Marjo, Ronson, Rijksmuseum

Moskou (detail)

In 2016 verwierf het Rijksmuseum Amsterdam de tekening Moskou van Willem van Genk. Het ging hierbij om een overdracht van beheer vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – de Rijksdienst Beeldende Kunst had het werk in 1989 aangekocht.1 De tekening kreeg een plaats in de opstelling van de twintigste eeuw, maar werd vanwege lichtgevoeligheid slechts beperkt tentoongesteld. Begin augustus stuurde ik een mail naar het Rijksmuseum met de vraag of Moskou te zien was. Helaas: ‘De tekening bevindt zich in ons depot, CollectieCentrum Nederland. Ik kan niet achterhalen of de tekening binnenkort in het museum komt te hangen. Voorlopig lijken er geen plannen daartoe te zijn.’2 Onder bepaalde voorwaarden was het echter mogelijk om de tekening in het depot te bekijken.

Twee weken later togen verzamelaar X en ik naar Amersfoort, waar het gebouw van CollectieCentrum Nederland zich bevindt – een imposant gebouw van 31.500 m2, in 2021 geopend en speciaal neergezet voor het Nederlands Openluchtmuseum, museum Paleis Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.3 Moskou was hier in goede handen, zo bleek ook tijdens de uitgebreide rondleiding door locatiemanager Wim Hoeben.

Wat onder meer opvalt bij het van dichtbij bekijken van een tekening als Moskou is de grote hoeveelheid tekst, op gebouwen, vervoermiddelen, richtingaanwijzers en wat al niet. Ook is goed te zien hoe de ondergrond bestaat uit verschillende, aan elkaar bevestigde stukken papier, die bovendien elk een iets andere tint hebben (of hebben gekregen). Daarnaast ontbreekt een signatuur, wat doet vermoeden dat de afbeelding is bijgesneden – al kan het zijn dat de tekening in eerste instantie niet bedoeld was voor andere ogen dan die van de kunstenaar zelf.

 Moskou in CollectieCentrum Nederland

***

In mijn vorige post schreef ik over de woorden REIZEN MARJO op de ets Siljaline uit 1967 (WVG-0064) en MARJO REIZEN, EXIT VERLEDEN tijd op de tekening Wodka Kasakoff uit 1990 (WVG-0101). Die laatste tekst bleek in ieder geval niets te maken hebben met Madeleintje Storio/Madeleine Stordiau, zoals Ans van Berkum suggereerde. Dick Walda kon mij desgevraagd geen opheldering verschaffen: ‘Helaas kan ik je niet helpen wat betreft “Marjo reizen”, heb Willem er nooit over gehoord, maar zou natuurlijk het reisbureau kunnen zijn waar hij zijn reisjes boekte.’4 Verzamelaar X beet zich echter vast in de materie en loste het raadsel op.

Aanvankelijk was er sprake van een “Sigarenmagazijn Marjo” aan de De La Reyweg 11 in Den Haag dat al eind jaren veertig fungeerde als verkooppunt voor reisbureau/busbedrijf Hotam, het vaste reisbureau van de familie Van Genk aan het Valkenbosplein. Op enig moment veranderde het sigarenmagazijn zélf in een reisbureau, op hetzelfde adres en onder dezelfde naam. Van Genk zal hier reizen hebben geboekt, onder andere de reis waarnaar Siljaline verwijst, en hij zal dusdanig aan Marjo verknocht zijn geraakt dat hij in 1990 het verdwijnen van het reisbureau nog vermeldt. Overigens overleed op 4 juli 1989 op 77-jarige leeftijd Reinder Dirk Groot, in wiens rouwadvertentie werd vermeld dat hij ‘voorheen eigenaar van Reisbureau Marjo’ was.5

Links: Wodka Kasakoff (detail), rechts: advertentie uit Het Vrije Volk, 5 mei 1962

***

In 1972 maakte Willem van Genk een schilderij dat van galeriehouder Dick Heesen de naam Paranasky Culture kreeg (WVG-0078). Zelf gaf hij het werk de titel The Paranăsky Kultur Kollage ’72. Elders op het werk staat ook nog Paranăsky Supersmi[le], weer met die breve boven de derde a. In 1980 behoorde het tot de eerste twee werken die Nico van der Endt verkocht aan de Collection de l’Art Brut in Lausanne, voor hfl. 3.000 elk. Door een druk- of typefout kreeg het werk binnen die collectie de naam Parnasky Culture. In haar tekst voor de catalogus bij de tentoonstelling Woest gebruikt Sarah Lombardi, directeur van de Collection de l’Art Brut, de tussenvorm Paranasky Kultur, een naam die ik zal aanhouden, zij het mét de breve.6

