk.
De tekening was te zien tijdens de tentoonstelling Essenties 1 bij museum Het Dolhuys in Haarlem, van 9 juni tot 13 september 2015.
WVG-1084
Radiogids | ca. 1950 | potlood op papier
Reclametekening in de vorm van een kort stripverhaal. Een meisje zegt tegen haar moeder: Mams hebben we al de nieuwe radiogids – knal!!!, waarop de moeder (lezend in de radiogids) antwoordt: Ja kind we krijgen hem weer geregeld gestuurd extra oplaage! In het tekstwolkje van de dochter staat ook een tekening van een vrouw, met daarboven de tekst Heut – Carmen Miranda. In de linker bovenhoek staat een wat losser getekend persoon met een blinddoek om, met de tekst Tracht gèèn Blindemannetje te spelen met uw buitenlandse programmas!
Van Genk had langere tijd de ambitie om als reclametekenaar in zijn onderhoud te voorzien. Diverse tekeningendie hij rond 1950 maakte, kunnen in deze context worden beschouwd. De nauwkeurig getekende kapsels van de drie afgebeelde vrouwen (dochter, moeder en Carmen Miranda) zijn daarbij niet los te zien van het haarfetisjisme van de kunstenaar.
De tekening was te zien tijdens de tentoonstelling Woest bij Outsider Art Museum in Amsterdam, van 19 september 2019 tot 3 januari 2021.
WVG-1084
Theo Faber maakte in 2011 over Willem van Genk de documentaire Een getekende ziel (ca. 50 minuten), in samenwerking met Ans van Berkum. Daarin was een aantal tot dan toe onbekende tekeningen van Willem van Genk te zien, die gedeeltelijk in de vorige delen van deze aanzet tot een catalogue raisonné aan de orde zijn gekomen. Een getekende ziel was enige tijd op YouTube te zien maar werd commercieel nooit uitgebracht vanwege de hoge kosten van de muziekrechten. Faber, voormalig cameraman en editor voor RTV-Almere, maakte in 2021 een gewijzigde en ingekorte versie van zijn documentaire (ca. 20 minuten), waarin Van Berkum geen rol meer speelde en met andere, rechtenvrije muziek.2 Onderstaande tekeningen ken ik alleen van beelden uit een van beide versies; de afbeeldingen zijn derhalve stills daaruit.
WVG-1085
Stadsnet Nijmegen | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Enigszins slordig getekende en niet geheel correct plattegrond van Nijmegen met daarop aangegeven de verschillende routes van bus, tram en trein. Linksboven de tekst [Sta]dsnet Nijmegen (depôts statie Waelkade Nimwegen laag). In Nijmegen reed tussen juli 1952 en maart 1969 de trolleybus, deze tekening lijkt daarom in ieder geval van vóór juli 1952 te zijn.
WVG-1086
Algemeen Handelsblad | ca. 1950 | potlood op papier
Vermoedelijk gaat het hier om een fragment van een grotere potloodtekening, in dezelfde stijl als WVG-1084 en met vergelijkbare kenmerken. Een jonge vrouw leest een krant, waarop duidelijk ALGEMEEN HANDELSBLAD staat. Boven haar hoofd een reclameleus: U leest toch ook ….. “het AlgemeenHandelsblad“?
WVG-1085 en WVG-1086
WVG-1087
Meisje met spiegel | ca. 1950 | potlood op papier
Potloodtekening van een zittend meisje aan een tafel dat een handspiegel voor zich houdt. De erotische lading van de tekening was voor Van Genk nog sterker door het kapsel van het meisje, nadrukkelijk in beeld gebracht. Er lijkt een verband te zijn met WVG-1084 en WVG-1086.
WVG-1088
Bomenlaantje | ca. 1950 | potlood op papier
Potloodtekening van een bomenlaantje, mogelijk dezelfde locatie als afgebeeld op WVG-0110 en/of WVG-1004 en/of WVG-1017 en/of WVG-1019 en/of WVG-1061. Qua techniek en materiaalgebruik zijn er overeenkomsten met WVG-1087.
WVG-1087 en WVG-1088
WVG-1089
Auto (uitgeknipt) | ca. 1950 | inkt op papier
Tekening (waarschijnlijk: fragment uit een grotere tekening) in zwart/wit van een straat, waarbij een auto is uitgeknipt die gebruikt is in de collage Brooklyn Bridge (WVG-0047; links in het midden, naast de letters in rood, wit en blauw). De stijl is vergelijkbaar met WVG-1059 en WVG-1060.
WVG-1090
Tram 21 | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Tekening van een straattafereel met een tram en enkele uitstappende passagiers. Aan de onderkant is een vorm uitgeknipt van een man met een pet en mogelijk een hand- of boekenkar, zoals te zien op WVG-1077.
