Detail achterzijde Colonnade Sint-Pieter (ca. 1965) | Collectie Vellekoop, Vlaardingen | foto: Museum van de Geest, Haarlem
In het interview met Bibeb uit 1964 zegt Willem van Genk, als het over Rome gaat: ‘Daar ben ik geweest. […] Ik ben na Rome naar Tsjechoslowakije gegaan. Je eet er goed in Rome, maar in Tsjechoslowakije is ’t bier weer beter.’1 Rome en Tsjechoslowakije waren ten tijde van het interview de laatste twee vakantiebestemmingen van Van Genk geweest. Over de reis naar Tsjechoslowakije in 1963 heb ik eerder geschreven (hier). De reis naar Rome moet in 1961 of 1962 hebben plaatsgevonden. Zijn zuster Addy daarover: ‘Bij z’n laatste reis naar Rome was hij te laat, hij is ’t gezelschap nagereisd en nu mag hij van de sociale werkster nooit meer naar ’t buitenland.’2
Kort na het interview met Bibeb kreeg Van Genk financieel wat meer armslag en gingen zijn reizen er anders uitzien. Tot die tijd was hij afhankelijk van groepsreizen van met name katholieke reisverenigingen. Op het schilderij Madrid (ca. 1968) geeft hij een beeld van een dergelijke reis, door een gezelschap uit Nederland af te beelden dat net is aangekomen bij zijn hotel. In de groep bevinden zich enkele mannelijke geestelijken (met witte boord) en een non, de koffers dragen onder meer de opschriften LOURDES en FATIMA. Het gezelschap is vervoerd door de firma Groeneveld uit Strijen, die reisbureau Hotam (het vaste reisbureau van de familie Van Genk) had overgenomen.3
In maart 2023 kreeg ik een aantal foto’s toegestuurd door een nicht van Willem van Genk. In haar gangkast had ze een ordner gevonden met papieren van haar tante Tiny, Van Genks oudste zuster. In die ordner zaten het nummer van Vrij Nederland met het interview van Bibeb, de aflevering van het blad Kunst van nu met de tekst die W.F. Hermans uitsprak bij de opening van de tentoonstelling in Hilversum en de catalogus van de tentoonstelling Nieuwe Realisten in het Haags Gemeentemuseum, daar te zien in de zomer van 1964. Daarnaast bevatte de ordner een aantal papiertjes met schetsen en aantekeningen die broer Wim had gemaakt aan het einde van de jaren zestig. Op een van de papiertjes had Van Genk een schematische plattegrond van Moskou getekend, met daarbij een adres: ‘Stens, Irenestraat 17, Pijnacker (ZH), Holland’.
Aantekeningen en schetsen van Willem van Genk uit de nalatenschap van Tiny van den Heuvel-Van Genk. Linksboven het plattegrondje van Moskou met het adres in Pijnacker
Een zoekactie in Delpher naar het bewuste adres leverde onmiddellijk resultaat op, in de vorm van een aantal advertenties uit de jaren zestig van een ‘Romereisclubje’ genaamd Procedamus in pace (‘Laat ons gaan in vrede’).4 Inlichtingen waren te verkrijgen bij W.G. Stens, Irenestraat 17 in Pijnacker. Wat opviel in bijna elke advertentie was de aanduiding van de verblijfplek in Rome: ‘Prima pension, 1 min. vanaf het St.-Pietersplein’. Die formulering kwam bekend voor.
Willem van Genk beeldde het Sint-Pietersplein in Rome twee keer af, op het schilderij Colonnade Sint-Pieter (WVG-0038) en op de ets Colonnade (WVG-0065). In maart 2020 had ik een blogpost geschreven over de etsen van Van Genk (hier), waarop ik een reactie kreeg van Jan Vellekoop, bezitter van zowel het schilderij als een exemplaar (1/5) van de ets. Vellekoop schreef dat schilderij en ets de zuilenrij van Bernini vanuit twee verschillende hoeken toonden, maar dat op de achterkant van het schilderij een uitgeknipte tekening was geplakt die erg veel leek op de ets. De tekst onder die tekening: ‘Waar wij logeren. 1 min. van ’t St. Pietersplein!’ Gedeeltelijk over de tekening was een suikerzakje geplakt met een afbeelding van het parochiehuis in Pijnacker.