Wat is de betekenis van het woord ‘Paranăsky’? Op internet is het niet te vinden en dus weet ook ChatGPT geen antwoord. Wel kwam hij/zij met enkele mogelijke interpretaties, onder andere dat het om een Slavisch klinkende achternaam zou kunnen gaan (‘Het achtervoegsel -sky of -ski komt vaak voor in Slavische namen, al is “Paran” geen bekend basiswoord’). Daarbij is onduidelijk of de laatste lettergreep -sky misschien moet worden uitgesproken als het Engelse sky (lucht, hemel). De breve op de a komt eigenlijk alleen voor in het Roemeens, waar het wordt het gebruikt voor de klinker sjwa (ə), zoals in măr (appel).

Paranăsky Kultur (details)

Op het rechter deel van Paranăsky Kultur is linksboven een scène afgebeeld in een achthoekig tondo, die in zekere mate autobiografisch lijkt te zijn. We zien een wand met drie deuren en vier personen, een vrouw en drie mannen. De vrouw loopt naar binnen bij de linker deur van kamer 14, waarop onder meer SINGLE ROOM en EINZEL ZIMMER en FIRST CLASS staat. Boven haar hoofd staat de richting aangegeven naar een BOUTIQUE DE SEX en een SALOON for LADIES genaamd MAISON AMERICAIN. De twee mannen in het midden kijken naar haar en hebben een sleutel voor kamer 13, een DOUBLE ROOM dan wel DREI BETT ZIMMER die 75 $ DAY kost. De man rechts opent of sluit de derde deur, kennelijk die van een damestoilet (LAVATORY en WOMAN staat op de deur).

Met de tweede persoon van links, de man met het blauwe jasje en de bril, lijkt Van Genk zichzelf te hebben afgebeeld. Hij heeft een tas in zijn hand met daarop EL-AL; kennelijk heeft hij met deze Israëlische maatschappij gevlogen. De man naast hem gaat duidelijk dezelfde kamer in (hij heeft de sleutel) en heeft met zijn baard en pijp veel weg van de schilder die onder meer te zien is op Madrid (WVG-0033) en Engelenburcht (WVG-0085; zie hier en hier) en die kan worden geïdentificeerd als Pierre Stordiau – Van Genk en Stordiau waren ook al samen te zien op Collage 2000 Beljon Inc.7 De man rechts heeft boven zijn hoofd een tekstwolkje met het woord STÜMPERT. Onduidelijk is of hij dit denkt over een van de anderen of dat dit op hemzelf slaat.

Paranăsky Kultur (detail)

Het is een tafereel waarover veel te zeggen en te hypothetiseren valt. Waar het mij met name om gaat is de drie buizen/reclames/apparaten aan de muur links naast de deuren, steeds met het woord RONSONSERVICE. Eerder signaleerde ik al vergelijkbare beeldelementen op Zelfportret – Zwakzinnigennazorg (WVG-0096) en Zelfportret in De Ark (WVG-0081) en vroeg ik me af wat hier wordt afgebeeld. Helaas biedt ook Paranăsky Kultur geen verklaring. Mocht iemand een idee hebben, over Paranăsky of over RONSONSERVICE, dan zou ik dat graag horen!


NOTEN

  1. ‘In 1989 meldde zich de Rijksdienst Beeldende Kunst bij Van der Endt voor aankopen ten behoeve van de Collectie Nederland. Er werden twee werken aangeschaft, de laatste grote Mockba en Orkest van Coburg.’ Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 223. ↩︎
  2. Annepiet Nouwen aan Jack van der Weide, 5 augustus 2025. ↩︎
  3. Het gebouw bevat naast depotruimtes twee restauratieateliers, een röntgenkamer, een fotostudio, een projectruimte, een ruimte voor houtbewerking en een emballageruimte. Zie de website. ↩︎
  4. Dick Walda aan Jack van der Weide, 30 augustus 2025. ↩︎
  5. De Telegraaf, 6 juli 1989. ↩︎
  6. Sarah Lombardi, “Willem van Genk en de Collection de l’Art Brut: Een verhaal van ontmoetingen”, in: Hans Looijen e.a., Woest, pp. 29-31. Ook verderop in Woest wordt de titel Paranasky Kultur gehanteerd (p. 88). Op de website van de Collection de l’Art Brut heet het werk nog altijd Parnasky Culture. ↩︎
  7. Van der Weide, De eenheid van het spinnenweb, p. 150 ↩︎