WVG-1089 en WVG1090
WVG-1091
Haventafereel | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Scène met enkele schepen op een rivier, een boei, een kraan op een horizontale stellage en een opstijgend vliegtuig. Mogelijk gaat het om een afbeelding van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, gevestigd op de Heijplaat aan de zuidelijke Maasoever. Het vliegtuig zou dan te verbinden zijn met het nabijgelegen vliegveld Waalhaven, dat tot in de Tweede Wereldoorlog bestond. Een andere mogelijkheid is het havengebied van Amsterdam, vanwege de tekst op het grote schip rechts (AMSTERDAMSCHE LLOYD). De beelden in Een getekende ziel suggereren dat het hier om een fragment uit een grotere tekening gaat.
WVG-1092
Leidseplein, Amsterdam | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Straattafereel met twee uitgeknipte tondo’s die zijn gebruikt in de collage Amsterdam (WVG-0047; links onder, en achter de letter A van AMSTERDAM). De tekening heeft veel overeenkomsten met WVG-1040. Het gebouw links is andermaal het Hirschgebouw aan het Amsterdamse Leidseplein. Ook hier een reclame voor een film boven de straat: I’ll Be Seeing You uit 1944, in Nederland uitgebracht onder de titel De Bittere Waarheid. De hoofdrolspelers Shirley Temple, Ginger Rogers en Joseph Cotten worden alle bij naam genoemd. De reclame links (GAMBA IJS) verwijst naar IJssalon Gamba in de Reguliersbreestraat, tegenover bioscoop Tuschinski. Emilio Gamba was een van de eerste Italiaanse ijsmakers in Nederland, met zaken in Den Haag (vanaf 1934) en Amsterdam (vanaf 1936).
WVG-1091 en WVG-1092
WVG-1093
Grote markt, Groningen | ca. 1950 | gemengde techniek op papier
Twee fragmenten van een tekening van de noordzijde van de Grote Markt in Groningen, inclusief veel reclameopschriften, trolleybussen, auto’s, voetgangers en zelfs een fietser. Groningen wordt niet heel vaak afgebeeld door Van Genk; zie echter WVG-0128 en WVG-1077.
WVG-1093
NOTEN
Arjen Ribbens, “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”, in: NRC, 14 september 2023. ↩︎
Pagina uit de catalogus 25 ANS – 25 OEUVRES (2021) van galerie J-P Ritsch-Fisch
Dit verhaal begint in juli 1998, bij de ontruiming van het appartement van Willem van Genk aan de Harmelenstraat 28 in Den Haag. Aanwezig daarbij zijn Dick Walda en Jan Keja, die beelden van de ontruiming opnemen in de documentaire over Van Genk die ze aan het maken zijn. Ook aanwezig zijn, naast enkele familieleden van de kunstenaar, directeur Ans van Berkum van museum De Stadshof uit Zwolle, haar broer en haar collega Carolien Satink. Laatstgenoemde is gastconservator voor de grote overzichtstentoonstelling die de Stadshof later dat jaar aan Van Genk zal wijden. Voor het museum zijn met name de grotere werken van de kunstenaar van belang, maar Van Berkum neemt ook ‘met instemming van de familie Van Genk wat zakken met spullen mee die anders zouden zijn afgevoerd en vernietigd’.1
¶
Drieëntwintig jaar later. Op 28 juni 2021 zie ik op de website van de kunstbeurs Art Paris 2021 een tekening van Willem van Genk staan met als bijschrift ‘Sans titre, 1945’, afkomstig van een galerie uit Straatsburg. Ik ken het werk van de tentoonstelling Woest in het toenmalige Outsider Art Museum in 2019/2020, waar enkele vitrines hadden gestaan met tientallen knipsels en tekeningen. De voorstelling kan ik echter niet meteen thuisbrengen. Ik stuur een appje aan X, een verzamelaar die net als ik hevig geïnteresseerd is in elk detail over Willem van Genk. Hij reageert onmiddellijk: ‘stadhuis Rotterdam’, om vervolgens te vragen: ‘Hoe komt een galerie J-P Ritsch-Fisch uit Straatsburg aan een tekening van Willem?’
Dat wil ik zelf ook wel weten, reden om via het contactformulier van Art Paris 2021 een berichtje te sturen: ‘Dear Sir/Madam, the drawing by Willem van Genk on the Art Paris website depicts the city hall of Rotterdam. Also, the date 1945 seems to me to be incorrect. Could you tell me more about this drawing? (Size, provenance, price.) Many thanks in advance!’ Een half uur later krijg ik via e-mail antwoord van Jean-Pierre Ritsch-Fisch zelf, die me de catalogus stuurt waarin het werk staat afgebeeld, plus de mededeling ‘Provenance private collection pays bas’. Ritsch-Fisch ken ik enkel van naam, via Nico van der Endt.