Wilhelmus Gerrit (Wim) Stens (1905-1998), tijdens zijn werkzame leven adjunct commies bij de NS, was zeer actief binnen het katholieke gemeenschapsleven van Pijnacker. Onder zijn leiding maakte in de jaren zestig een groep van zo’n veertig personen jaarlijks een treinreis naar Rome, waarbij men verbleef in het pension annex klooster van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten in de Borgo Santo Spirito, naast het Sint-Pietersplein. Stens was tevens amateurschilder en gebruikte een tekening naar een van zijn schilderijen, een doorkijkje vanaf het Sint-Pietersplein naar het pension Casa Santo Spirito van de Suore Francescane dell’ Addolorata, als reclame in de folders voor de reis. Het was deze tekening die Van Genk op de achterkant van zijn schilderij Colonnade Sint-Pieter plakte en die de inspiratie vormde voor de ets Colonnade.
V.l.n.r. het schilderij van Wim Stens, de tekening in de folder van Procedamus in pace en de ets Colonnade van Willem van Genk
Dat er een verband bestond tussen de tekening in de folder van Procedamus in pace en de ets Colonnade, blijkt ook uit enkele foto’s van het interieur van het appartement van Van Genk. Daarop is te zien dat hij in zijn woning minimaal twee exemplaren van zijn ets had opgehangen, beide keren samen met de tekening uit de folder. De ene combinatie hing op de gangdeur in het achterste deel van zijn woonkamer, de andere had hij bevestigd aan een muur in zijn slaapkamer.
Interieur Harmelenstraat 28 in Den Haag. Links de gangdeur in het achterste deel van de woonkamer (foto: Nico van der Endt, 1986), rechts een deel van de slaapkamer van Willem van Genk (foto: Stichting Collectie De Stadshof, 1998)
Van Genks ets Colonnade is zeker geen een-op-een kopie van de tekening in de folder van Procedamus in pace. Bernini’s zuilenrij is op de ets veel dominanter aanwezig, inclusief de onderzijde van de overdekking. De kleine figuurtjes en voertuigen onder en achter de colonnade benadrukken bovendien de omvang van het bouwwerk. Het geheel geeft een indruk van nietigheid weer die de beschouwer kan hebben, een gevoel dat ontbreekt bij het schilderij en de tekening van Stens. Daarbij doet de afbeelding sterk denken aan twee oudere tekeningen van Van Genk (waaronder WVG-1078), van de Haarlemmerpoort in Amsterdam. Hier ligt eveneens de nadruk op de imposante zuilen van de poort, met een doorkijkje naar achterliggende gebouwen.
Maar waarom noteerde Willem van Genk eind jaren zestig de naam en het adres van Wim Stens op een schematisch getekend plattegrondje van Moskou? De toevoegingen ‘(ZH)’ en ‘Holland’ lijken erop te wijzen dat hij Stens een kaartje of brief wilde sturen. Rond dezelfde tijd maakte hij ook plannen om Rome weer een keer te bezoeken, mogelijk wilde hij het adres van pension Casa Santo Spirito weten. Een iets verder gezochte hypothese is dat Van Genk met het idee speelde om een ‘Moskoureisclubje’ te beginnen, naar voorbeeld van Procedamus in pace. Was hij immers niet inmiddels een ervaren Moskoureiziger die de stad goed kende en die Nederlandse toeristen zou kunnen rondleiden? Het is er hoe dan ook nooit van gekomen. Waarschijnlijk maar goed ook, voor zowel Van Genk als zijn potentiële klanten.
NOTEN
- Bibeb, ‘Ik ben een stuk grijs pakpapier’, 112-113. ↩︎
- Ibidem, 113. ↩︎
- ‘Geschiedenis van busbedrijf Groeneveld’, in: De heraut van Strijen 19/2 (september 2007), 6-13 (aldaar 9). Dat het reisgezelschap is vervoerd door Groeneveld, is af te leiden uit de bus die uiterst links te zien is ↩︎
- De advertenties verschenen in onder andere De Tijd en de Volkskrant. ↩︎