Vroeg

Het Oosteinde in Voorburg rond 1930. Op de voorgrond ziekenhuis Antoniushove, daarnaast de Martinuskerk

De vier adressen van het gezin Van Genk in Den Haag tussen 1915 en 1925 waren Westeinde 257, Malakkastraat 6, Columbusstraat 106 en Renbaanstraat 7 – waarbij dat laatste adres feitelijk in Scheveningen lag. Uit advertenties blijkt dat zich op elk van deze adressen in deze periode een winkel bevond, korte tijd eerder of later. Ook Jozef van Genk zal voor zijn zaak hebben geadverteerd, maar tot op heden is niet duidelijk in welke krant dat was. In Columbusstraat 106, waar zijn winkel van januari 1922 tot maart 1923 was gevestigd, werd hij opgevolgd door poelier H. Siesage. [1] In juni 1925 verhuisde het gezin Van Genk naar Voorburg.

Een geboorteakte van Willem van Genk is niet te vinden. Wel geeft zuster Tiny in een interview uit 1998 een enigszins verdekte aanwijzing over zijn geboorte, als ze spreekt over het karakter van haar moeder:

Mijn moeder was een … ja, die wist wat ze wilde, wat ze … stond in het midden van het leven, en eh … en ’t was geen twijfelaar of wat dan ook, helemaal niet, het eh … was een hele, vrouw met een … op het kritieke moment wist ze wat ze doen moest, want d’r is heel wat gebeurd bij ons hoor. Maar zij wist … anders waren er verschillende eigenlijk eh, ongelukkig geworden. We hadden wel eens een brand, en eh … en ze wist meteen alles te blussen en eh … en met Willem ook, meteen een zuurstofapparaat, “Maar zuster, is er dan hier geen zuurstofapparaat?” Hadden ze niet eens aan gedacht in, in dat ziekenhuis, dat was in Antoniushove, in Voorburg. Ja ik haal ’t misschien een beetje door elkaar, maar … [2]

Ziekenhuis Sint Antoniushove aan het Oosteinde in Voorburg, opgericht in 1913, was aanvankelijk een ouderenpension waar al snel ook zieken en noodlijdenden van alle gezindten (maar toch vooral katholieken) welkom waren. De verpleging en verzorging was voor een belangrijk deel in handen van zusters Augustinessen. Naast het ziekenhuis lag de imposante, neogotische Martinuskerk.

Waarschijnlijk was dat niet de kerk waar het gezin Van Genk op zondag heen ging: de Martinus lag op ruim een half uur lopen van het adres waar Jozef en Maria van Genk vanaf 1927 woonden, Van de Wateringelaan 25. Op iets meer dan tien minuten lopen van hun woning lag de Haage Liduinakerk aan de Schenkweg, waardoor het waarschijnlijker was dat ze tot die parochie behoorden. [3] Een woordvoerster van het parochiesecretariaat Maria Sterre der Zee bevestigde dit: “Het klopt dat destijds een gedeelte van Voorburg hoorde bij de Liduinaparochie. Het betreft het gedeelte vanaf de spoorlijn.” [4]

Na de sloop van de Liduinakerk in 1977 fuseerde de Liduinaparochie met de Marlotkerk tot de Driekoningengemeenschap. Koster Wim Kuipers van de Driekoningengemeenschap vond in een doopboek van de Liduinakerk inderdaad een aantekening over de doop van Willem van Genk – zij het niet in de eigen kerk:

Die 2 Aprilis 1927 in ecclesia
S. Martini in Voorburg baptizatus
est Wilhelmus Franciscus Antonius
Maria van Genk.
Pater: Joseph Joës Maria v. Genk
Mater: Maria Martina Hoogstraten
(v. Wateringestraat 25)

Willem van Genk was dus gedoopt in de Martinuskerk, op de dag van zijn geboorte. In eerste instantie leek het er daarmee op dat het gezin Van Genk behoorde tot de parochie van St Martinus, maar de vraag was wel waarom er dan een aantekening in een doopboek van de Liduinaparochie stond. Wim Kuipers gaf daarvoor na enig nadenken een plausibele verklaring:

Het is eigenlijk wel duidelijk dat de familie destijds tot de Liduinaparochie behoorde. Waarschijnlijk is Willem van Genk in het ziekenhuis Antoniushove geboren. Het ziekenhuis was in die tijd gevestigd naast de Martinuskerk. De traditie was, dat kinderen gelijk na hun geboorte of daags erna gedoopt werden. Uit praktische redenen is het aannemelijk dit in de Martinuskerk heeft plaatsgevonden. Vandaar de latere aantekening in het doopboek van de Liduinakerk. [5]

Dit sloot bovendien aan op de eerder geciteerde opmerking van Tiny van Genk over haar moeder in Antoniushove, waarschijnlijk had zij het over de geboorte van haar broer (“en met Willem ook”).

Jeugdtekening Willem van Genk (particuliere collectie)

Bij de spullen van haar oude tantes trof een nicht van Willem van Genk, de oudste dochter van zijn zuster Nora, enkele jaren geleden een jeugdtekening van de kunstenaar aan. Het ging om een potloodtekening van een verkeersknooppunt bij een station met enkele panden – termen als ‘straattafereel’ of ‘straatscène’ zijn feitelijk niet van toepassing, omdat er vrijwel geen personen of vervoersmiddelen te zien zijn. Blijkens het onderschrift betreft het STATION ROOSENDAAL en de STEENBERGSCH STRAATWEG – de letter S is steeds gespiegeld geschreven. Er is geen ondertekening of datering maar de overeenkomsten met later werk van Van Genk zijn opmerkelijk.

Er zijn vier wegen die bij elkaar komen bij een constructie met het opschrift ROOSENDAALSCH STATION (zonder gespiegelde S’en). Tussen de twee wegen op de voorgrond is een steenstrook getekend met links een rond verkeersbord met een P, met daaronder de tekst STATION VIADUCT A. Rechts daarvan staat een ander bord, met de tekst Naar Bergen OZ STOOMtram TRAMhalte. Op de steenstrook tussen de twee voorste wegen liggen tramrails die eindigen bij een stootblok. Op de vier wegen zijn pijlen getekend die alle in de richting van het station wijzen, met voor het station een tros van acht pijlen die juist de andere kant uit wijzen.

Aan de linkerkant van de tekening is een deel van een gevelrij te zien met de aanduiding steenbergsch str weg, daaronder een onleesbare tekst en mogelijk een huisnummer 3. Aan de rechterkant is op de straathoek een bioscoop getekend met de naam METROPOLE, waar een  FILM kennelijk 22 cts kost. In de deuropening staat de enige menselijke figuur op de tekening, een portier met een pet. Onder de dakrand staat in grote letters COBES CATENBURG. Het station, waar alle wegen naartoe leiden, kan worden betreden via een verhoging onder een stenen boog waar zeven deuren zijn, die vermoedelijk naar de stationshal leiden. De spoorbaan ligt erboven, de getekende rookkringels wijzen misschien op een trein die net voorbij is gereden.

Vader Jozef van Genk, afkomstig uit Bergen op Zoom, had in Roosendaal tussen 1913 en 1915 zijn winkel op het adres Brugstraat 62, een straat die uitkwam bij het station. Hier werden ook zijn twee oudste dochters geboren. Tussen 1908 en 1911 woonde hij  bovendien in Steenbergen. Verschillende plaatsnamen op de jeugdtekening hebben daarmee een biografische achtergrond, die met name te maken heeft met de familie van vaderszijde in westelijk Noord-Brabant. Anderzijds lijken de details niet te kloppen: er is of was geen Steenbers(ch)e straat(weg) in Roosendaal, [6] al helemaal niet bij het station in die plaats dat er bovendien heel anders uitzag dan op de tekening.

Van Genk leek uit te zijn gegaan van bestaande elementen en vervolgens zijn fantasie de vrije loop te hebben gelaten. Desgevraagd werd dit bevestigd door de Heemkundekring Roosendaal:

Wij hebben uw vraag m.b.t. de jeugdtekening van Willem van Genk voorgelegd aan diverse leden van onze Heemkundekring. Zij komen allen tot de conclusie: de geschetste situatie was niet Roosendaal, noch in Bergen op Zoom of in Zevenbergen. De jonge Willem heeft in zijn fantasie Roosendaal een fantastisch station toegedacht. [7]

De bioscoop op de tekening past in deze constructie: in Den Haag was in 1936 de zeer luxe bioscoop Metropole Palace geopend, gelegen aan de Carnegielaan – niet ver van de Laan Copes van Cattenburch. Die laatste was genoemd naar de Haage burgemeester Lodewijk Constantijn Rabo Copes van Cattenburch (1771-1841), die derhalve in Roosendaal niet van belang was.