De stand van galerie J-P Rrisch-Fisch tijdens Art Paris 2021. In het midden aan de muur drie tekeningen van Willem van Genk
In de catalogus worden vier werken van Willem van Genk aangeboden: een trolleybus uit de jaren tachtig (‘Autobus, carton et technique mixte, 84 x 32 x 20 cm’); de tekening van het Rotterdamse stadhuis (‘Sans titre, encre et peinture sur papier, circa 1945, 34 x 22,5 cm’); een tekening van enkele bruggen in Rotterdam (‘Rotterdam, bruggen over de Koningshaven, circa 1945, encre sur papier, 23,5 cm x 35 cm’); en een tekening met als onderwerp de mijnbouw in Zuid-Limburg (‘Amsterdam central station, circa 1945, encre et peinture, 24,4 x 18 cm’). Alle werken waren te zien tijdens Woest. Algemene tekst bij de werken: ‘Les dessins et l’autobus proposés par la galerie ont été achetés à deux importantes collections européennes’.
Aanvankelijk ben ik vooral geïnteresseerd in de trolleybus, omdat ik daar net een tekst over heb geschreven op mijn weblog (zie hier). Ik wijs Ritsch-Fisch op die tekst en zeg dat ik zijn collega Nico van der Endt ken. Hij geeft aan geen Nederlands te kunnen lezen en ik stuur hem een Engelse vertaling van de tekst over de trolleybus, die afkomstig is uit de collectie van Joop Groen uit Vlaardingen – of diens verzameling als een ‘importante collection européenne’ kan of kon (Groen is overleden) worden gekenschetst, is mij niet bekend. Ritsch-Fisch bedankt mij en geeft aan dat hij interesse heeft als ik nog werk van Van Genk in de verkoop heb, ‘even if you know Nico very well’.
Ik neem contact op over de kwestie met Nico van der Endt. Hij zet een vraag uit bij Museum van de Geest (de nieuwe naam van het Outsider Art Museum) naar de herkomst van de door Ritsch-Fisch aangeboden tekeningen, die immers ook te zien waren geweest tijdens de tentoonstelling Woest. Hij krijgt onmiddellijk antwoord van een medewerker van het museum: ‘Deze zijn van Ans van Berkum. Bijna 90% van de prenten en knipsels in die lange bakken kwamen van haar.’
Een van de vitrines tijdens de tentoonstelling Woest. De twee bovenste tekeningen werden aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch
Begin juli stuur ik opnieuw een mail aan Ritsch-Fisch, met de vraag of de tekeningen te koop zijn omdat ik mogelijk geïnteresseerd ben. Een dag later stuurt hij mij de prijzen: € 6.500 voor de mijnbouw-tekening, € 12.000 voor de tekening met de bruggen, € 10.500 voor het Rotterdamse stadhuis. Ik geef de prijzen door aan verzamelaar X, die daadwerkelijk een of twee tekeningen wil kopen. Hij neemt contact op met Ritsch-Fisch en vraagt om nadere informatie. Die antwoordt dat hij bij de oprichting van zijn galerie diverse personen in de kring rond Willem van Genk had laten weten dat hij geïnteresseerd was in het aankopen van diens werk: ‘So Nico sold me a painting and Mrs Berkum gave me contact to net collectors. So after a long time someone decided to sell the drawings I have. […] To let you know the half of the works I present for Paris are already sold. So you decide or not when you want but I can’t assure they will be still available.’
Eind juli rijdt verzamelaar X naar Straatsburg, waar hij de tekening van het Rotterdamse stadhuis koopt voor een lagere prijs dan eerder gevraagd. Ter plekke blijkt er een vierde tekening te koop te zijn die eveneens te zien was geweest tijdens Woest. Vraagprijs: € 17.000. Deze vierde tekening beeldt de omgeving van het Weesperplein in Amsterdam af en is mij bekend: in augustus 2018 had Ans van Berkum mij foto’s van vijf tekeningen gestuurd, waaronder deze.2 Waar de tekeningen vandaan kwamen, liet ze in het midden (‘ik heb hier nog een paar tekeningen …’). Ik nam destijds aan dat ze van de Stichting Willem van Genk waren en hielp haar bij het determineren van de afbeeldingen.
Galerie J-P Ritsch-Fisch, 26 juli 2021: vier tekeningen van Willem van Genk
Drie maanden later stuurt verzamelaar X mij een appwisseling met Ritsch-Fisch door, waaruit blijkt dat deze tijdens Art Paris 2021 twee tekeningen van Van Genk heeft verkocht. Alleen de mijnbouw-tekening is nog over maar Ritsch-Fisch kan inmiddels een nieuw werk aanbieden, volgens hem een aquarel. Het blijkt te gaan om een tekening (geen aquarel, mogelijk is wel waterverf gebruikt bij de inkleuring) die ik herken: het is een van de werken waarvan Ans van Berkum mij in augustus 2018 een afbeelding had gestuurd. De tekening was bovendien te zien op de oude website van Stichting Willem van Genk.3 Afgebeeld is een straatscène in Groningen, met onder meer een trolleybus en met veel reclameteksten.
Een fantasie op de Groningsche Streekdag | ca. 1950 | gemengde techniek op papier | 27,5 x 21,1 cm
Bij de mail met foto’s die Ritsch-Fisch aan verzamelaar X stuurt, zit ook een tekst in het Nederlands over het werk. Het begin van die tekst: ‘Een fantasie op de Groningsche Streekdag, (waar ook wordt gezinspeeld op de nieuwe aanwinst der gemeentetransport n.l. de elektrische bus in het stadsnet Groningen.)’ Uit 2018 weet ik dat dit de tekst is die op de achterkant van de tekening staat. Wat volgt is met name een beeldbeschrijving, die van de hand van Ans van Berkum lijkt.4 Ritsch-Fisch stuurt verzamelaar X op verzoek de vraagprijzen: € 6.500 voor de mijnbouw-tekening, € 19.500 voor de tekening van Groningen, € 19.000 voor beide samen.5
¶
Een van de tekeningen die Ritsch-Fisch aanbood, Rotterdam, bruggen over de Koningshaven, kende ik niet alleen van Woest maar ook van een tentoonstelling die ik in 2015 in museum Het Dolhuys had bezocht, Essenties I. Tijdens die tentoonstelling (gecureerd door Ans van Berkum) waren tien vroege tekeningen van Van Genk te zien, waaronder twee met de Dom van Keulen. Een jaar later vroeg ik Ans van Berkum naar deze twee tekeningen, in verband met een tekst die ik aan het schrijven was over de tekening Keulen van Stichting Collectie De Stadshof:6 ‘In het Dolhuys waren vorig jaar twee vroege tekeningen van Keulen van WvG te zien. Kwamen die tekeningen uit de collectie van de Stichting Willem van Genk?’ Eerst kreeg ik een tegenvraag: ‘Hingen die tekeningen ingelijst aan het witte rek?’ En nadat ik bevestigend had geantwoord en haar een foto had gestuurd: ‘Ja die zijn van Stichting Willem van Genk Jack’.7
Museum Het Dolhuys (Haarlem), Essenties I , 3 juli 2015. Op de bovenste foto links een van de twee tekeningen van Keulen, rechts Rotterdam, bruggen over de Koningshaven, in 2021 aangeboden door galerie J-P Ritsch-Fisch
Stichting Willem van Genk werd in juli 2000 opgericht met als voorzitter Ans van Berkum. Doel was het beheren van het werk van Willem van Genk dat nog in bezit was van de kunstenaar, om het voor verspreiding te behoeden. De door Stichting Willem van Genk beheerde objecten werden in 2002 in bruikleen gegeven aan Museum Dr. Guislain in Gent. In 2017 trad Hans Looijen, directeur van museum Het Dolhuys, toe tot het bestuur van de stichting. Korte tijd later nam hij het voorzitterschap over, kwamen de meeste werken weer terug naar Nederland en verliet Ans van Berkum het bestuur.
¶
Begin februari 2022 ging verzamelaar X op bezoek bij Ans van Berkum. De twee kenden elkaar van de voorbereidingen van de tentoonstelling Woest en X had bij Van Berkum geïnformeerd naar een andere document dat hij daar had gezien: een geïllustreerde tekst met onder meer een afbeelding van de ruïne van de Rotterdame Laurenskerk. Van Berkum zei dat ze deze inderdaad had maar stuurde ook een foto mee van een tekening van de toren van de Laurenskerk, ongeveer van hetzelfde formaat als de tekening van het Rotterdamse stadhuis. Ze zei eerst bij Ritsch-Fisch te hebben geïnformeerd of ze de tekening buiten hem om van de hand mocht doen. X, terugblikkend op het bezoek: ‘Omdat we in de aanloop naar de tentoonstelling Woest met elkaar hadden samengewerkt wilde ze mij de toren cadeau doen. Nou ja, ze verlangde in ruil wel een donatie van 6.000 euro voor haar aanstaande dissertatie over Van Genk. […] Die donatie voelde als een koop.’8
Galerie Weisbard (Rotterdam), Willem van Genk was here, 14 oktober 2022. Tegen de achterwand de twee Rotterdam-tekeningen van verzamelaar X
(wordt vervolgd)
NOTEN
Arjen Ribbens, “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”, in: NRC, 14 september 2023. Een familielid van Van Genk gaf aan dat ‘met instemming van de familie’ zou moeten zijn ‘met instemming van de aanwezige familieleden’. ↩︎
E-mail van Ans van Berkum aan Jack van der Weide, 24 augustus 2018. ↩︎
De oude website van Stichting Willem van Genk, gehost door Nuoska (= ontwerper Michiel van Haren), was tot half november 2022 te benaderen. Daarna werd deze uit de lucht gehaald en definitief vervangen door de nieuwe versie, gehost door Museum van de Geest (hier; benaderd op 3 november 2023). ↩︎
Ik stel dit vast op grond van stilistische en inhoudelijke kenmerken die typisch zijn voor haar teksten. Een voorbeeld: ‘Zoals gebruikelijk bouwt Van Genk het beeld op in verschillende lagen. Net als op veel andere schilderingen is in de voorgrond een half afgesneden figuur geplaatst. Het is een meisje in een blauwe regenjas met capuchon. Een bekend verschijnsel bij Van Genk.’ ↩︎
Overgenomen uit de oorspronkelijke mail. Mogelijk betrof het hier een tikfout van Ritsch-Fisch. ↩︎
Een ingekorte en aangepaste versie van die tekst is hier (eerste deel) en hier (tweede deel) te lezen. ↩︎
E-mails tussen Ans van Berkum en Jack van der Weide, 3 maart 2016 ↩︎
Ribbens, “Stichting beticht museumdirecteur van frauduleuze verkoop”. ↩︎
Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Altijd maar weer die trolleybussen. Willem van Genk maakte er tientallen, maar hoeveel precies is onduidelijk.1 In mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” moest ik uitgaan van de assemblages die zich in publieke en particuliere collecties bevonden en/of die zichtbaar waren op foto’s. Recentelijk bracht ik een bezoek aan het depot van Museum van de Geest in Haarlem, waar ook de werken zijn opgeslagen die worden beheerd door Stichting Willem van Genk, en kon ik vaststellen dat er veel en veel meer bussen en trams zijn – in allerlei soorten en maten, en in allerlei stadia van bewerking.