Al met al zijn er duidelijke aanknopingspunten tussen de jeugdtekening en het latere werk van Willem van Genk: de stadssetting, het motief van openbaar vervoer, de opschriften, zelfs de relatieve symmetrie en het nadrukkelijke perspectief. Anderzijds kan men ook stellen dat deze zaken niet persé ongewoon zijn voor een kindertekening en dat het juist interessant is dat Van Genk er in zijn later werk aan is blijven vasthouden. De situatie met het fictieve station doet denken aan Schwebebahn Wuppertal (zie hier), meer in het algemeen is de tekening een geheel eigen pick & mix van bestaande elementen. Zo heeft er nooit een stoomtram gereden tussen Roosendaal en Bergen op Zoom – dat was ook niet nodig, aangezien er al sinds 1863 een treinverbinding tussen beide steden bestond.

Links: detail jeugdtekening Willem van Genk. Rechts: detail litho WVG-0131d

Als laatste wil ik wijzen op enkele intrigerende overeenkomsten tussen de jeugdtekening en enkele litho’s die Van Genk in 1995 maakte (zie hier), een kleine zestig jaar later. Ook daar een station met rookkringels van een trein, maar vooral: ook daar een man met een uniformpet met een prominente klep, en profil gezien. Wat ontbreekt op de jeugdtekening is de webstructuur, nadrukkelijk aanwezig op diezelfde litho’s en ook op veel ander werk, zeker waar het om stations gaat. De vraag of men daar conclusies uit moet of kan trekken (en zo ja: welke), laat ik graag aan anderen.


NOTEN

[1] Zie bijvoorbeeld een advertentie in de Haagsche Courant van 22 april 1924.

[2] Interview met Tiny van Genk door Ans van Berkum en Carolien Satink (opname in mijn bezit).

[3] De kloosternaam ‘Lidwina’ die Leny van Genk later zou aannemen, zou ook op een verband met de Liduinaparochie kunnen wijzen.

[4] E-mail van Monique Meeussen aan Jack van der Weide, 2 juli 2021.

[5] E-mail van Wim Kuipers aan Jack van der Weide, 8 juli 2021.

[6] In Bergen op Zoom, waar Willem van Genk na het overlijden van zijn moeder in 1932 enige tijd woonde, is wél een Steenbergse straat.

[7] E-mail van Cees Talboom aan Jack van der Weide, 23 juni 2021.

Rondvaart

Rondvaart (WVG-0087)| 1966 | ets | ca. 15 x 23 cm | Stichting Collectie De Stadshof, Utrecht

Op YouTube werden ten tijde van de tentoonstelling Woest enkele “kunstverhalen” geplaats, korte video’s waarin Ans van Berkum en Hugo Borst werken van Willem van Genk bespraken. In het kunstverhaal over Waarheidsfestival (WVG-0049) gaat Van Berkum onder meer in op een rechthoek van ongeveer vijftien bij twintig centimeter aan de onderkant van het werk: ‘Midden onder de centrale figuur heeft Van Genk een stuk van zijn ets Silja Line geplakt, met daarop een ronde schildering met de titel van een expositie in Den Haag waaraan hij zelf deelnam, Nieuwe realisten.’ [i] Die laatste opmerking is uiteraard correct en ook had Van Genk inderdaad een afdruk van een van zijn etsen gebruikt. Dit was echter niet Silja Line (WVG-0064) maar een ets die lange tijd onbekend was, al had juist Van Berkum haar kunnen herkennen.

Volgens Nico van der Endt maakte Van Genk ‘een vijftal etsen in verschillende kleuren (vervaardigd gedurende zijn avondverblijf op de Academie en afgedrukt door collega’s)’. [ii] Vier van de etsen – Minsk (WVG-0062), Tunnel Napels (WVG-0063), Silja Line en Collonade (WVG-0065) – waren bekend, de vijfde (Rondvaart) werd alleen genoemd in het oeuvre-overzicht in de monografie uit 1998. [iii] Recentelijk bleek echter dat Stichting Collectie De Stadshof die vijfde ets wel degelijk bezat: ‘Er is 1 ets: Rondvaart op de Dnepper bij Kiel, 1966 (reg nr: OS13070701 SH10156) is sinds 17 augustus 1999 in langdurige bruikleen van dhr. J.B. Meinen, Papendrecht, aan Stg Coll. De Stadshof. Afm. 18,6 x 19 cm.’ [iv] Die informatie verhelderde veel en riep tegelijkertijd ook een aantal vragen op.