Een aantal zaken viel mij op. Allereerst kende ik van de circa twintig bussen die ik kon bestuderen – slechts een deel van alles wat men had – er bijna geen een. Een enkele keer herkende ik een trolleybus die ik in 2006 bij Museum Dr. Guislain in Gent had gezien, waar toen veertien exemplaren los stonden opgesteld. Daarbij zullen er assemblages zijn geweest die op enig moment deel hadden uitgemaakt van de installatie Busstation Arnhem, maar zich in die context onttrokken aan een meer nauwkeurige beschouwing.
Vervolgens zag ik dat er naast trolleybussen ook opvallend veel trams bestonden, vrijwel steeds met een advertentie voor Turmac-sigaretten langs de dakranden. Tegelijkertijd leken de trams in de meeste gevallen niet helemaal uitgewerkt te zijn, alsof zij een (deel)project vormden dat Van Genk niet had afgemaakt. De verst uitgewerkte assemblages – binnen de deelverzameling die ik kon bekijken – waren uitsluitend trolleybussen. Onvermijdelijk moest ik denken aan de opmerking van Tiny van den Heuvel – Van Genk over haar overleden man Theo, die modeltrammetjes maakte: ‘Wim heeft die traditie voortgezet. Maar zijn voorliefde gaat meer uit naar trolleybussen.’2
En er waren dus bussen en trams in allerlei soorten en maten, en in allerlei stadia van bewerking. Die soorten en maten dienen letterlijk te worden genomen: te constateren was dat Van Genk als mogelijke basis voor zijn assemblages allerlei kartonnen modellen van bussen, trams, treinen en zelfs metrostellen had verzameld. Deze waren soms niet of nauwelijks, soms wat verder en soms ook vrij uitgebreid bewerkt, waarbij opviel dat hij vaak had geprobeerd om een kartonnen basis op verschillende manieren langer of breder te maken. Juist bij minder bewerkte exemplaren was dit goed te zien.
Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Tram, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Naast deze meer algemene observaties wilde ik drie specifieke casussen, telkens verbonden met één trolleybus, hier nader onder de loep nemen. Het betreft een Groningse trolleybus, een Russische trolleybus en een bus met een wel heel erg opvallende constructie.
Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Groningen was de eerste Nederlandse stad waar trolleybussen reden. In juni 1927 ging een proef in op een deel van de route van de kort daarvoor opgeheven tramlijn 2 tussen de Kraneweg en de Grote Markt. De proef slaagde en in oktober 1928 werd de voormalige tramlijn 4 op het traject Grote Markt – Meeuwerderweg eveneens als trolleylijn in gebruik genomen. Beide trajecten werden gecombineerd en reden onder lijnnummer 2. Vanaf januari 1950 vervingen op de resterende tramlijnen 1 en 3 nieuw aangeschafte trolleybussen de trams. Op 9 november 1965 kwam een einde aan deze vorm van vervoer in Groningen, toen een kraanwagen per abuis de bovenleiding naar beneden trok. De geplande plechtige afscheidsrit op 14 november kon daardoor niet plaatsvinden.
De trolleybussen en trams van Willem van Genk komen hoofdzakelijk uit Arnhem. Eerder wees ik al op het bestaan van een Russische trolleybus en een Zweedse trolleybus. In het depot van Museum van de Geest trof ik daarnaast een Groningse trolleybus aan, herkenbaar aan het traject Meeuwerderw[eg] Kraneweg op de voorkant. Naast het cijfer 4 komt ook 2 voor, een historisch min of meer correcte weergave van de betreffende lijn. Typisch voor Van Genk en zijn hang naar het verleden, naar het voorbije, is dat hij een vooroorlogse trolleybus reproduceerde. Overigens lag aan de assemblage, zoals vaker te zien was, een bouwplaat van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam ten grondslag.
Trolleybus in Groningen, ca. 1935
De al genoemde Russische trolleybus bleek vervolgens niet de enige in zijn soort te zijn. In het depot in Haarlem trof ik een tweede exemplaar aan, minder ver uitgewerkt en zonder wielen maar onmiskenbaar een trolleybus uit Moskou. Ook de kleuren zijn dezelfde, wit met blauw, maar op de voorkant van de depot-bus ontbreekt de Sovjet-ster. Opvallend is dat beide bussen rechtsboven op de voorkant dezelfde tekst hebben, aangebracht in groene balpen: ВАНХ МОСКB – de eerste (Cyrillische) letters van de naam VAN GENK en de plaatsnaam MOSKOU in het Russisch. Niet ondenkbaar is dat Van Genk de tekst overnam van bijvoorbeeld een vliegticket, en op die manier een signatuur aanbracht.
Trolleybus (Moskou), ca. 1980-1990 | particuliere collectie
Trolleybus (Moskou), ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Hoewel de Russische trolleybus uit het depot niet helemaal was uitgewerkt, had Van Genk al wel aandacht besteed aan het interieur. Eerder merkte ik op dat opengewerkte deuren hiervan vaak een indicatie zijn en dit bleek ook in dit geval te kloppen. In 2018 had Ans van Berkum mij verteld dat bij een bus in de verzameling van de Collection d’Art Brut in Lausanne (een uitgeknipte afbeelding van) Kapitein Iglo als chauffeur fungeerde. Dit kon ik bij twee bussen in het depot waarnemen, waaronder de Russische bus; de blauwe pet van de kapitein zal aan die rol hebben bijgedragen.
Kapitein Iglo als buschauffeur (details van twee trolleybussen uit het depot van Museum van de Geest)
De derde bus die ik hier wil uitlichten, is opnieuw een assemblage op basis van een bouwplaat van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam – zij het in tweede instantie. De directe basis wordt gevormd door een trolleybus die in bezit is van Stichting Collectie De Stadshof, en die in mijn “Aanzet tot een catalogue raisonné” het nummer WVG-6003 kreeg. Van Genk lijkt afgedrukte foto’s van die trolleybus (in ieder geval van beide zijkanten, de voor- en achterkant en het dak) op een kartonnen ondergrond te hebben geplakt, om daarmee een nieuwe assemblage te maken. Er zijn enkele kleine “reclame-uitingen” toegevoegd, maar veel verder is hij met de bus niet gegaan. Op de beide zijkanten zijn de wielen afgeplakt met stukjes blauw karton, maar niet vervangen door andere exemplaren. Ook voor het dak bleef het bij een foto van de oorspronkelijke bus.
Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Willem van Genk, Haarlem
Trolleybus, ca. 1980-1990 | Stichting Collectie De Stadshof, Utrecht
Het procedé om foto’s of kopieën te gebruiken om die weer te kunnen bewerken, paste van Genk later met iets meer succes toe op zijn balpentekeningen. Dit resulteerde onder meer in vrijwel identieke versies van de tekening Gare de Bruxelles (WVG-0102), terwijl Zagreb(WVG-0103)juist ten grondslag lag aan de nieuwe werken Orkest van Coburg (WVG-0105) en Stationsplein Arnhem (WVG-0106). De depot-bus op basis van foto’s van een andere assemblage laat zien dat hij al eerder met het procedé experimenteerde. Terugredenerend zouden dan ook de collages op basis van oudere tekeningen, en misschien zelfs de mysterieuze wordingsgeschiedenis van Roma Termini (WVG-0040) met het procedé in verband kunnen worden gebracht.
NOTEN
Vaak wordt een getal van zeventig genoemd: ‘Willem van Genk heeft ongeveer […] 70 autobussen [gemaakt]’ (Nico van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 25); ‘In huis bevinden zich ongeveer 70 modellen van trolleybussen’ (Walda, Koning der stations, p. 128); ‘Trolleybussen | ca 1980/1990 | mixed media (ca 70)’ (Van Berkum e.a., Een getekende wereld, p. 119). ↩︎
Walda, Koning der stations, p. 33. In een ander interview zegt Tiny: ‘Mijn man zijn hobby was die trammetjes, en dat vond Wim zo prachtig, en hij kon d’r wel eens woorden mee wisselen, over trammetjes hè? […] En Wim die gaat altijd naar Arnhem, voor z’n trolleybussen’ (interview met Tiny van den Heuvel – Van Genk door Ans van Berkum en Carolien Satink, 1998; opname in mijn bezit). ↩︎
Dit is het negende deel van een tekst over een aanzet tot een catalogue raisonné van het oeuvre van Willem van Genk.