Allereerst de titel. De noord-Duitse stad Kiel is gelegen aan de Kieler Förde, aan het noordelijk begin van het Noord-Oostzeekanaal, niet aan (of in de buurt van) een rivier genaamd “Dnepper”. En waarom zou Van Genk in Kiel een rondvaart maken? De naam “Dnepper” doet denken aan die van de rivier de Dnjepr, die niet bij Kiel stroomt maar wel bij Kiev. Kijken we goed naar het opschrift op de ets, dan staat daar hoogstwaarschijnlijk W.F.A.M. van GENK s’HAGE ‘66 rondvaart op de Dneppr nabij Kiev. Het gaat dus inderdaad om de Dnjepr en om Kiev, in 1966 na Moskou en Leningrad de derde stad van de Sovjet-Unie en daarmee zeker een aandachtspunt voor Van Genk.

De vier andere etsen werden gemaakt in 1967, Rondvaart leek dus in meerdere opzichten een eerste poging voor Van Genk om zich met de voor hem nieuwe techniek uiteen te zetten. Daarbij zal hij, zoals Van der Endt opmerkte, geholpen zijn door docenten en/of studiegenoten. De bruikleengever van de ets, J.B. Meinen uit Papendrecht, was de kunstenaar Jan Bernard Meinen (1945-2001), die vanaf 1963 een opleiding volgde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. [v] Meinen, die onder mee naam maakte als graficus en etser, zou zeer goed een van degenen kunnen zijn geweest die Van Genk hielpen.

De afbeelding is redelijk elementair opgezet maar toont een aantal voor Van Genk specifieke elementen. Te zien is de binnenruimte van een rondvaartboot met helemaal links twee meisjes, van wie er een vlechten heeft en een ijsje eet. Voor hen zit een echtpaar, nog een rij naar voren een tweede echtpaar met een kind; de vrouw draagt een hoofddoek, de man heeft een krant in zijn handen. Schuin achter het tweede paar zit een man met een bril en een hondje (mogelijk een zelfportret) en voor het gezelschap staat de gids die in een microfoon spreekt. Door de glazen overkapping van de boot – een voor Van Genk typische webstructuur – is een brug te zien waarover een trein of tram rijdt.

Detail 50 jaar Sovjet-Unie (1966)

Van Genk bezat uiteraard afdrukken van zijn eigen etsen, die hij soms gebruikte in zijn werken. In Reiseland Italien (WVG-0037) is linksboven de ets Collonade ingevoegd, in Amsterdam Moskou per KLM (WVG-0048) Minsk. Rondvaart lijkt maar liefst negen keer te zijn gebruikt, niet allen in Waarheidsfestival maar ook in Vervoer USSR (WVG-0060), in 50 jaar Sovjet-Unie (WVG-0058), in Kathedraal Pilsen (WVG-0044), eveneens in Amsterdam Moskou per KLM en, vier keer, in Urbanisme et architecture (WVG-0054). In Amsterdam Moskou per KLM staat Rondvaart links naast Minsk, wat duidelijk het verschil in formaat tussen beide etsen toont.

Van Rondvaart zijn geen genummerde en gesigneerde exemplaren bekend, zoals van de andere vier etsen. Desalniettemin lijkt ook bij dit werk een verschil te bestaan tussen officiële en niet-officiële afdrukken, waarbij die laatste vaak te herkennen zijn aan een gestippelde rand rond de afbeelding. Een duidelijk voorbeeld hiervan is te vinden in Een getekende wereld, waar de ets Collonade staat afgebeeld mét een gestippelde rand – het betreft derhalve een niet-genummerd exemplaar. [vi] Ook veel van de etsafdrukken bij Museum Dr. Guislain in Gent hebben vermoedelijk een dergelijke rand.