Woest, 3 oktober 2019. Links boven WVG-0113, daaronder WVH-0007, daarnaast WVG-0005, rechts WVG-0092
Dit is vooralsnog het laatste deel van mijn inventarisatie van het tweedimensionale werk van Willem van Genk. Aan bod komen eerst enkele werken die te zien waren tijdens Woest maar die niet waren opgenomen in de publicatie bij die tentoonstelling. Vervolgens wordt een aantal werken genoemd uit Willem van Genk bouwt zijn universum, een boek uit 2010 van Museum Dr. Guislain in samenwerking met de Stichting Willem van Genk. Details als afmeting, datering en techniek zijn in dit boek echter minimaal zodat er met enig voorbehoud naar dient te worden gekeken. Incidenteel verwijs ik naar ‘de lijst Van der Endt 2000’, een lijst gedateerd 1 juni 2000 met ‘nog verkoopbare werken van Willem van Genk’, opgesteld door Nico van der Endt. Ik eindig met enkele werken die ik ken uit eigen waarneming.
Veel ontbreekt nog, met name een flink aantal merendeels kleinere tekeningen, al dan niet verknipt, sommige te zien tijdens Woest (zonder begeleidende tekst), tijdens andere tentoonstellingen en/of afgebeeld in Willem van Genk bouwt zijn universum. De tekeningen zijn hoofdzakelijk in bezit van de Stichting Willem van Genk en Museum Dr. Guislain; in beide gevallen beschik ik niet over een overzicht. Daarnaast is uiteraard de vraag waar men een lijn dient te trekken. Wat bijvoorbeeld te doen met de brieven, in sommige gevallen geschreven in verschillende kleuren en bezaaid met tekeningen, in andere vrijwel alleen interessant vanwege de inhoud? Verder bestaan er schetsboekjes, plakboekjes, reisverslagen, literatuurlijsten, memo’s enzovoort. Op aard en aantal van deze items is nauwelijks zicht.
WVG-0113
Op de lijst Van der Endt 2000 staat dit werk vermeld als ‘Amsterdam, gezicht op C.S., 1950 | gem. techniek/collage, 63,5 x 40 cm’.
Tijdens de tentoonstelling Woest had dit werk het bijschrift Amsterdam en was het te zien naast twee andere tekeningen over Amsterdam. Op de achterkant heeft Van Genk geschreven Amsterdam centraal station / met ronde Lutersche kerk PH kade, met daarnaast in een naamstempel het jaartal 1950.
Afbeelding: zie foto hierboven.
WVG-0114
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 109 Geldersche tramwegen | s.d. | mixed media | Privécollectie
Dit werk werd in 2017 samen met WVG-0068 door Museum Het Dolhuys aangekocht van een particuliere verzamelaar. Tijdens Woest was het te zien in een van de vitrines.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 109.
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 34 Geldersche tramwegen | s.d. | knipsel uit de bibliotheek van Willem van Genk | Museum Dr. Guislain
Volgens informatie van Museum Dr. Guislain uit september 2015 meet dit werk 47 x 62 cm. [i] De ontbrekende tondo (met een plattegrond van Arnhem) is verwerkt in Urbanisme et Architecture (WVG-0054). Tijdens Woest was het werk te zien in een van de vitrines. [ii]
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 108 Laatste blauwe tram | mixed media op bordkarton | s.d. | Privécollectie.
Op de lijst Van der Endt 2000 staat dit werk vermeld als ‘Laatste Blauwe Tram, ca. 1959 | gem. techniek/papier, ca. 28 x 39 cm’. Op de achterkant van dit werk heeft Van Genk geschreven: laatste blauwe tram “NZH”, met daarnaast in een naamstempel 10 Mei 1958. Dit betreft niet de datering van het werk maar is de datum waarop de Blauwe Tram voor de laatste keer reed tussen Den Haag en Voorburg. Tijdens Woest was het werk te zien in een van de vitrines.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 108.
Dit titelloze, onafgemaakte werk bestaat uit zes boardplaatjes waarop Van Genk is begonnen aan een afbeelding van een trolleybus in een stedelijke omgeving. Mogelijk gaat het hier om het laatste werk van Van Genk op board. Tijdens Woest was het werk te zien in een van de vitrines.
Afbeelding: zie hieronder.
WVG-0117
WVG-0118
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 4 Organist St. Bavokerk Haarlem | s.d. | potlood op papier | Museum Dr. Guislain
Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 5.
WVG-0119
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 29 Knipsel uit bibliotheek van Willem van Genk | Museum Dr. Guislain
Afgebeeld is een tram (lijn 1) op het Velperplein in Arnhem ter hoogte van de voormalige Incasso-Bank. Volgens informatie van Museum Dr. Guislain uit juni 2016 meet dit werk 65 x 64 cm. [iii]
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 29 (boven).
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 36 Zonder titel | verf en kleurpotlood op papier | Museum Dr. Guislain
Op de lijst Van der Endt 2000 staat dit werk vermeld als ‘Nijmegen/Bergbahnlinie, ca. 1959 | gem. techniek/papier, 23,5 x 34 cm’. Volgens informatie van Museum Dr. Guislain uit september 2015 meet dit werk 23,5 x 34 cm en heeft het als titel District Mooi Nederland. [iv] Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 74 Stadsplan Arnhem | uit de bibliotheek van Willem van Genk | Museum Dr. Guislain
Volgens informatie van Museum Dr. Guislain uit juni 2016 meet dit werk 21,8 x 32 cm. [v] Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne (vitrine).
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 74.
WVG-0122
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 104 Leiden – Breedstraat | s.d. | pen en inkt op papier | Privécollectie
Op het linkerdeel van de tekening is het Leidse stadhuis aan de Breestraat te zien. Rechts is afgebeeld het begin van de Breestraat vanaf het Rapenburg.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 104.
WVG-0123
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 126 Zonder titel | s.d. | mixed media op papier | Museum Dr. Guislain
Afgebeeld is een gele bus die door een landschap rijdt.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 126.
WVG-0124
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 127 Zonder titel | s.d. | mixed media op papier | Museum Dr. Guislain
Afgebeeld is een gele bus (lijn 100 naar Doetinchem) op een brug. Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, pp. 126-127.
WVG-0125
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 127 Zonder titel | s.d. | mixed media op papier | Museum Dr. Guislain
Afgebeeld is een tram voor het gebouw van ‘De Nederlanden van 1845’ aan het Willemsplein in Arnhem. Volgens informatie van Museum Dr. Guislain uit juni 2016 meet dit werk 23,5 x 34 cm. [vi] Het is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 127.
WVG-0126
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 142 Groot Arnhem | s.d. | mixed media op papier | Museum Dr. Guislain
Op de lijst Van der Endt 2000 staat dit werk vermeld als ‘Den Haag/Boekenweek | gem. techniek/papier, 22,8 x 30,8 cm’. Afgebeeld is de Hofplaats in Den Haag, met op de voorgrond een parkeerplaats met auto’s en touringcars.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 142 (boven).
Willem van Genk bouwt zijn universum (2010), p. 142 Vaarwel Tram | s.d. | mixed media op papier | Museum Dr. Guislain
Afgebeeld is de Amsterdamse Poort in Haarlem. De tekst VAARWEL TRAM heeft betrekking op de laatste rit van de Noord-Hollandse Blauwe Tram op 31 augustus 1957. Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
Afbeelding: Willem van Genk bouwt zijn universum, p. 142 (onder).
Tekening van een stadstafereel in Groningen. Op de lijst Van der Endt 2000 staat dit werk vermeld als ‘Groningen met 1 mei optocht | gem. techniek/papier, 24 x 35 cm’. Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
WVG-0129
Tekening van de St. Bavokerk in Haarlem. Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne.
WVFG-0130
Tekening van een 1 mei-optocht voor de Dom in Keulen. De ontbrekende tondo is verwerkt in Urbanisme et Architecture (WVG-0054). Het werk is te zien tijdens de tentoonstelling Megalopolis bij de Collection de l’Art Brut in Lausanne (vitrine).
Zie hier voor meer informatie over dit werk en een afbeelding.
Megalopolis (Lausanne), maart 2021. Tegen de muur links v.l.n.r. WVG-0124, onbekend, WVG-0111; tegen de achtermuur WVG-0016 en een stukje van WVG-0028; tegen de muur rechts v.l.n.r. WVG-0118, WVG-0128, WVG-0125, WVG-0120, WVG-0127, WVG-0129; op de voorgrond in de vitrine WVG-0130
WVG-0131
Een set van zes litho’s die Van Genk in 1995 maakte. Drie litho’s vormen samen een afbeelding van het bovenste deel van een kerk, de drie andere tonen steeds drie personen op een treinperron.
WVG-0131a – linkerdeel kerk WVG-0131b – middendeel kerk WVG-0131c – rechterdeel kerk WVG-0131d – perronscène I (links een man en een vrouw; lichter dan WVG-0131f) WVG-0131e – perronscène II (paal met in spiegelbeeld de tekst VOIE). WVG-0131f – perronscène III (links twee mannen; donkerder dan WVG-0131d)
Volledige sets litho’s bevinden zich bij Galerie Hamer, bij Stichting Collectie De Stadshof en in enkele particulier collecties.
Zie hier voor meer informatie over dit werk en een afbeelding.
WVG-0132
Tekening met een trein- of tramwagon met een reclame voor Turmac, een prominente pantograaf en het woord MÄRKLIN. Van Genk maakte meerdere kopieën van de tekening, die achter elkaar kunnen worden gelegd en op die manier een nieuwe afbeelding vormen. Het werk is vermoedelijk gemaakt in de tweede helft van de jaren negentig en bevindt zich bij Museum Dr. Guislain.
Zie hier voor meer informatie over dit werk en een afbeelding.
WVG-0133
Tekening in vierkleurenbalpen van het Haagse Leyenburg-ziekenhuis. In een tweede, bewerkte versie is een kopie van een strook uit het midden van de afbeelding aan de onderkant van een kopie van het hele werk geplakt, waarna het resultaat opnieuw met balpen en gouacheverf is bewerkt. Het werk is vermoedelijk gemaakt in de tweede helft van de jaren negentig en bevindt zich bij Museum Dr. Guislain.