Details Urbanisme et architecture (ca. 1965)

Bij gebruik in andere werken is de rand van Rondvaart niet altijd goed te zien, omdat Van Genk de ets meestal heeft verknipt. In vier gevallen is een tondo verwijderd, in vier andere gevallen is juist alleen een tondo gebruikt – hetgeen doet vermoeden dat tondo’s en omtrekken op elkaar zouden kunnen passen. Urbanisme et architecture laat beide vormen zien: links is drie keer een omtrek gebruikt, rechts één keer een tondo. Ook in Waarheidsfestival ontbreekt een tondo, waarbij Van Genk de vorm van het uitgeknipte deel associeerde met het ronde logo van de tentoonstelling Nieuwe Realisten. Alleen op Amsterdam Moskou per KLM is de hele ets geplakt.

Dat Van Genk Rondvaart heeft gebruikt op werken die iets met de Sovjet-Unie te maken hebben, lijkt in de meeste gevallen duidelijk. Alleen Urbanisme et architecture is in dat verband enigszins problematisch. Het linker deel van dat werk lijkt met name over Stockholm te gaan, al zijn er ook verwijzingen naar Duitsland (met name Keulen), Denemarken en Finland. De omtrekken van Rondvaart in dat deel van het werk bevatten in de ruimte waar de tondo’s zijn uitgeknipt, teksten en afbeeldingen die verwijzen naar respectievelijk Helsinki, Stockholm en Kopenhagen. In het rechter deel, dat op Moskou betrekking heeft, is een tondo ingevoegd met daaroverheen drie maal in cyrillisch schrift KHEB, i.e. Kiev. De kennelijke associatie van Scandinavië met de Sovjet-Unie versterkt de al eerder genoemde hypothese dat Van Genk de Sovjet-Unie via Zweden en Finland was binnengekomen; ook Silja Line wijst in die richting. [vii]

Detail Kathedraal Pilsen (ca. 1965)

Dat er een tondo van Rondvaart is aangebracht op Kathedraal Pilsen, is een bevestiging van de eerder geponeerde stelling (hier) dat Van Genk een tekening van de kathedraal van Pilsen is gaan gebruiken als centrale afbeelding in een veel groter en meer gelaagd werk. Het lijkt of in ieder geval de rechterstrook van het werk later is toegevoegd, wat een verklaring zou kunnen zijn voor enerzijds de dubbele signatuur en anderzijds de verwijzingen naar vijftig jaar Sovjet-Unie in de rechter bovenhoek. Die rechterstrook bestaat voor het grootste deel uit een viertal natuurtekeningen, die we vaker in de collages over de Sovjet-Unie tegenkomen. De tondo uit Rondvaart is op een tekening van een veld met korenaren geplakt, met eroverheen de tekst Navštivte Sovĕtsky – Tsjechisch voor “Bezoek de Sovjet [-Unie]”, hetgeen Van Genk enkele jaren na zijn reis naar Tsjechoslowakije ook daadwerkelijk zou doen.


NOTEN

[i] “Kunstverhaal: Het ‘Waarheidfestival’ van Willem van Genk door Ans van Berkum” (geraadpleegd 22 juni 2021). De WVG-nummers verwijzen naar mijn eigen (aanzet tot een) catalogue raisonné. Van Berkum eindigt haar analyse met de triomfantelijke observatie dat boven de ets ‘deels gecamoufleerd maar toch overduidelijk, het woord KUT’ staat. Dit lijkt me om meerdere redenen een uiterst twijfelachtige conclusie.  

[ii] Nico van der Endt, Kroniek van een samenwerking, p. 25. Zie hier voor meer informatie over de etsen.

[iii] ‘Rondvaart | 1966 | coloured etching | 15 x 23 cm’ (Ans van Berkum e.a., Een getekende wereld, p. 111).

[iv] E-mail van Frans Smolders aan Jack van der Weide, 6 april 2021. De kwalificatie ‘coloured etching’ in Een getekende wereld slaat mogelijk op het feit dat de inkt niet zwart maar sepia is. De afmetingen in Een getekende wereld lijken beter te kloppen dan die in de administratie van Stichting Collectie De Stadshof.

[v] “Jan Bernhard Meinen” (geraadpleegd 23 juni 2021).

[vi] Van Berkum e.a., Een getekende wereld, p. 129. Getuige het bijschrift (‘artist’) betreft het hier inderdaad een afdruk die afkomstig is van de kunstenaar zelf. De genummerde afdrukken werden verhandeld door Galerie Hamer.

[vii] Zie hier en hier.